Marineofficieren nemen deel aan Southern Seas
“Warfighters, this is your captain speaking.” KLTZ Lourens Zijlstra en LTZ2OC Miriam Hopman-Calis luisteren naar de verrassende mededeling die uit de scheepsomroep schalt. De crew niet aanspreken als ‘bemanningsleden’ is even schakelen voor de enige twee Nederlandse militairen aan boord van het Amerikaanse supervliegkampschip USS George Washington, tijdens de oefening Southern Seas.
Tekst: kapitein Jessica Bode | Foto: dvidshub, geïnterviewden
‘Schip niet eens volledig gevuld’
De reusachtige carrier is onderweg is naar de Japanse havenstad Yokosuka, waar het ‘t huidige stationsschip USS Ronald Reagan (CVN 76) zal aflossen. De Amerikaanse marine gebruikt de reis om onderweg te oefenen met Zuid-Amerikaanse partners en de samenwerking te versterken. Het schip is sinds 15 april onderweg en Zijlstra en Hopman-Calis stapten vier dagen later in Mayport (Florida) aan boord. Ze gaan mee tot Peru, waar ze op 20 juni arriveren. “Tegen die tijd hebben we een enorme ervaring achter de rug”, voorspelt de vrouwelijke marine-officier.
Diplomatieke functie
De Koninklijke Marine doet niet actief mee aan de oefening, maar Zijlstra en Hopman-Calis zijn wel onderdeel van de Embarked International Staff. Ze ondersteunen gedurende de twee maanden dat ze meevaren bij het plannen van de oefeningen. Bovendien hebben ze een diplomatieke functie: “Het draait om netwerken. Enerzijds veel leren over het schip en de werkwijzen van de Amerikanen en de andere nationaliteiten aan boord. Anderzijds geven wij de Amerikanen en de partners weer uitleg over marine, manier van opereren en culturele aspecten van Nederland”, somt Hopman-Calis op, die normaliter op Aruba is gestationeerd.
Schepje bovenop
Aan boord zijn de Nederlanders omringd door bijna vijfduizend Amerikaanse marinecollega’s. Ter vergelijking: de Nederlandse marine heeft in totaal circa 7.400 militairen in dienst. “En dan is het schip nog niet eens volledig gevuld.” Hopman-Calis omschrijft haar tijd aan boord als “heel leuk en erg interessant.” Overste Zijlstra doet daar een schepje bovenop: “Wat is het hier gigantisch; het is overweldigend.”
‘We keken onze ogen uit’
Daar is niets aan gelogen. De USS George Washington is met 333 meter anderhalf keer zo groot als Zr.Ms Karel Doorman, het grootste schip van de Nederlandse marine (204 meter). Er gaat zeventigduizend dollar aan voeding per dag doorheen en achterop het schip kan men in de ‘jet engine repairshop’ vliegtuigmotoren tot 2,5 meter volledig binnenstebuiten keren en weer gereed maken voor inzet. Verder staan aan boord op dit moment een kleine veertig F-35’s en F-18’s gevechtsklaar paraat. “En dat zijn ze nog niet eens allemaal. Normaliter zijn het er negentig. Veel meer dan wij in totaal hebben.”
Normaalste zaak
Niet verwonderlijk dat de hangar onder het vliegdek ook vier keer groter is dan de hanger op het Maritiem Vliegkamp De Kooy waar de Nederlandse NH90-maritieme gevechtshelikopters zijn gestationeerd. Zijlstra: “De eerste paar dagen keken we onze ogen uit, gek genoeg lijkt het nu de normaalste zaak van de wereld. Maar we weten dat dit allerminst het geval is.” Hopman-Calis vult aan: “Je valt van de ene verbazing in de andere. En als je denkt dat het niet gekker kan; er is ook een Starbucks aan boord.”
Andere mindset
Het is de twee opgevallen dat de Amerikaanse militairen aan boord een compleet andere mindset hebben als het gaat om oorlogvoering. “Er is ongekend veel gevechtservaring aan boord. Dit schip heeft normaliter, buiten deze oefening, één doel en dat is gevechtskracht leveren met zware wapens. Er zijn zoveel raketten en munitie aan boord, dat kennen wij niet eens”, vertelt Zijlstra.
‘First in war, first in peace’
“Inzet is het enige dat telt en daar is de mentaliteit van de militairen ook op ingesteld”, vervolgt hij. “De bemanningsleden worden niet voor niets aangesproken als ‘warfighters’. En de slogan van het schip, dat je ook terugziet op alle patches, is: ‘First in war, first in peace’.”
Unieke route
Op het moment van interviewen vaart het tweetal in de Río de la Plata, een monding van twee rivieren in de Atlantische Oceaan bij Uruguay. De route die ze afleggen is op z’n zachtst gezegd uniek te noemen. Omdat de USS George Washington vanwege de diepgang niet door het Panamakanaal kan, vaart het schip helemaal om Chili en Argentinië heen. En die moeite wordt niet snel genomen.
Route is op z’n zachts gezegd uniek te noemen
Hopman-Calis: “Het resulteert in een reis waarbij de Amerikanen, maar wij natuurlijk ook, partners tegenkomt waar ze niet snel mee samenwerken.” Daarom worden veel oefeningen gedraaid met marines van een groot aantal landen langs de kust, zoals Brazilië, Argentinië, Chili, Peru, Ecuador en Colombia.
Naderen en air defence
Verschillende marines van Zuid-Amerikaanse landen draaien een oefening, waar deze carrier aan meedoet. Ze kunnen het schip bijvoorbeeld gebruiken voor vliegtuigen, of als locatie om oefeningen te draaien. Er zijn slechts een paar landen ter wereld met een dergelijk schip, het is dus een bijzondere kans om te oefenen met een schip dat je normaliter niet tot je beschikking hebt. Brazilië heeft ‘m bijvoorbeeld gebruikt om te leren hoe je zo’n schip nadert met verschillende gevechtsvliegtuigen. Uruguay wilde juist meer ‘air defence’ oefeningen, waarbij de F-18’s van de carrier als oefenvijand dienden. Chili zette in op een boardingsoefening en Argentinië stuurde een onderzeeboot om een onderwaterdreiging te beoefenen.
Daarnaast worden aan boord tal van prominenten uitgenodigd, waarmee Amerika de banden wil aanhalen. Bijvoorbeeld de commandant van de Braziliaanse ‘naval airwing’ rear admiral Emerson Gaio.
Noodhulp
En ondertussen kan het Amerikaanse schip zomaar ingezet worden voor acute noodhulp, zoals in Brazilië. In het zuiden van het land was een humanitaire ramp gaande, vanwege de hoge waterstanden. De USS George Washington heeft haar eigen voedsel en andere goederen die bruikbaar zijn voor noodhulp, met hulp van al de ‘warfighters’, overgedragen aan een Braziliaans schip dat het weer op de plek van bestemming brengt. Zijlstra besluit: “Al met al hebben we nu al in een paar weken tijd zoveel dingen meegemaakt… Normaliter maken we dat nooit mee. En het is nog niet eens afgelopen.”