Oefenen op neerhalen drones essentieel anno 2024
Als de oorlog in Oekraïne iets duidelijk heeft gemaakt, is het wel dat drones niet meer weg te denken zijn van het slagveld. Om die dreiging het hoofd te bieden oefenden het 42e Bataljon Limbugse Jagers van 13 Lichte Brigade in Duitsland op het neerhalen van zogenoemde unmanned aerial vehicles (UAV). “De verhalen van Oekraïners tijdens de trainingsmissie Interflex hebben onze ogen wel geopend.”
Tekst: Michael Simon | Foto’s: Mark van Stokkom
Voor de Charlie 'Eagle' Compagnie van 42 Pantserinfantiebataljon is het de eerste keer dat ze met All Arms Air Defense (AAAD) werken. Dat staat voor het aanpakken van drones met alle wapens, in dit geval het standaardwapen Colt C7 en de machinegeweren Minimi en MAG. Sergeant-majoor Roel Hoogervorst: “Van dat AAAD-concept waren we eigenlijk afegestapt. Maar toen kwam de oorlog in Oekraïne waarbij drones een heel grote rol spelen. En deze collega’s die hier vandaag schieten, hebben het afgelopen jaar de training Interflex gedraaid in Engeland, waar ze veel met Oekraïners werkten. Daar daalde het besef over de gevaren van drones nog verder in. Dat was wel een eye opener.”
Ofwel: het belang is groot en mag niet onderschat worden. “Nederland is dus weer een paar jaar bezig met het AAAD-concept”, gaat Hoogervorst door. “We hebben onder meer smart shooters waarbij je je wapen richt op een vliegend object en je de trekker indrukt. Op het moment dat het doel precies in het vizier komt, wordt vanzelf het vuur geopend. Ook gebruiken we wel eens drone busters (jammers), waarmee je het signaal tussen de drone en de bestuurder verstoort. Maar wat als je in een ‘gewone’ situatie in het veld bent en je die wapens niet bij je hebt? Dan moet je je ook tegen drones kunnen verdedigen. Daar oefenen we vandaag op.”
Benieuwd naar de ‘anti-drone-oefening’ eerder deze week in het Duitse Bergen-Hohne? Bekijk hieronder de fotoreportage:
De groepscommandanten, hoofd schietinstructeur (links) en de baancommandant (tweede van links) bekijken de schietbaan in het Duitse Bergen-Hohne, waarop ze later die ochtend met hun manschappen gaan oefenen. Daarna wordt het peloton geïnstrueerd tijdens het ‘baanpraatje’ en de bevelsuitgifte.
Medewerkers van leverancier BSS Holland maken de oefendrones gereed voor inzet tijdens de oefening.
De eerste groep maakt zich klaar om het veld in te gaan. Het uit de lucht schieten van de drone is volgens sergeant-majoor Roel Hoogervorst maar een klein deel van de oefening, dat je relatief snel onder de knie hebt. “Terwijl het tactische deel telkens terugkomt op verschillende niveaus, door de jaren heen. Denk daarbij aan: hoe manoeuvreren we als groep, wie doet wat als er een drone aan komt of welke wapens gebruiken we op welk moment op welke vijand.”
Elke groep maakt drie zogenoemde runs. De eerste maken de militairen gebruik van hun persoonlijk wapen Colt C7 en de Minimi om de drone te bestrijden. In run twee en drie mocht de groep, als dat de beslissing was van de groepscommandant, ook de mitrailleur MAG mee het veld in nemen.
De groep beweegt zich voort en neemt ondertussen de klapschijven onder vuur die verderop in het veld vijandelijke troepen uitbeelden. De vele heuveltjes in het veld vormen een uitstekende dekking.
Dan verschijnt een drone. Na een vlucht over de bosrand, nadert het dreigende gezoem de manschappen in het veld. Sergeant-majoor Hoogervorst: “Drones ontwikkelen zich razendsnel en kunnen van steeds grotere afstanden waarnemen. En daar komt ook de hoogte bij waarop een drone opereert; in de lucht afstand inschatten is echt lastig. Met moderne apparatuur op het wapen kan ‘m ‘aanlaseren’, maar probeer dat maar eens op zo’n klein stipje in de lucht.”
Een aanvalsdrone komt meestal niet alleen. Daarom is het zaak dat ook de klapschijven onder vuur blijven liggen. Dat vraagt behoorlijk wat van de groep en het individu. Want hoe ga je het object uit de lucht schieten? Wat betekent het voor de opstelling? Wie gaat het doen en met welk wapen? En wie houdt welke vijand op de grond ondertussen in de gaten?”
De grootste dreiging van drones anno nu is volgens Hoogervorst tweeledig. “Aan de verkenningskant kunnen ze steeds langer vliegen, hoger in de lucht en van steeds grotere afstand waarnemen. Tegenwoordig al tot op zo’n twee kilometer. Voor wat betreft de gevechtsfunctie van de UAV zijn er steeds geavanceerdere bommen die eronder gehangen worden. We zien steeds vaker filmpjes waarbij een relatief kleine drone boven een groep hangt, er op een knopje wordt gedrukt en er zo een granaat op een opstelling valt.”
