Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 43
Terugkijker
Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties met globale impact.
Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of het ons niet meer exact herinneren. Vandaag gaan we precies honderd jaar terug de tijd in, toen in Duitsland ene Adolf Hitler een poging tot een staatsgreep deed: de Bierkellerputsch.
Tekst: Evert Brouwer | Foto’s: Duitslandinstituut en anderen
De politieke omgeving in Duitsland was na de Eerste Wereldoorlog een voedingsbodem voor onrust en ontevredenheid. De Weimarrepubliek was net opgericht en kampte met economische problemen. En de hyperinflatie zorgde voor de opkomst van extremistische groepen, waaronder de pas vier jaar oude Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) met als leider Adolf Hitler, een veteraan uit de Eerste Wereldoorlog.
Gewelddadige staatsgreep
Samen met de welbekende generaal Erich Ludendorff planden Hitler en zijn volgelingen op 8 november 1923 een gewelddadige staatsgreep, een putsch, om de regering omver te werpen en een nationalistische, autoritaire staat te stichten. De actie begon met het verstoren een politieke bijeenkomst in de Bürgerbräukeller, een brouwerij in München. Vandaar de term Bierkellerputsch. Er was een politieke bijeenkomst gepland waar generalstatscommissar (regeringscommissaris) Gustav von Kahr zou spreken in de aanwezigheid van de politieke top van Beieren.
Hitler onderbrak, gewapend met een pistool, de toespraak en riep de ‘nationale revolutie’ uit. Hij kreeg de regeringsleiders zover om ‘vrijwillig’ mee te werken. Daarna volgde een mars naar de Feldherrnhalle in München, waar de ‘putschisten’ de plaatselijke regeringstroepen ook wilden overhalen mee te werken, om zo de macht grijpen.
Nationalistische retoriek
Het liep echter al snel uit op een fiasco. Toen Hitler en zijn aanhangers aankwamen bij het monument aan de Odeonsplatz, werden ze tegengehouden. Vanachter een barricade openden de politie en het leger het vuur op de gewapende militie van de NSDAP. In het daaropvolgende vuurgevecht kwamen zestien putschisten en vier politieagenten om het leven. Hitler raakte gewond, slaagde erin te ontsnappen, maar werd niet veel later gearresteerd.
Promoten
Toen het proces tegen Hitler en tien andere putschisten werd aangekondigd, voorspelde de internationale pers dat hij zou worden geëxecuteerd of een lange gevangenisstraf moest uitzitten. Tijdens zijn berechting maakte Hitler gretig gebruik van de media-aandacht om zo zijn nationalistische en anti-republikeinse ideeën te promoten. Zijn toespraken tijdens het proces, vol met nationalistische retoriek en beschuldigingen van verraad door de heersende elite, maakten op veel Duitsers indruk. Bang voor een opstand, werd Hitler veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Dat werden uiteindelijk ‘wegens goed gedrag’ zes maanden. Hitler gebruikte zijn tijd in het gevang om te schrijven aan Mein Kampf: het boek waarin hij zijn politieke ideeën en plannen voor de toekomstige dictatuur van het nationaalsocialisme uiteenzette.
Extremistische ideologieën
De celstraf was wel een harde les voor Hitler en zijn NSDAP. Ze snapten nu dat een gewelddadige greep naar de macht geen realistische optie was. Daarom verlegden ze hun strategie naar een wettige weg naar de macht, via verkiezingen. Gesteund door een toen ongekende propagandamachine.
De mislukte Bierkellerputsch markeerde dus het begin van de zucht naar macht bij de Nazi’s, wat uiteindelijk zou leiden tot de Tweede Wereldoorlog en al z’n verschrikkingen. Het was een keerpunt in de recente geschiedenis, die ons eraan herinnert hoe kwetsbaar een democratisch systeem kan zijn en hoe politieke onrust en ontevredenheid kunnen uitmonden in extremistische ideologieën.