Het afbouwen van Zr.Ms. Vlissingen op punt van beginnen

Het nieuwe Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuig Vlissingen is deze week officieel te water gelaten. Wat overigens niet betekent dat de bemanning direct aan boord kan gaan. Het is slechts de romp die nu af is. De komende jaren wordt het schip afgewerkt, zodat-ie in 2025 kan worden overgedragen aan de Koninklijke Marine. “Het gaat hier écht om het neusje van de zalm.”

Tekst: kapitein Jessica Bode | Foto: sergeant Sjoerd Hilckmann

De Vlissingen is de tweede van de twaalf spiksplinternieuwe mijnenbestrijders die de Nederlandse (zes stuks) en Belgische marine (zes stuks) gezamenlijk hebben aangeschaft. Er is volgens de Nederlandse projectleider kapitein ter zee Eric Toebast nog geen enkel ander land ter wereld dat op deze schaal overstapt naar het concept ‘onbemand mijnen bestrijden’ en dit soort hypermoderne schepen laat bouwen, in dit geval door de Franse scheepsbouwer Naval.

‘Dit is een compleet nieuwe manier van werken’

“Het is een belangrijke stap. Fregatten kun je moderniseren met nieuwe wapensystemen, maar dit is een compleet nieuwe manier van werken, met andersoortige bemanning en bedrijfsvoering. We lopen voorop, met België als lead nation.” Er wordt door andere landen wel volop geëxperimenteerd met onbemande systemen, maar geen enkele andere krijgsmacht vervangt zo’n groot deel van haar Mine Countermeasures (MCM) vloot. “Frankrijk is gaandeweg wel geïnteresseerd geraakt en heeft recentelijk besloten dezelfde type vaartuigen te gaan bouwen.”

Meer weten? Specialist Eric Toebast geeft antwoord op de belangrijkste vragen: 

1. Oké, nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen… Waarom is dit nodig?

“De huidige generatie mijnenjagers van de Alkmaarklasse zijn ruim veertig jaar oud. Er zijn in de tussentijd wel updates geweest, maar de vaartuigen lopen tegen het einde van hun operationele levensduur. Bovendien voldoen de schepen niet meer aan moderne eisen. Vergelijk het met een bakelieten telefoon en een gloednieuwe smartphone. Je kunt met allebei bellen, maar er zit behoorlijk wat verschil tussen.”

‘Reservedelen worden schaars en onderhoud duurder’

Oude mijnenjagers naar Oekraïne

Terwijl Nederland de Alkmaarklasse afschrijft, gaan de jagers op termijn wel naar Oekraïne. Heeft het land er nog wel iets aan? “Absoluut”, benadrukt Eric Toebast. “De schepen functioneren nog steeds, maar reservedelen worden schaars en onderhoud duurder. En zoals gezegd stelt ons land nieuwe eisen aan mijnenbestrijdingsvaartuigen en operatieconcepten. Dan komt er een moment waarop vervanging noodzakelijk wordt. Maar dat wil niet zeggen dat Oekraïne de schepen ook niet meer kan gebruiken. Integendeel.”

2. Onze nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen zijn hypermodern. In wat voor opzicht?

“De schepen zijn groter (van 52 meter lang en 6 meter breed, naar 82 bij 14), sneller, betere samenwerking met andere eenheden en de zelfbescherming is beter. Maar het toverwoord is toch wel ‘onbemand’. In de oude situatie gaat een mijnenjager met de voltallige bemanning een mijnenveld in om daar explosieven op te sporen en te ruimen. In de nieuwe situatie kan een groot deel van het werk gedaan op grotere en dus veiligere afstand.”

Daartoe worden de Vlissingen en de rest van de vloot uitgerust met een uitgebreid pakket aan onbemande oppervlakte- en onderwatersystemen. Afhankelijk van de operatie wordt gekeken welke van deze tools mee aan boord gaan. Dat kan het onbemande helikoptertje UMS Skeldar zijn, dat vanuit de lucht drijvende mijnen of andere obstakels in het water detecteert. Of de autonome vaartuigen die vanaf het moederschip zoals de Vlissingen, het Mine Counter Measures Platform, aangestuurd worden. Ook zijn er drones die úren onder water kunnen blijven om de zeebodem in kaart te brengen en de Seascan kan objecten identificeren.

Patent op systeem

Innovatief aan de nieuwe reeks mijnenbestrijdingsvaartuigen is het launch and recovery system waarmee onbemande vaartuigen zonder menselijke tussenkomst aan boord kunnen komen van het bemande moederschip. Scheepsbouwer Naval heeft hier het patent op.

3. Dus aan het ruimen van zeemijnen komt geen mens meer te pas?

“Nou, dat ook weer niet. Om deze high tech systemen te bedienen, heb je wel een goed opgeleide bemanning nodig. Het vernietigen van zeemijnen kán in principe onbemand worden gedaan, met de K-STER. Maar dit is erg dure munitie die voornamelijk in ernstige situaties gebruikt zal worden. Uiteraard zijn fabrikanten wel druk bezig met het ontwikkelen van een minder kostbare variant, maar dat kost tijd.

‘Het ruimen van niet-urgente mijnen wordt ook in de toekomst gedaan door menselijke duikers’

Het ruimen van niet-urgente mijnen zal dus ook in de toekomst worden gedaan door menselijke duikers, zoals dat al decennia gebeurt. We varen naar een locatie, zoeken met sonar een gebied af en de duiker kijkt ter plekke of het inderdaad een zeemijn is. Dan vernietigen we deze op locatie en als dat niet kan trekken we de mijn naar een veilige springlocatie.”

Tijdlijn

In maart 2023 werd de eerste van de reeks nieuwe mijnenjagers te water gelaten. Dat was BNS Oostende voor onze zuiderburen. Deze week volgde voor Nederland Zr.Ms. Vlissingen. Het gaat bij de tewaterlating om de kale romp. De schepen worden in de komende periode afgebouwd en voorzien van zaken als apparatuur, wapens, sensoren, hutten en 270 kilometer kabel. Dat doet scheepsbouwer Naval in Frankrijk. Het is de bedoeling dat de Vlissingen in de tweede helft van 2025 aan Nederlandse marine wordt overgedragen. Eind volgend jaar begint de bemanning al met het opleidingsprogramma.

‘Zeemijnen zijn een betrekkelijk eenvoudig, goedkoop en effectief middel’

4. Is mijnenjagen nog van deze tijd?

“Reken maar. In ieder conflict met maar een klein maritiem randje worden zeemijnen ingezet. Het is een betrekkelijk eenvoudig, goedkoop en effectief middel om de toegang tot een land vanuit zee mee te blokkeren. Bij Jemen en in de Zwarte Zee ligt het er bijvoorbeeld vol mee. Bovendien is een zeemijn vernietigend, het is in staat een schip zwaar te beschadigen.”

5. Veel positieve geluiden, is er ook kritiek?

"Om de overgang wat minder groot te maken hebben we de tools, zoals drones, waarmee we in de nabije toekomst gaan werken al aangeschaft om mee te oefenen. Hiervoor is door de marine een platform (MV Geosea) gehuurd. Daar zijn de afgelopen periode honderden leer- en verbeterpunten uit voren gekomen waarmee de fabrikant aan de slag gaat. Denk aan het gebruik van bepaalde materialen die niet wenselijk bleken of onderdelen die niet robuust genoeg zijn. Maar al met al zijn we ontzettend positief. Dit is écht een stap voorwaarts voor wat betreft maritieme veiligheid."

Samen met België?

Nederland en België werken al decennialang samen op het gebied van mijnenbestrijding. Veertig jaar geleden begon dat met opleiden en trainen van personeel. Later kwam daar onderhoud bij: sinds een jaar of vijftien onderhouden de Belgen onze mijnenbestrijdingsvaartuigen en wij hun fregatten. Nu komt daar ook de gezamenlijke aanschaf bij. De Belgen zullen deze ook gaan onderhouden.