‘Iedereen loopt zijn eigen camino’

Vijf dagen wandelen in Spanje. Van de stad Ferrol naar het pelgrimsoord Santiago de Compostela. Zestien mensen van de Koninklijke Marine met fysieke en/of mentale problemen liepen onlangs 113 kilometer in het kader van hun herstel, onder de bezielende leiding van aalmoezeniers majoor Marcel Puts en luitenant-kolonel Ronell Bansie. De Defensiekrant liep op de laatste dag met hen mee en sprak met enkele deelnemers.
 

Tekst: kapitein Henny de Boer I Foto’s: sergeant Jasper Verolme

Geestelijk verzorger Marcel Puts.

Hoewel de laatste dag nog maar twaalf kilometer telt, start de groep eind september wederom vroeg. Buiten is het nog donker, maar binnen in het hotel zitten drie mariniers en dertien mensen van de vloot gezamenlijk aan een typisch Spaans ontbijt in fel tl-licht.

Croissant, toast, jus d’orange en café americano. De laatste dag is gelukkig een stuk korter dan de dag ervoor, die maar liefst 29 kilometer telde. “Een zuurtje”, aldus de lopers. Enkele deelnemers hebben last van blaren. Een ander vermeldt dat zijn teen helemaal openligt, maar opgeven is geen optie.

Opgeven is geen optie.

'Tot een tijdje geleden was het onzeker of ik het zou halen'

Eigen verhaal

Burn-out, kanker, posttraumatisch stresssyndroom, scheiding, ziekte en/of overlijden van een dierbare. Iedereen heeft zijn of haar eigen verhaal. Voor de deelnemers is het werkende leven tijdelijk tot stilstand gekomen door de zware kluif die ze moesten verwerken. In het re-integratietraject bij de marine peilde de Sociaal Medische Dienst of ze interesse hadden in de pelgrimage. De motivatie van de deelnemers varieert van ‘kijken wat ik nog kan’ tot ‘afsluiten van een periode’.

De motivatie van de deelnemers varieert van ‘kijken wat ik nog kan’ tot ‘afsluiten van een periode’.

‘Het was niet best’

Een van de deelnemers is Dennis (46), instructeur Technische Dienst van de Onderzeedienst. Hij is onlangs aan de dood ontsnapt door alvleesklierkanker. “Vorig jaar werd ik ineens geel toen ik aan het varen was en ben ik van boord gehaald voor onderzoek. Het was niet best. Tot een tijdje geleden was het onzeker of ik het zou halen. Deze reis is voor mij een afsluiting van een bijzonder beroerd jaar. Ik heb hier fijne mensen ontmoet. Ook is het een soort fysieke meting. Het valt mee, ik kan meer dan ik dacht. Dat geeft extra vertrouwen in mijn lichaam.”  

Dennis: ‘Ik heb hier fijne mensen ontmoet’

Sint-jakobsschelpen

Na de gezamenlijke start in de ochtend loopt ieder in zijn eigen tempo de route naar het bedevaartsoord. “Zijn eigen camino”, aldus krijgsmachtaalmoezenier Marcel Puts. “Dit is geen therapie en er zijn geen verplichtingen. Mensen kunnen zelf kiezen of ze alleen of met anderen lopen.”

Pelgrimeren is een vast onderdeel van de katholieke traditie

De deelnemers wandelen door kleine dorpjes, langs velden, stoppen geregeld om te stempelen en groeten andere camino-wandelaars. De eeuwenoude route wordt aangegeven door geel-blauwe bordjes met sint-jakobsschelpen: het symbool van de pelgrimage. 

Geel-blauwe bordjes met sint-jakobsschelpen wijzen de weg.

Katholiek zijn geen voorwaarde

Pelgrimeren is een vast onderdeel van de katholieke traditie. “Door te wandelen gaat het leven langzamer”, legt initiator Puts uit. “Je neemt ook een weg naar binnen en gaat het gesprek met jezelf aan.” Katholiek zijn is geen voorwaarde voor deelname aan deze reis. “Maar als mensen dat graag willen, doe ik daar iets mee. Door de gezamenlijke geschiedenis vinden deelnemers elkaar al snel”, aldus Puts. “Mensen komen uit dezelfde werkcultuur en spreken dezelfde taal. Er worden daardoor onderweg veel verhalen uitgewisseld.”

De deelnemers stoppen geregeld om te stempelen.

Bakkie doen

Na een frisse start met nog verlaten straatjes en dauw op de velden, breekt later op de dag de zon door. “Even een bakkie doen!” roep sergeant Ingrid van Meel als ze langs de route een cafeetje ontwaart. Het is tijd voor koffie met zoete churros of een aardappelomelet. De sfeer is gemoedelijk.

‘Niet balen van jezelf als je iets langzamer loopt dan de rest’

Verbindelaar Van Meel smeert zonnebrandcrème bij voor het laatste deel van de route. “Sinds ik borstkanker heb gehad en daardoor vervroegd in de overgang ben gekomen, kan ik niet meer tegen hitte.”

Even een bakkie doen onderweg.

Leren accepteren

Van Meel heeft geen gemakkelijke tijd achter de rug. De borstkanker had fikse nevenschade, ook mentaal. “Deze camino was leren omgaan met nieuwe fysieke grenzen. Het was leren accepteren dat je niet hoeft te balen van jezelf als je iets langzamer loopt dan de rest. Deze wandelreis is een stukje goed werkgeverschap van de marine. Ik heb moeilijke jaren gehad, maar met de juiste mensen en hulp gaat de zon weer schijnen.” En voor haar wacht een extra grote beloning bij de finish: haar supertrotse dochter.

Voor deelneemster Ingrid van Meel wacht een extra grote beloning bij de finish: haar dochter.

Resten begraven

Na zo’n 3,5 uur druppelt iedereen geleidelijk binnen op het eindstation: het grote centrale plein voor de kathedraal van Santiago de Compostela. Volgens de legende liggen onder deze kathedraal de resten begraven van Christus’ apostel Sint-Jacobus, vandaar de sint-jakobsschelpen onderweg. Te midden van enkele honderden andere camino-wandelaars feliciteren de collega’s elkaar en worden dikke knuffels uitgewisseld. “Gefeliciteerd, goed gedaan!”. Wandelmissie voltooid.

De wandelaars druppelen een voor een binnen op het centrale plein van Santiago de Compostela.