Luchtmacht repatrieert tweehonderd landgenoten

De spanning is voelbaar in de bomvolle aankomsthal op Vliegbasis Eindhoven. Honderden vrienden en familieleden van de tweehonderd Nederlanders die in Israël vastzaten, wachten ongeduldig tot het toestel met hun geliefden landt. Woensdag werden zij als eersten teruggehaald door Nederlandse, Duitse en Belgische militairen met een Multi Role Tanker Transport (MRTT). Een enorme opluchting, want de situatie was angstig en onzeker. “In ons hotel moesten we meerdere malen per dag naar de schuilkelder.”

Ook donderdag en vrijdag vertrok een defensietoestel vanaf Eindhoven en Keulen naar Israël om passagiers op te halen. Nederland heeft toegezegd dit soort repatriëringsvluchten te blijven uitvoeren “zolang als nodig is en zolang de veiligheidssituatie in Israël dit toestaat.”

Tekst: Michael Simon | Foto’s: sergeant-majoor Hille Hillinga en sergeant Sjoerd Hilckman

Zelfs nog kort voordat de Nederlandse passagiers konden boarden ging het alarm af vanwege een mogelijke raketaanval. “We moesten allemaal op de grond gaan liggen. Gelukkig is er uiteindelijk niets gebeurd”, vertelt de Nederlandse Truus, die met haar man vakantie vierde in Israël. "We bevonden ons met een reisgezelschap in Jeruzalem toen zaterdag 7 oktober het conflict losbarstte. We zouden naar de synagoge gaan, maar toen het luchtalarm klonk mochten we het hotel niet meer uit.”

Zo'n luchtalarm was precies de reden waarom het Nederlandse militaire vliegtuig nog een extra rondje moest vliegen, voordat het kon landen op Ben Goerion Airport in Tel Aviv. “Tot twintig minuten voordat we het Israëlisch luchtruim invlogen, hebben we nog bekeken of de veiligheidssituatie een landing toeliet”, vertelt de Nederlandse copiloot kolonel Cris van Dijk.

De Belgische kolonel Evert Cuppens, deputy commander van de eenheid van Van Dijk, vult aan: “Maar toen we als Multinational MRTT Unit die update ontvingen, besloten we door te zetten. Op dat moment ben je natuurlijk wel overgeleverd aan de Israëliërs. Zij hebben het beste een beeld van wat er zich op en rond het vliegveld afspeelt.”

De eerste passagiers stappen in Tel Aviv in het vliegtuig voor de repatriëring.
Een team van de Nederlandse ambassade in Israël begeleidt passagiers in Tel Aviv.

MMU

Als deputy commander was Cuppens verantwoordelijk voor de repatriëring van de Nederlanders, onder wie veel vakantiegangers en scholieren. Een taak die werd uitgevoerd met een A330 tankvliegtuig van de MMU, de Multinational MRTT Unit. Deze kist kan honderddertigduizend liter brandstof vervoeren, maar ook worden omgebouwd om grote groepen mensen op te halen. Zoals eerder bij de evacuaties uit Afghanistan.

Kolonel Evert Cuppens, deputy commander van de MMU.

‘Sinds zaterdag in het hotel en in schuilkelder’

Nadat Truus, haar man en de rest van het gezelschap zaterdag gesommeerd werden binnen te blijven, ging het luchtalarm steeds vaker was. "Zodra dat het geval was, moesten we de schuilkelder onder het hotel in", vertelt ze. De 22 reisgenoten zouden maandag 9 oktober weer naar Nederland vliegen, maar dat liep anders. “Zondag en maandag zaten we lang in onzekerheid of we terug konden.” Dat bleek uiteindelijk niet het geval. “Gelukkig konden we die dagen wel even naar buiten om bijvoorbeeld een broodje te kopen.” Maar buiten was de situatie allesbehalve normaal. “De meeste winkels waren dicht en het was behoorlijk stil op straat.”

Op dinsdagavond kreeg de groep te horen dat ze die volgende ochtend naar Tel Aviv zouden vertrekken om daar met een militair vliegtuig naar huis te worden gebracht. Daarvoor rijdt het gezelschap zeventig kilometer vanuit Jeruzalem, dwars door Israël. “Onderweg hebben we gelukkig niets gezien wat aan oorlog deed denken.” Sterker nog: het viel haar op dat op het vliegveld alles verliep zoals normaal. “Als je hoort dat je gerepatrieerd wordt, denk je al snel dat dit via speciale routes gaat. Maar we konden ‘gewoon’ naar binnen op het vliegveld. Hebben daar zelfs vijf uur moeten wachten, terwijl je dan écht naar huis wil. Dat geeft enige stress.” Terugkijkend heeft de Nederlandse weinig angstige momenten gekend, vertelt ze. “Ik ben sowieso vrij nuchter daarin, maar we hebben als groep veel aan elkaar gehad.”

Niet abnormaal

Anders dan toen, is dat deze repatriëring plaatsvond terwijl commerciële vliegmaatschappijen ook nog gewoon vlogen. “Niet abnormaal”, weet Van Dijk. “Dat komt zelfs best vaak voor. Als er ergens in de wereld iets gebeurt en de MMU krijgt de opdracht tot evacuatie, repatriëring of het ophalen van troepen, dan komen we in actie. Een commerciële partij kan ondertussen ook nog steeds vliegen op die bestemming, want ze bepalen zelf of ze nog gaan of niet.”

De MRTT komt aan op Vliegbasis Eindhoven met de eerste repatriëringsvlucht.

Opgelucht

Uiteindelijk vertrekt de militaire A330 na tweeënhalf uur met 199 passagiers richting Eindhoven. “Het verliep eigenlijk vrij vloeiend”, vertelt Van Dijk. “We hebben nog wat langer aan de gate gewacht om extra mensen mee te kunnen nemen die nog onderweg waren.” Vanzelfsprekend waren de passagiers opgelucht dat ze aan boord zaten. “Maar pas toen ik omriep dat we het Israëlische luchtruim hadden verlaten, werd de stemming vrolijker. Toen besefte iedereen; het ligt nu echt achter ons”, aldus de copiloot.

De eerste passagiers stappen uit het toestel op vliegbasis Eindhoven.

Enorme voorbereiding

Aan deze operatie ging een enorme voorbereiding vooraf. Kolonel Cuppens: “Dinsdag 10 oktober rond 17.15 uur kregen wij de aanvraag om de volgende dag te vliegen. Diezelfde avond heb ik met de head flight operations een eerste planningsfase opgezet. De volgende ochtend kwamen we samen met het plannings- en analyseteam om te kijken of we de missie konden aanvaarden. Om acht uur ’s ochtends hebben we de crew gebriefd met de mededeling dat we zouden gaan.

Het is een gelukkig weerzien op Vliegbasis Eindhoven.

Omgebouwde tankvliegtuigen

De MRTT heeft negen toestellen waarvan er vijf op Vliegbasis Eindhoven staan en vier in Keulen. Ze zijn eigendom van de NAVO, maar zijn gefinancierd door zes deelnemende landen. Naast Nederland zijn dat Duitsland, België, Luxemburg, Noorwegen en Tsjechië.

Voorbereiding

En wanneer iets in sneltreinvaart geregeld moet worden komt het aan op ervaring. En dat weet de commandant van Vliegbasis Eindhoven, kolonel Jorrit de Gruijter, als geen ander. “Voor ons als Air Mobility Command is dit precies waar we op voorbereid zijn. Een dag als vandaag noemen we eigenlijk gewoon een woensdag”, zegt hij met een glimlach.” Zo ondersteunden ze onder meer de noodhulp naar Turkije en de uittocht uit Soedan.

‘De situatie in Israël is vrij volatiel, dat was de grootste uitdaging’

Ook voor copiloot Van Dijk en de bemanning zijn veel dingen routineus. “Maar het was nu echt anders dat we in een omgeving aankwamen waar niets zeker was en van alles kon gebeuren. We moesten ons op allerlei scenario’s voorbereiden.”

Kolonel Jorrit de Gruijter, commandant Vliegbasis Eindhoven (links) in gesprek met kolonel Cris van Dijk, die als copiloot fungeerde op de vlucht naar Tel Aviv.

Niet in de koude kleren

Maar hoe ervaren de collega’s ook zijn, de missie gaat de medewerkers niet in de koude kleren zitten. “Het doet zeker wat met onze mensen. Je hebt passagiers aan boord die, hopelijk, opgelucht zijn. Die lach en traan maken we vaker mee, maar wennen doet dat natuurlijk niet”, vertelt De Gruijter.

Ondanks zijn ruime ervaring kwalificeert copiloot Van Dijk de missie als ‘spannend’. “De opdracht kwam vrij laat binnen en we wisten ook niet precies wat er zich in Israël op dat moment precies afspeelde”, vertelt hij.  

Terugkijkend vond kolonel Cuppens de onvoorspelbare situatie op de grond een grote uitdaging, vertelt hij. “Toen we de opdracht kregen hebben we de situatie geanalyseerd. En dat zijn we blijven doen. Ook de ochtend erop, en daarna. Bijna elk uur.”  

Het MRTT-team bereidt de passagiers voor op de terugvlucht.