Tekst kapitein Saminna van den Bulk en 11 LMB
Foto sergeant Mike de Graaf
11 Luchtmobiele Brigade in Roemenië
Na de Russische inval in Oekraïne staan er tienduizenden extra NAVO-troepen aan de Oostflank. Nederland staat schouder aan schouder met bondgenoten om het NAVO-grondgebied te beschermen. Sinds kort ook in Roemenië, waar een nieuwe battlegroup uit de grond werd gestampt. “Wat als de NAVO wordt aangevallen? Dan gaan we er met de volle honderd procent voor.”
Korporaal-1 Ryan van 12 Charliecompagnie SOF Support vertelt over zijn missie in Roemenië
“Ik begon acht jaar geleden bij de pantserinfanterie. Met hen ben ik in 2016 naar Afghanistan geweest. Veel de poort uit, precies wat ik wilde. In 2018 volgde Litouwen. Beide uitzendingen waren top om mee te maken. Daarna viel het qua missie-inzet stil.” Hij staat voor de keuze: onderofficier worden? Of, zoals een goede vriend van hem aanraadt, zijn rode baret halen? Ryan kiest voor het laatste. “En dan ook bij een nieuwe eenheid: SOF Support. Leek me uitdagend.” Glimlachend voegt hij toe: “Ik heb geen moment spijt gehad.”
Ryan mag je inmiddels best een routinier noemen
Meer dan 1000 woorden
Nu staat Ryan in het Roemeense Cincu. Hij komt net uit het veld van een 24-uurs oefening, samen met de Fransen. Ryan is chauffeur van het voertuig waarmee de rode baretten zich door het veld bewegen, de CDI. Daarnaast is hij een ‘FAV-speccer’. “Specialist in foto, audio en video. Ook drones horen daarbij, al staat dat laatste nog wel in de kinderschoenen. Ik ben los op foto’s: ik heb een leuke cameraset. Als we een observatiepost inrichten, liggen we heimelijk en ondergronds. Door het jute heen focus ik met de camera op het observatiepunt. Ik leg vast welke objecten langskomen en wanneer. Een foto zegt meer dan duizend woorden. Het is informatie waar collega’s op het hogere dek echt iets mee kunnen.”
Gezamenlijke afschrikking
De Battle Group Forward Presence in Roemenië bestaat uit ongeveer 900 militairen en wordt geleid door de Fransen. 12 Charliecompagnie SOF Support van 11 Luchtmobiele Brigade vertrok begin augustus voor drie maanden naar Cincu. “Met onze aanwezigheid geven wij het signaal af dat we ons NAVO-bondgenootschap koesteren en dat we nauw samenwerken met onze partners. Een gezamenlijke afschrikking”, vertelt compagniescommandant majoor Pim. “Er is op dit moment geen sprake van directe dreiging, maar wij trainen altijd in het hoogste geweldsspectrum. We doen hier niets anders dan in Nederland.”
Mocht de NAVO daarom vragen, dan kan de battlegroup wel worden ingezet ter bescherming van het grondgebied van de verdragsorganisatie. Het is daarom belangrijk om te trainen ‘op het scherpst van de snede’. Komt het verzoek, dan is de battlegroup gereed om zo snel mogelijk te kunnen reageren. “We trainen eigenlijk voor een wedstrijd die we hopen nooit te hoeven spelen.”
‘We zijn allemaal vakmensen met ons eigen specialisme binnen de club’
Altijd en overal inzetbaar
Twee uitzendingen op zijn naam: Ryan mag je inmiddels best een routinier noemen. De aanloop naar deze missie was duidelijk wel anders. Het ging allemaal heel snel. De voertuigen moesten bij verschillende eenheden vandaan gehaald worden. “Normaal heb je een opwerktraject van een half jaar: tijd die we nu niet hadden. We zaten in Texas voor een oefening toen we hoorden dat we mogelijk naar Roemenië gingen. De situatie in Oekraïne en Rusland speelde volop. Mijn eerste gedachte? Yes! Ik ga eindelijk weer. Ook bij de laatste missie in Litouwen speelde er een bepaalde dreiging, al is die nu natuurlijk extremer sinds de inval. Het is de reden dat we hier zijn. Maar om te zeggen dat ik bang ben? Nee. Ik ben hier naartoe gekomen om te trainen met de mannen. Beter te worden in mijn werk en in ons optreden, te integreren in een Franse battlegroup en samen te werken met andere NAVO-partners.”
Ja, het scenario speelt wel in je hoofd. Wat als de NAVO wordt aangevallen? Dan gaan we er met de volle honderd procent voor. We zijn allemaal vakmensen met ons eigen specialisme binnen de club. We zijn continu gefocust op onze missie en bereid te handelen als dat van ons wordt gevraagd. Dat maakt dat je er wel anders in staat. Je bekommert je meer om kleine zaken. Neem die bakken, de CDI’S. Zijn die gereed? Is de uitrusting compleet? Als er op die knop wordt gedrukt, moeten we er als elk individu met al ons materieel klaar voor zijn.”
Primitief zonder poncho
“Vergeleken met vorige keren is dit wel de primitiefste missie tot nu toe. Qua ruimte en faciliteiten merk je dat de battlegroup pas net is opgestart. We liggen met vier man op een kamer, plus kasten. Elke zondag is poetsdag: je kunt je voorstellen dat het anders snel een bende wordt. Maar hé, het kan altijd erger. Je had ook onder een boompje kunnen liggen onder je poncho, terwijl je de hele dag uit je WOL-pakket (warme maaltijd, ontbijt, lunch) at. Het is maar hoe je in de wedstrijd staat. Het is hier geen hotel. We proberen het kamp wel eigen te maken. Vlaggen van de verschillende groepen hangen bij de containers. Het is net als de rode baret, het zorgt voor een band. Daarin zie ik wel een verschil met de pantserinfanterie: een sterk teamgevoel.”
Zo bekeken is eerste rotatie zijn wel weer goed voor de binding. “De sfeer onderling is echt heel goed. De meesten van ons zijn ervaren gasten: je weet wat je van elkaar kunt verwachten. En er wordt ontzettend veel gelachen.”
‘De sfeer onderling is echt heel goed’
Eigen ruimte
Het oefengebied van tientallen vierkante kilometer zit pal naast de militaire basis. “Ik denk dat we de komende tijd vooral kunnen benutten om beter te worden. In het oefengebied hiernaast kan je zowel met blanks oefenen als op de schietbaan staan. Scheelt weer een heel logistiek proces: je kunt er lekker snel zijn. Het terrein is hier ook heel anders dan thuis, dat biedt kansen. Binnenkort hebben we een bergtraining met de Roemeense militairen: dat kan best tof zijn. We leren van elkaar. En daarnaast doen we ons best om het kamp te verbeteren. We hebben bankjes gemaakt van pallets, creëren een ontspanningsruimte, gaan schuttingen neerzetten op de parkeerplaats. Zo blijf je lekker bezig.”
‘Binnenkort hebben we een bergtraining met de Roemeense militairen’
Berg verzet
Het huidige onderkomen van de militairen is tijdelijk. Op de basis in Cincu werkt het Genietaakteam al sinds begin juni met 66 mannen en vrouwen aan Camp Berthelot. Het gaat om een samengestelde eenheid van 102 en 103 Constructiecompagnie, 112 Pantsergeniecompagnie en 11 Geniecompagnie van 11 Luchtmobiele Brigade. Daarbij heeft Defensie de hulp van burgerbouwbedrijf Snijder BV ingeschakeld. Ook Belgische en Franse genisten helpen mee.
Allereerst heeft het team een complete heuvel (!) verwijderd door 100.000 kuub klei te verplaatsen. Op het terrein van drie voetbalvelden groot wordt nu beton gestort voor de parkeerplaats en de onderhoudslocatie. Daarachter beginnen de genisten met het plaatsen van 400 slaapcontainers. Een monsterklus. Korporaal-1 Emiel: “Je bouwt hier echt iets op, je weet dat dit nog jaren meegaat. Het is de eerste keer dat ik een project van zo’n grootte meemaak. Echt uniek. Hier onderdeel van uitmaken is supertof, zo’n kans krijg je nooit weer.” Volgens commandant Wouter loopt de club goed op schema: “Onze mannen en vrouwen werken keihard om de klus te klaren.” Camp Berthelot moet eind oktober gereed zijn.