04

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 14

Crime scene in de kofferbak

Tekst André Twigt
Foto Louis Meulstee

Duikoefening Defensie en Veiligheidsregio Utrecht

Een personenauto raakt met hoge snelheid te water. Getuigen zien twee inzittenden uit het voertuig kruipen en wegzwemmen. Het duo verdwijnt in de nacht. Wat op de bodem achterblijft is een grote verrassing. Het gaat hier niet om de opening van een spannende detectiveroman, maar een stukje uit het scenario van de onlangs gehouden multidisciplinaire duikoefening van de Veiligheidsregio Utrecht.

De oefening waaraan ook duikteams van brandweer, politie én Defensie meedoen, wordt in en op de plas van Strandzone Haarrijn gehouden. In dit Utrechtse recreatiegebied zorgen de verzamelde hulpdiensten voor wat opschudding. De overdaad aan dienstvoertuigen en de activiteiten met bootjes op het water doen sterk vermoeden dat het een crime scene is.

Dat klopt, een soort van, want in de kofferbak van het gezonken voertuig treffen politieduikers een stoffelijk overschot aan. “Is hier iets engs aan de gang”? Een dame-met-hondje heeft moeite haar nieuwsgierigheid te bedwingen. “Nee mevrouw, we zijn bezig met een oefening”, antwoordt majoor Joost Laman vrijwel automatisch. De regionaal militair adviseur hakt vaker met dit bijltje. “Ook bij een echte plaats delict zeggen we dat het een oefening is. Aan pottenkijkers heb je toch geen behoefte?”    

Een vierkoppig duikteam van het marineduikvaartuig Cerberus moet het ‘dode lichaam’ bergen. Naast werken op grotere diepten is het bergen van zwaardere objecten eveneens een specialisme van de Defensie Duikgroep (DDG), vertelt commandant luitenant-kolonel Sander Kool. “Basis hiervoor is het ruimen van munitie; een van onze hoofdtaken. Overigens wordt er voor advies ook regelmatig een beroep op ons gedaan.”      

Inmiddels heeft de politie nieuws. Een van de mannen uit het voertuig werd aangetroffen in een naburig industriepark. De ander is mogelijk verdronken. Naar hem wordt gezocht. Het duurt uiteindelijk nog uren voordat hij wordt gevonden.

“Vorig jaar was de DDG betrokken bij een zoekactie naar een vermiste duiker op de Vinkeveense Plassen”, gaat Kool in op de achtergrond van de exercitie. “Op een gegeven probeerden de politie- en een defensieduiker samen de duikrobot in de buurt van het stoffelijk overschot te krijgen. Uiteindelijk werd met de grijpers een lijn aan het lichaam bevestigd, zodat duikers het makkelijk konden vinden.” Een goed voorbeeld van civiel-militaire samenwerking en tevens de opmaat voor deze oefening een klein jaar later.  

Het is maar een slordig geklede paspop, maar toch lijkt die verdraaid veel op een echt slachtoffer. De achter de rug gebonden handen en getapete enkels, de vormeloze zwarte jas wekken de indruk dat de scenarioschrijvers wat voorkennis in het script stopten. “Bij civiel-militaire samenwerking worden ook wij veel gevraagd om verdronken of vermoorde mensen uit het water te halen”, vertelt Kool. “Om die gezamenlijke dienstverlening steeds verder te verbeteren, is deze oefening een goede voorbereiding op toekomstige nationale operaties.”

Van elkaar leren is een veel voorkomend thema bij zowel de veiligheidsregio’s als Defensie. Dat moet, want de techniek staat niet stil. Zo raakt Human Machine Teaming, oftewel de samenwerking tussen mens en robot, steeds meer in zwang. Sowieso bij het detecteren, classificeren als identificeren.

“Hiervoor beschikken we onder meer over de Remus duikrobot”, vertelt commandant Duikercompagnie luitenant ter zee 1 René Pouw. “Met deze sonar kun je tot op een diepte van rond de honderd meter vrij snel grote oppervlakken afzoeken. Een kleinere sonar die we in de bewapening hebben, is de Sea Wasp van de firma Saab. Met deze machine kun je nog nauwkeuriger werken.”

Locoburgemeester van Groene Hart-gemeente De Ronde Venen Rein Kroon (tweede van rechts) is bij de duikoefening present. Hij was het die vorig jaar bij Defensie aanklopte voor duikersteun om de Vinkeveense Plassen te doorzoeken. Aanvankelijk ging de aanvraag niet van een leien dakje. Vanwege prioritering was de noodzakelijke apparatuur elders dringend gewenst.

“Maar na een kleine interventie van de minister van Defensie was het binnen een half uur geregeld”, aldus Kroon. De tweede burgervader was hiermee geholpen, aangezien het intussen om een vermissingszaak van landelijke bekendheid ging. “Wat je zag was dat de samenwerking tussen Defensie en eenheden van de Veiligheidsregio mooie resultaten kan opleveren. En daar doe je het ten slotte allemaal voor.”