Tekst kapitein Jessica Bode
Foto sergeant-majoor Hille Hillinga
Majoor Mehmet Coban eerste docent op United States Military Academy
Alleen het neusje van de zalm mag hier studeren. De hoogleraren zijn de beste van het land en hebben ten minste een proefschrift op hun naam staan. Op de prestigieuze United States Military Academy (USMA), waar onder anderen president Eisenhower op school zat, is majoor Mehmet Coban (36) sinds kort de eerste Nederlandse docent ooit. En het is zelfs de bedoeling dat dit een vaste arbeidsplaats wordt.
‘Geen gebouwen van papier-maché, maar van asgrijs ‘ledgestone’ uit de bergen’
Dit ‘Harvard onder de militaire universiteiten’ ligt op een benijdenswaardige plek aan de Hudson River, verscholen in de Bear Mountains. Opgericht in 1801, is de hele hoofdcampus een aangewezen nationaal historisch monument. Het zou overigens ook het decor kunnen zijn van een Disney klassiekers of de hitserie Game of Thrones.
Alleen zijn de gebouwen niet van papier-maché, maar van asgrijs ‘ledgestone’ uit de bergen. Inclusief kantelen, torens, borstwering, puntgevels, ornementen en glas-in-lood. Verder schone paden, nauwelijks een blaadje op de grond. Hoe idyllisch en historisch het ook aanvoelt, er is ook gewoon een Starbucks, bioscoop, tientallen sportfaciliteiten en een enorme kapel. En af en toe komt er een club toeristen langs voor een rondleiding.
Select clubje
Onder de honderden professoren behoort luchtmachter Coban, die trouwens vloeiend Engels spreekt, tot het zeer selecte clubje niet-Amerikaanse docenten. Hij geeft hier sinds januari het vak ‘law of armed conflict’. “Oftewel humanitair oorlogsrecht”, verduidelijkt hij al wandelend over de campus. Constant groetend naar cadetten, die veelal met een grote beker koffie over het terrein lopen.
Hoe kwam Coban bij Defensie terecht?
Majoor Mehmet Coban werd geboren in Arnhem, als zoon van Turkse ouders. “Er zijn mensen met een migratieachtergrond die gediscrimineerd worden, maar ik heb dit zelf nooit ervaren. Ik zie het als pluspunt; ik spreek meerdere talen en weet veel van zowel de Nederlandse als Aziatische cultuur.”
Coban studeerde rechten in Tilburg. Daarna stond de driejarige beroepsopleiding voor advocatuur op de planning, maar dat liep anders. “Bij toeval kwam me de vacature van militair jurist onder ogen. Ik had altijd al een bovenmatige interesse voor Defensie, m’n scriptie had een militair karakter en er zitten veel militairen in de familie. Ik wist dat dit het moest zijn”, benadrukt de meester in de rechten.
Versterking
De Amerikaanse, militaire academie wil internationaliseren en een aantal prominenten heeft eerder gepleit voor onder meer Nederlandse versterking. “Van oudsher heeft Nederland een warme band met Amerika. Ons land is niet groot, maar wel invloedrijk”, verduidelijkt de majoor vanuit zijn kantoor op de campus in het stadje West Point, op anderhalf uur rijden van New York City.
Fabriek
Het is het streven om van deze eerste Nederlandse plaatsing een permanente functie te maken, die om beurten door een militair uit ons land wordt bekleed. “Ik moet dus een goede indruk achterlaten, zodat West Point ons hier graag wil. No pressure. De Nederlandse vlag hangt gelukkig al in de eetzaal.”
Een eetzaal die overigens niet onder doet voor ‘De Grote Zaal’ uit de filmreeks Harry Potter. Driemaal daags nuttigen ruim vierduizend cadetten hier hun maaltijd. Een soort fabriek, waar het werk dag en nacht doorgaat.
Hot topic
De militair praat niet graag over z’n eigen capaciteiten, maar doorvragen leert dat Coban voor deze functie is gevraagd vanwege de combinatie kennis, (uitzend)ervaring én een fijne persoonlijkheid. Collega’s en cadetten zijn buitengewoon in hem geïnteresseerd. Er hoeft maar een link met Europa of de NAVO te zijn en ze komen bij Coban uit.
‘Amerikanen zijn erg benieuwd naar ‘ons’ standpunt en wat ze aan ons hebben’
“De Russische invasie in Oekraïne is uiteraard een belangrijk onderwerp. Ik probeer het dagelijks mee te nemen in mijn lessen. Amerikanen zijn erg benieuwd naar ‘ons’ standpunt en wat ze aan ons hebben. Die internationale wisselwerking vind ik positief, omdat onderwerpen vanuit verschillende perspectieven kunnen worden bekeken.”
Ook vindt hij het belangrijk dat Amerikaanse cadetten, gemiddeld tussen de 18 en 23 jaar oud, ervaringen opdoen met andere nationaliteiten. “De meesten zijn Amerika nooit uitgeweest, maar in de toekomst kunnen ze over de hele wereld worden ingezet.”
Streng
De toelatingseisen voor dit oudste onderwijsinstituut van Amerika zijn hoog en de regels streng. Behalve uitmuntende cijfers, zijn een aanbeveling van een senator of congreslid en een ‘sollicitatiegesprek’ belangrijke voorwaarden. De acceptatiegraad is circa tien procent. Wie kinderen heeft, is uitgesloten van de opleiding en relaties zijn (officieel) niet toegestaan. “Ik heb me laten vertellen dat stelletjes soms direct na het afstuderen trouwen in de kapel op het terrein. Hoe dan ook; officieren-in-spe die de eindstreep halen, zijn met een diploma op zak verzekerd van een gouden toekomst.”
Denk maar niet dat er één cadet is die onderuitgezakt in de les zit
Dus denk maar niet dat er één cadet is die onderuitgezakt in de les zit. Laptops staan op tafel, telefoons ernaast, maar niemand die iets anders doet dan opletten. Er wordt nog geen Whatsappje gestuurd. Ergens wel logisch, want de gevolgen voor ‘uit de pas lopen’ zijn groot. Eén minuut te laat heeft al consequenties.
‘Ik zoek meer de dialoog met cadetten en schuw geen discussies’
Zendergericht
Op één cadet na is iedereen vanmorgen op tijd. Het klaslokaal is niet anders dan in Nederland. Rijen tafels achter elkaar, lambrisering op de muur. Het ouderwetse groene krijtbord is wellicht de enige uitzondering.
Nadat groepsoudste Skye Williams de klas om stipt 07.40 aanmeldt, kijken de cadetten serieus naar voren. Naar majoor Coban. Hij geeft twee tot vier dagen per week les. De rest van de tijd heeft hij nodig voor voorbereiding en nevenactiviteiten zoals gastcolleges, deelname aan symposia en de organisatie van conferenties.
“De Amerikaanse manier van lesgeven is zendergericht ‘frontaal onderwijs’”, legt Coban uit. “Ik zoek meer de dialoog met cadetten en schuw geen discussies. In het begin vonden de cadetten dat lastig. Bijna niemand durfde me te onderbreken of een vraag te stellen.”
Bedenktijd
Hoe eervol het ook is om voor deze functie te worden gevraagd, de alleenstaande militair had wel een paar dagen bedenktijd nodig. “In Amerika wonen, werken en onderdeel zijn van de maatschappij is totaal anders dan Nederland. Bovendien ben ik een familiemens. Het is heel wat om iedereen achter te laten en naar de andere kant van de ‘grote plas’ te verhuizen. Maar ik realiseerde me al snel dat het een unieke kans is waarvan ik spijt zou krijgen als ik het niet zou doen.”
Permanente functie
En daar zit hij dan. Geplaatst in West Point, woonachtig in het gehucht Nanuet tussen Manhattan en de militaire academie. De regio is een bekende toeristische hotspot. Coban is het alleen nog niet gelukt de omgeving te leren kennen. “Ik ben hier al sinds oktober vanwege alle voorbereiding. Het ging om een nieuwe functie waarvoor veel geregeld moe(s)t worden. Van het aanvragen van een Amerikaanse bankrekening als non-US citizen (uitdaging!) tot het kopen van een auto. Nu alles vrij gestaag verloopt, hoop ik binnenkort meer van het land te zien.”
‘Het voetbalstadion is er een waar de Eredivisie jaloers op zou zijn’
Topsport
De vrije uurtjes die Coban momenteel heeft, besteedt hij als mentor voor de Europese cadetten. Of aan sport. Want sporten is hier heilig! Wie dit niet doet hoort er niet bij. En dan hebben we het niet over een beetje gewichtheffen of een rondje hardlopen.
Het gaat om topsport. Er zijn regelmatig wedstrijden of competities tegen andere universiteiten en het voetbalstadion is er één waar de Eredivisie jaloers op zou zijn. Er worden zo’n tweeduizend verschillende sporten aangeboden. Van lacrosse en duiken tot schaak en cricket. “Ik boks graag en ben zijdelings betrokken bij de ‘boxclub’”, vertelt Coban.
Loftrompet
Maar zijn er, na het steken van de loftrompetten, ook negatieve punten te noemen? “Het vette eten, daar kan ik maar moeilijk aan wennen. En de kou.” Dat is het? Écht niets meer op te noemen? “Nee! Ik voel me hier als een vis in het water. Ga met een glimlach naar werk. Als ik beeldbel met vrienden en familie zeggen ze dat ik straal. Dat zegt iets. Het is een interessant avontuur.”