Tekst Leo de Rooij
Foto Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 08
Terugkijker
Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een bepaalde gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties met globale impact.
Om het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten en weinig stilstaan bij ons verleden. In deze vierde aflevering staat 4 maart 1590 centraal: het Turfschip van Breda.
We hebben het allemaal moeten leren tijdens de geschiedenisles: de Tachtigjarige Oorlog die speelde tussen 1568 tot 1648. De list met het Turfschip van Breda is een van de bekendste voorvallen uit die oorlog. De slimme inname van Breda op 4 maart 1590 was niet alleen een militaire, maar vooral ook een morele overwinning voor de troepen van Maurits van Nassau, de latere prins van Oranje.
Schrikbewind
De Tachtigjarige Oorlog begint als de Nederlanden in 1568 in opstand komen tegen het schrikbewind van de Spaanse hertog van Alva. Dit leidde in 1581 tot de formele onafhankelijkheidsverklaring en in 1587 tot de stichting van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Als reactie begonnen de Spanjaarden met een offensief. Onder meer Breda werd vrijwel direct ingenomen. Na de moord op Willem van Oranje in 1584 leek het een kwestie van tijd voordat de opstand onderdrukt zou zijn. De 18-jarige Maurits nam het commando over de troepen over, maar het leger van de graaf was militair te zwak om de stad Breda te heroveren. De Spanjaarden hadden echter na de vernietiging van de Spaanse Armada een dusdanige tegenslag opgelopen dat zich voor Maurits nieuwe mogelijkheden openden.
Schipper
In februari 1590 werd Maurits benaderd door de schipper Adriaen van Bergen uit Leur. Die had een plan om de stad in te nemen: als schipper vervoerde hij regelmatig turf naar het Kasteel van Breda, waar de Spaanse troepen gelegerd waren. Omdat hij daar zo vaak kwam, werd zijn schip niet meer gecontroleerd. Hij zou op deze manier een leger het kasteel binnen kunnen smokkelen, naar het idee van het Paard van Troje.
Verslapen
Maurits zag wel wat in het idee en liet Johan van Oldenbarnevelt de details rondom de uitvoering regelen. Van Oldenbarnevelt benoemde Charles de Héraugière tot bevelhebber. Op 25 februari 1590 stond De Héraugière samen met 75 man klaar om ingescheept te worden. Schipper Van Bergen had zich echter verslapen en kwam veel te laat opdagen. Besloten werd de volgende dag een nieuwe poging te wagen. Ditmaal zag Adriaen van Bergen de operatie niet meer zitten, hij trok zich terug. Twee neven waren echter bereid om de taak over te nemen en de manschappen scheepten zich in.
Koukleumen
Aanvankelijk verliep de operatie met enkele forse tegenslagen. Door het barre weer duurde het ruim twee dagen voordat Breda bereikt werd. Al die tijd zaten de soldaten in de kou te wachten. Pas op 3 maart 's avonds laat werd de grachten van Breda binnengevaren. Het schip werd naar de waterpoort van het Kasteel geloodst. Eenmaal binnen Breda dreigde een ramp: bij een botsing raakte het schip lek en slechts door hard te pompen werd voorkomen dat het schip zonk.
Carnaval
Rond middernacht kwamen de soldaten tevoorschijn uit het ruim. De bezetters van het kasteel werden compleet overrompeld. Hoewel ze zes keer meer mannen hadden, vluchtten de bezetters weg of werden ze gevangengenomen.
Andere lezingen van het verhaal zeggen dat het kasteel van Breda op dat moment een minimale bezetting had, doordat de Spanjaarden in de stad carnaval vierden. Op 4 maart trok Maurits Breda binnen, waarna de bezetters zich definitief overgaven. De Spanjaarden probeerden direct de stad weer te heroveren, maar door kordaat ingrijpen van Van Oldenbarnevelt, die de stad direct liet bevoorraden, werd dat voorkomen. De inname van Breda vestigde definitief Maurits' reputatie als krijgsheer.
Heden
Aan het Chasséveld in Breda Centrum lag vroeger een zalencentrum dat het Turfschip heette. Na de sloop ervan is er een complex van appartementen, kantoren en een bioscoop gebouwd dat ook de naam Turfschip heeft.
In de gemeente Etten-Leur, de geboorteplaats van Adriaen van Bergen, is een activiteitencentrum met de naam Turfschip. Niet ver daarvandaan is een plein vernoemd naar Adriaen van Bergen. In Breda is een straat naar hem vernoemd, vlakbij de locatie waar het turfschip de stad binnenvoer. Het Kasteel van Breda huisvest de huidige Koninklijke Militaire Academie (KMA).