Tekst Martin Zijlstra
Foto Sergeant-majoors Maartje Roos en Hille Hillinga, sergeant Jan Dijkstra | video: adjudant Richard Frigge

Luchtmacht patrouilleert boven Polen

Sinds vorige week patrouilleren onder meer Nederlandse F-16's en F-35's boven Polen in het kader van de NAVO-luchtverdediging. Dit is een reactie van het bondgenootschap op de Russische invasie in Oekraïne. Hoe werkt zo'n gezamenlijke luchtverdedigingsoperatie? De Defensiekrant zet alles op een rijtje. 

1. Het begin: bondgenootschappelijke luchtverdediging 

Belangrijk moment in de geschiedenis van de bondgenootschappelijke luchtverdediging is 1958. Toen startten Nederland, België en Duitsland een project om de luchtverdediging drastisch te verbeteren. Dat was nodig omdat de straaljagers van die tijd steeds sneller konden vliegen en er dus steeds minder tijd was om te reageren op een aanval van vijandelijke vliegtuigen. In die tijd ging het, wrang genoeg, ook al om Russische vliegtuigen want die werden in de Koude Oorlog net als de vliegtuigen van de andere landen van het Warschau Pact gezien als een grote bedreiging.

De J-063 vertrekt naar Polen. Met dit toestel schoot een luchtmachtvlieger in 1999 een Servisch gevechtsvliegtuig neer.

2. Quick Reaction Alert geactiveerd

Het initiatief van de drie landen leidde tot het NATO Air Defense Ground Environment; een keten van 84 radarstations op de grond, van Noorwegen tot Turkije. De stations leverden simpel gezegd hun waarnemingen aan gevechtsleiders. Zij stuurden klaarstaande jachtvliegtuigen, de zogenoemde Quick Reaction Alert (QRA), op de binnendringers af.

QRA

Hoewel de wereld sindsdien drastisch is veranderd, bestaat de QRA nog altijd. Om de integriteit van het luchtruim van de NAVO te garanderen, staan er 24/7 jachtvliegtuigen klaar om binnen enkele minuten op te stijgen en een onbekende dreiging te identificeren. Het Nederlandse luchtruim wordt ook op deze manier bewaakt, waarbij Nederland en België afwisselend zorgen voor de Quick Reaction Alert. Op dit moment ligt deze taak bij ons land, de F-16's van Volkel bewaken het luchtruim van de Benelux.

Air policing toonbeeld gezamenlijke verdediging

3. AWACS toegevoegd

In 1982 voegde de NAVO, aan het reeds bestaande assortiment radarstations op de grond, vliegende radarstations toe. De E-3 Airborne Warning And Control Stations (AWACS). Speciaal bedoeld om laagvliegende straaljagers te ontdekken.

Het eerste Boeing E-3A AWACS radarvliegtuig op de NAVO-vliegbasis Geilenkirchen in Duitsland op 31 maart 1982. Foto: NIMH.

4. Nieuwe fase: air policing

Kort na de eeuwwisseling komt er een nieuwe vorm van luchtverdediging bij: air policing. De aanleiding hiervoor was het feit dat sommige NAVO-staten niet beschikten over eigen jachtvliegtuigen om hun luchtruim te verdedigen. Bij air policing is het de bedoeling dat andere landen van het bondgenootschap drie maanden vliegtuigen leveren die dan in het missiegebied klaar staan om in te grijpen. Inmiddels gebeurt dat in Polen, Roemenië, Bulgarije, de Baltische Staten en op IJsland. Nederland stuurde in 2005 (Litouwen), 2014 (Polen) en 2017 (Litouwen) F-16's naar de oostgrens van het NAVO-gebied voor zo'n missie.  

Air policing onderschept Oekraïense Su-27 Flanker

Op de eerste dag van het huidige conflict tussen Rusland en Oekraïne onderschepten Roemeense F-16's tijdens hun air policing patrouille een Su-27 Flanker van de Oekraïense luchtmacht die op zoek was naar een plaats om te landen. De straaljager kon op dat moment niet meer terug naar zijn thuisbasis omdat die door de Russen was gebombardeerd. Uiteindelijk is het vliegtuig afgelopen dinsdag teruggevlogen naar Oekraïne. Foto: Roemeense ministerie van Defensie.

5. Verzoek om extra bijdragen

In de afgelopen maanden liep de spanning rond Oekraïne steeds meer op en de NAVO heeft haar lidstaten gevraagd met extra vliegtuigen bij te dragen aan de nog steeds bestaande air policing missies. Dit resulteerde in de verplaatsing van meer jachtvliegtuigen naar de oostflank ter versterking van de daar al opererende toestellen. Het gaat om ruim honderd jachtvliegtuigen waaronder Amerikaanse en Italiaanse F-35’s, Duitse Eurofighters en Franse Rafales.

Ook wordt er een veelheid aan ondersteunende vliegtuigen ingezet, bijvoorbeeld om de jachtvliegtuigen bij te tanken of informatie te verzamelen.

Een F-35 keert terug op thuisbasis Leeuwarden na een patrouille boven het 1.100 kilometer naar het oosten liggende Polen. De Nederlandse vliegtuigen rouleren samen met collega's uit andere landen.

Russische invasie in Oekraïne

Na de Russische Invasie in Oekraïne nam het aantal NAVO-vliegtuigen voor de luchtverdediging verder toe. Ze staan deels op de grond klaar in de Baltische staten, Polen, Roemenië en Bulgarije, deels wordt er ook in de lucht gepatrouilleerd. Nederland stelt acht gevechtsvliegtuigen ter beschikking. Omdat deze vliegtuigen altijd in tweetallen opereren, zogenoemde ‘pairs’,  gaat het om twee keer twee F-35's van Vliegbasis Leeuwarden en twee keer twee F-16's van Volkel. De toestellen stijgen telkens op van hun thuisbasis en vliegen naar Polen. Daar doen ze hun zogenoemde 'combat air patrols' en keren daarna huiswaarts. Tijdens hun missie worden ze op gezette tijden in de lucht van brandstof voorzien door onder meer MRTT tankvliegtuigen van de Multinational MRTT Unit in Eindhoven en Keulen (Duitsland).

De tekst gaat verder onder de video van het vertrek van een F-35 naar omgeving Polen om daar te patrouilleren. 

Om al die vliegactiviteiten in goede banen te leiden heeft de NAVO een roulatieschema opgesteld en neemt ieder land dat meedoet een deel van de tijd voor zijn rekening. Ook Nederlandse vliegtuigen draaien op die manier hun diensten aan de oostgrens van het bondgenootschap.

De toestellen worden tijdens hun vlucht aangestuurd door, in dit geval, het Combined Air Operations Centre van de NAVO in de Duitse plaats Uedem. In dit operatiecentrum (een kilometer of vijftien van de Nederlandse grens bij Venray) werken circa tweehonderd militairen uit achttien landen om de missies te plannen en te ondersteunen bij de uitvoering. Het operatiecentrum bepaalt welke actie de vliegers in de lucht moeten nemen en beslist in het uiterste geval dus ook of een vlieger moet schieten. Naast die in Uedem is er ook zo’n operatiecentrum in het Spaanse Torrejón vlakbij Madrid. De een neemt het luchtruim ten noorden van de Alpen voor zijn rekening, de ander ten zuiden van de Alpen.

Volledig bewapend

De acht Nederlandse gevechtsvliegtuigen die Nederland momenteel beschikbaar stelt voor de bewaking van het NAVO-luchtruim zijn altijd volledig bewapend. De Nederlandse F-16's en F-35's gebruiken voor deze taak lucht-lucht raketten van het type AIM-120 AMRAAM en AIM-9X Sidewinder. De AMRAAM richt zich met radar naar het vijandelijke vliegtuig. De Sidewinder richt zich met een infraroodsensor naar de hitte van de motor van de tegenstander.

De F-16 is bewapend met onder meer twee AIM-120 lucht-lucht AMRAAM raketten onder de linkervleugel. Rechts: de operatie gaat ook in het donker door.