Tekst Martin Zijlstra
Foto NAVO, Amerikaanse strijdkrachten
Bondgenootschap bereidt zich voor op eventualiteiten
De NAVO-landen trekken samen op bij het bezweren van de crisis rond Oekraïne. En dat is nodig, want zowel in het hoofdkwartier van de NAVO in Brussel als in de Europese hoofdsteden wordt de situatie zorgwekkend genoemd. Dat vraagt niet alleen om de juiste politieke en diplomatieke actie, ook moet het bondgenootschap militair voorbereid zijn op alle eventualiteiten.
Roemenië en Bulgarije ontvangen al geruime tijd hulp van eenheden uit andere NAVO-landen, maar nu wordt die uitgebreid. Zo stuurde Duitsland drie Eurofighters naar Roemenië om samen met de daar gestationeerde Italiaanse Eurofighters en de Roemeense luchtmacht te zorgen voor de luchtverdediging. Dezelfde taak die onze F-35's de komende maanden samen met Spaanse Eurofighters vanuit Bulgarije op zich nemen. Ook het aantal militairen op de grond in beide landen wordt uitgebreid. Onder anderen met enkele duizenden Amerikanen.
Baltische staten
In Estland, Letland, Litouwen en Polen zijn al langere tijd NAVO-eenheden gestationeerd. Dit is een signaal aan Moskou, maar ook een geruststelling voor de lokale bevolking. Nederland is in die hoedanigheid sinds 2017 onderdeel van de enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen. In november vorig jaar werd besloten deze missie met drie jaar te verlengen. Tegelijkertijd wordt het aantal militairen dat ons land ter beschikbaar stelt later dit jaar verhoogd van 270 naar 350.
Extra militairen
Ook andere landen breiden hun aanwezigheid in de Baltische staten en Rusland uit. Een paar voorbeelden: onze oosterburen maakten afgelopen week bekend op korte termijn 350 extra militairen naar Litouwen te sturen. Dat brengt het totaal aantal Duitsers op ongeveer duizend.
Groot-Brittannië heeft ondertussen het plan om het aantal militairen in Estland tijdelijk te verdubbelen door de geplande aflossers eerder die kant uit te sturen. Het gaat om 850 militairen waarmee het totaal op 1.700 komt. Inmiddels zijn ook de eerste eenheden van de Amerikaanse 82ste Airborne Division in Polen gearriveerd. Het gaat op dit moment om bijna tweeduizend extra Amerikanen.
En dan nog Denemarken. Met het oog op de belangen in de Oostzee stationeert het land twee F-16's op het eiland Bornholm. Daarnaast brengen ze de ‘alarmeringstijd’ van een landmachtbataljon terug van dertig dagen naar een Notice to Move van een tot vijf dagen. Ook maken de Denen een fregat gereed, om snel in te zetten in de wateren rondom het eigen land. Die maatregelen zijn volgens de Deense Commandant der Strijdkrachten bedoeld om snel te kunnen reageren als de situatie daarom vraagt.
Luchtverdediging
Zoals hierboven wel duidelijk wordt gaat het er vooral om de bestaande gereedstelling te optimaliseren. Niet alleen om klaar te zijn voor welke opdracht dan ook, maar vooral om de bestaande taken uit te kunnen blijven voeren. Een voorbeeld daarvan is de Air Policing luchtverdedigingsmissie in verschillende delen van Europa, waarbij gevechtsvliegtuigen 24/7 klaarstaan om onbekende (Russische) vliegtuigen te onderscheppen. Dat was vorige week nog een paar keer nodig.
Vlootverband
Niet alleen in de lucht en op het land, maar ook op zee is van alles gaande. Zo levert onze Koninklijke Marine schepen aan twee verschillende NAVO-vlootverbanden. Een daarvan is de Standing NATO Maritime Group One (SNMG1), die onder Nederlands commando staat. Bij SNMG1 is het fregat Zr.Ms. Van Amstel aangesloten, dat onlangs de Rotterdam heeft afgelost. De mijnenjager Zr.Ms. Schiedam wordt toegevoegd aan het in mijnenbestrijding gespecialiseerde NAVO-vlootverband Standing NATO Mine Countermeasures Group 1.