Tekst kapitein Bianca Brasser en luitenant-ter-zee 2OC (SD) Joost Margés
Foto sergeant Jan Dijkstra
‘We leven in een tijd van spanning en dreiging’
Ruim een week zijn minister Kajsa Ollongren (D66) en staatssecretaris Christophe van der Maat (VVD) op functie bij Defensie. De spanningen tussen Rusland en Oekraïne lopen hoog op en de roep om een zelfredzaam Europa klinkt steeds luider. Dat terwijl de Nederlandse krijgsmacht piept en kraakt en er sprake is van een groot personeelstekort. Het goede nieuws is dat het nieuwe kabinet 10,7 miljard euro extra in Defensie investeert. Wie zijn onze nieuwe bewindslieden en wat zijn hun plannen?
Waarom zei u ‘ja’ tegen deze functie?
Ollongren: “Ik ben geïnteresseerd in vraagstukken die betrekking hebben op vrede en veiligheid. De afgelopen jaren heb ik als minister van Binnenlandse Zaken door de ogen van de inlichtingendiensten naar de wereld kunnen kijken. Ik was onder meer verantwoordelijk voor de AIVD. Nu voor de MIVD. Er komen verschillende dreigingen op ons af, het is belangrijk dat we ons hiertegen wapenen. Ik ben blij dat het regeerakkoord ambitieus is op het gebied van Defensie.”
'Straaljagers vanaf een Duitse NAVO-basis knalden vaak over mijn basisschooltje'
Van der Maat: “Het veiligheidsthema raakt mij intrinsiek. Daarbij is de wereld enorm in beweging. Ik ben opgegroeid in Limburg. Straaljagers vanaf een Duitse NAVO-basis knalden vaak over mijn basisschooltje. Dan vraag je je als kind af: waarom al die herrie? Ik leerde toen al dat vrede en veiligheid niet vanzelfsprekend zijn. Bij mijn studiekeuze dacht ik aan de Politieacademie of de Koninklijke Militaire Academie. Het werd Bestuurskunde en Internationaal Recht. Toen ik gevraagd werd als staatssecretaris voor Defensie, dacht ik: ja, dit is het moment om alsnog in het veld te staan en mee te helpen aan vrede en veiligheid. Dat voelt goed.”
Minister Ollongren, u was vorige week bij de EU-Raad. Was het een sprong in het diepe?
Ollongren: “Ja en nee. In mijn eerdere functies woonde ik al veel Europese vergaderingen bij. Nu heb ik natuurlijk wel te maken met nieuwe collega’s en nieuwe onderwerpen. We leven in tijden van spanning en dreiging. Als Europa willen we beter in staat zijn om in crisissituaties zelf te acteren. Dat is niet alleen een Nederlandse of Europese ambitie, maar ook die van de Amerikanen.”
'We hopen de situatie via dialoog en diplomatie te de-escaleren'
U komt nogal op een moment binnen. Als we kijken naar Rusland en Oekraïne, het kan zomaar verkeerd gaan. En dan staat u daar, brand new…
Ollongren: “Ik ben nieuw, de defensieorganisatie niet. Maar ik maak me zeker heel grote zorgen om de ontwikkelingen. De situatie is onvoorspelbaar. We moeten overal op voorbereid zijn, dat heb ik vorige week ook bij de EU-Raad gezegd. We kunnen niet in het hoofd van Poetin kijken, maar alle scenario’s moeten uitgedacht zijn. Van sancties tot kijken naar de operationele gereedheid van de NAVO. Dat heeft nu de hoogste prioriteit. We hopen de situatie via dialoog en diplomatie te de-escaleren. Tegelijkertijd is het belangrijk voorbereid te zijn op het onwenselijke scenario dat gesprekken niet slagen. Daarom zetten we ook in op afschrikking en verdediging.”
Wat betekent dit voor onze krijgsmacht?
Ollongren: “We zitten al in Litouwen. Dat is in het licht van de actualiteit een heel belangrijke inzet. We hebben met de hele NAVO gekeken waar we mogelijkerwijs kunnen versterken. We moeten met één stem spreken, één front vormen en dat laatste vooral ook laten zien. Gisteren heb ik een Kamerbrief verstuurd waarin onder meer staat dat Nederland twee F-35 jachtvliegtuigen naar Bulgarije stuurt voor de periode april-mei 2022. Nederland stelt ook een amfibisch transportschip, inclusief landingsvaartuigen en helikopters, en twee landgebonden eenheden gereed voor de snelle reactiemacht van de NAVO.” (Lees in het openingsartikel in deze Defensiekrant meer over de nieuwe Nederlandse inzet, red.)
U pleit niet voor een Europees leger. Wel voor intensievere samenwerking. Wat is het verschil?
Ollongren: “Ik maak dan de vergelijking met de NAVO. Dat is een bondgenootschap dat voor de collectieve verdediging moet zorgen. Daar maken wij onderdeel van uit, maar er is ook geen NAVO-leger. We weten wel dat we op elkaar kunnen rekenen. Als er een conflict speelt binnen Europa, dan zou je toch graag willen dat de Europese landen zelf in staat zijn dat op te lossen. Daar moeten we aan bouwen. Dat betekent geen Europees leger, maar wel een samenwerking binnen Europa waarin landen afspreken: wij zijn bereid met elkaar op te treden als dat nodig is.”
Wat is het verschil met de EU-Battlegroups, snel inzetbare eenheden van de EU, die we al kennen sinds 2004?
Ollongren: “We bespreken nu hoe we de EU-Battlegroups kunnen versterken en verbeteren. Dat noemen we dan de EU Rapid Deployment Capacity. Een samenwerking waarmee we vijfduizend Europese militairen snel kunnen inzetten.”
Welke andere gebieden hebben de aandacht?
Ollongren: “Terwijl de ogen van de wereld zich op één plek richten, zijn er ook spanningen en ontwikkelingen in tal van andere gebieden, zoals rond China en in Afrika. En dan hebben we het nog niet over cyber en de ruimte gehad; dat zijn de nieuwe dimensies die ingezet kunnen worden als militair middel. Daar moeten we ons ook tegen wapenen. Cyberdreiging kan een enorm verlammende werking hebben. Dit alles geeft ook de complexiteit van ons werk aan, in de wereld waarin we leven. We zijn blij dat we met extra investeringen een flinke stap kunnen zetten; passend bij de rol die we willen spelen.”
Defensie kan deze kabinetsperiode rekenen op 10,7 miljard euro extra, 3 miljard structureel. Is dat genoeg?
Van der Maat: “Het is een goede stap voorwaarts. Best wel apart; aan de ene kant is het fors, maar aan de andere kant ligt er de Defensievisie 2035, die een beeld schetst van wat er in de ideale wereld eigenlijk nog meer bij zou moeten komen. Maar als je kijkt naar waar we vandaan komen, dan is 3 miljard structureel erbij een hele stevige stap. Nu is het aan ons om dat geld ook goed te besteden.”
Ollongren: “Met het nieuwe budget zetten we een forse stap op weg naar 2 procent van het bruto binnenlands product dat een NAVO-land zou moeten investeren in zijn krijgsmacht. In 2024 voldoen we aan het Europees gemiddelde en dan zit je als NAVO-partner toch lekkerder aan tafel.”
Van der Maat: “Daarnaast is het belangrijk aan de slag te gaan met het vastgoed van Defensie. Een overgroot deel daarvan is, zoals bekend, sterk verouderd. Er is nu geld beschikbaar gesteld om onder andere achterstanden weg te werken en het vastgoed toekomstbestendig te maken. Dat doen we aan de hand van drie sporen: concentreren, verduurzamen en vernieuwen. Zo krijgen we minder versnippering en vindt er bovendien een stevige verduurzaming plaats. We hebben nog geen besluiten genomen, maar weet dat ik dit dossier bovenaan mijn prioriteitenlijst heb staan.”
'Ik voel aan alles dat iedereen er klaar voor is om stappen te maken'
In de livestream met het personeel, afgelopen maandag, waren de arbeidsvoorwaarden een belangrijk onderwerp. Hoe nu verder?
Van der Maat: “Topprioriteit is het overleg met de bonden, om ervoor te zorgen dat we de 500 miljoen voor de verbetering en modernisering van de arbeidsvoorwaarden, het loongebouw (afkomstig uit 1917!) en het nieuwe personeelsmodel geactiveerd krijgen. Dat er rechts onderaan het loonstrookje een plus zichtbaar wordt. Ik voel aan alles dat iedereen er klaar voor is om stappen te maken: de bonden en wij als Defensie.”
Er is een schrijnend personeelstekort. Het is de opeenvolgende kabinetten niet gelukt om dat op te lossen. Waarom lukt het u wel?
Van der Maat: “Wij weten niet of het ons wel gaat lukken, maar we gaan er heel hard ons best voor doen. We gaan samen de randvoorwaarden creëren om het te laten lukken. Bij Defensie kunnen we een aantal stappen voorwaarts maken. Zoals genoemd: het salarisstrookje en het loongebouw. Werkgelegenheid is verder een breed probleem dat heel Nederland raakt. We werken aan het creëren van aantrekkelijke loopbaanpaden binnen de organisaties die Nederland veiliger maken. Dus Defensie, maar denk ook aan de politie en andere organisaties: veilig Nederland als werkgeversnetwerk.”
Ollongren: “We hebben veel mensen nodig en moeten dus veel verschillende groepen aanboren. Ook mijn indruk is dat we meer vrouwen kunnen gebruiken bij Defensie. Het werk is mooi en superinteressant en vrouwen zijn hier ook zeer geschikt voor, ondanks dat dit werk nog weleens een ‘mannelijke’ uitstraling heeft.”
Van der Maat: “Er is expertise op veel verschillende gebieden nodig. Er zit een grote groei in de IT- en cyber-sector; die vormen alleen al een arbeidsmarkt op zich. We hebben iedereen nodig; jong, oud, man, vrouw en ga zo maar door. Breed samengestelde teams zijn ook de beste teams en deze teams zorgen daarbij voor sociale veiligheid. Wij moeten daarbij nadenken over het invoeren van bijvoorbeeld generieke streefcijfers. Er zijn nog te veel plekken om in te vullen. Daarbij willen we ook een afspiegeling zijn van de maatschappij. Halen we die streefcijfers vervolgens niet, dan moeten we daar echt een goede verklaring voor hebben.”
'Ik wil straks kunnen zeggen dat de operationele gereedheid hoger is'
Waar bent u aan het einde van deze regeerperiode trots op?
Ollongren: “Als het ons gelukt is om de ambities uit het coalitieakkoord waar te maken en de middelen die beschikbaar zijn gesteld op de best denkbare manier hebben ingezet. We gaan daarmee aan de slag en zullen dat opschrijven in de Defensienota. Defensie is een grote uitvoeringsorganisatie, dus we moeten de mannen en vrouwen in staat stellen om hun werk goed te doen. Met de best mogelijke uitrusting. Ik wil straks kunnen zeggen dat de operationele gereedheid hoger is, zodat we datgene kunnen doen wat nodig is. Voor Nederland, de NAVO en Europa.”
Van der Maat: “We staan op een turning point. We hebben drie jaar de tijd om met serieuze investeringen iets te veranderen. Dus niet alleen ‘houden wat we hebben’, maar een vernieuwingsslag maken. Zodat we over drie jaar kunnen zeggen dat we de juiste keuzes hebben gemaakt die, gezien de dreiging, de krijgsmacht nog beter in staat stellen om Nederland veilig te houden.”
Tot slot, u mag 24 uur aanhaken bij een eenheid van Defensie. Welke wordt het?
Ollongren: “Ik hou ontzettend van wintersport en kou. In de live chat met het personeel zei ik deze week dat ik graag een koudweertraining in Noorwegen meemaak. Dat heeft al tot uitnodigingen geleid. Ik denk dat het gaat lukken.”
Van der Maat: “Als kind had ik de kalender van Defensie op mijn kamer hangen. De maand waarop de foto van de Apache stond, liet ik altijd langer hangen. Echt een mooi ding. Daarin meevliegen, zou heel leuk zijn.”
Kajsa Ollongren (54)
Getrouwd, moeder van twee zonen.
Studie: Geschiedenis.
Vorige functie: minister van Binnenlandse Zaken en vicepremier.
Hobby’s: skiën, snowboarden, schaatsen, langlaufen en lezen.
Christophe van der Maat (41)
Getrouwd, vader van een zoon.
Studie: Bestuurskunde en Internationaal Recht.
Vorige functie: lid van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en eerste loco-commissaris van de Koning.
Hobby’s: hardlopen, padel, tijd doorbrengen met gezin; boomhutten bouwen met zoon.