Tekst kapitein Jessica Bode
Foto Mediacentrum Defensie
Wat voor werk doe je dan?
Er zijn van die beroepen waarvan je geen idee had dat ze bij Defensie bestaan Denk aan een drinkwaterspecialist, magazijnmedewerker of dierenarts. En toch heeft de krijgsmacht deze mensen wel degelijk in dienst. Daarom sprak de Defensiekrant met drie reservist-dierenartsen, want wat doen zij precies?
De militair dierenarts wordt al sinds het begin van de twintigste eeuw ingezet. Al zijn dat sinds 1973 geen beroepsmilitairen meer, maar reservisten. “De behoefte nam af en de veterinaire rollen werden ingevuld door dienstplichtig officieren. Sinds 2011 groeit de vraag naar deze specialistische kennis weer. Het is alleen niet nodig om er fulltime militairen voor aan te nemen, dus wordt het werk door reservisten gedaan”, legt reservist-dierenarts majoor Joris Wijnker uit.
Waterkennis
Hij en zijn twaalf collega’s worden dus projectmatig ingezet. “Bij dierenartsen denk je al snel aan de verzorging van zieke dieren, maar dat is slechts het kleinste deel van het werk”, legt Wijnker uit. “Een enkeling houdt zich bezig met de levende have zoals lastdieren, paarden en werkhonden.”
Los van de reguliere dierenzorg worden de dierenartsen bijvoorbeeld ook betrokken bij de gezondheidszorg voor militairen. Denk aan het voorbereiden op een uitzending: hoe kun je jezelf redden in de natuur, wat kun je wel en niet eten en alles op het gebied van transporthygiëne. “Maar we geven ook verschillende opleidingen en cursussen en adviseren bij biologische oorlogsvoering. Zoals tijdens de oefening Trident Juncture”, voegt Wijnker toe.
Melle van Schaik (40) keerde na zes jaar als marinier terug als reservist-dierenarts bij de marine. Bovendien is hij paardenarts in een praktijk op de Veluwe.
“Ik werk gewoon in een praktijk, maar als het Korps Mariniers mijn expertise nodig heeft wil ik er voor ze zijn. Het is altijd op vrijwillige basis. Het wordt wel betaald, maar ik kan ook ‘nee’ zeggen tegen de klus.”
Majoor Melle van Schaik vindt het fijn om op deze manier bij de marine te werken. “Ik ken de weg, de mensen, de cultuur én ik kan mijn werk daar op een prettige manier doen.”
Schotland
Maar wat moet hij dan doen? “Het werk is divers. Het kan zijn dat de mariniers mijn kennis nodig hebben voor de verzorging van de lastdieren, maar ik ga ook mee naar Schotland waar ik de veiligheid en gezondheid van deze dieren waarborg.” Ondertussen geeft hij voorlichting over hygiëne en ziektes. “Dat kan in missiegebieden of tijdens oefeningen. Zo ben ik bij de jungletraining in Belize geweest. Daar heb ik militairen uitgelegd wat de voorwaarden zijn om dieren ‘veilig’ te eten. Maar ook hoe ze rondom het slachten zieke dieren herkennen en hoe bepaalde dieren er van binnen uitzien. Zodat ze organen leren herkennen en weten wanneer iets rot is.”
Voor de pandemie werd hij best vaak voor klussen gevraagd. In 2019 ging hij in totaal acht weken mee. “Maar afgelopen jaar helaas helemaal niets. Vanwege COVID-19, maar ook m’n nieuwe baan in de burgermaatschappij.”
Wereld te winnen
Wat Van Schaik betreft zouden er vaker reservist-dierenartsen ingezet kunnen worden in missiegebieden. “Daar is nog een wereld te winnen. Je komt tijdens een uitzending altijd dieren tegen en vaak is de lokale bevolking deels afhankelijk van de veestapel. Onze kennis kun je gebruiken om bijvoorbeeld boeren te helpen met een gezonde veestapel. Dat versterkt de samenwerking met de lokale bevolking. Ik wil best gaan”, lacht hij.
Jurjen Tromp (49) is toezichthouder bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) én reserve majoor-dierenarts.
Majoor Jurjen Tromp wordt als reservist een keer of vijf per jaar ingezet voor Defensie. Voor zowel de schadecommissaris, waarover later meer, als bij de Bereden Brigade.
“Na de studie diergeneeskunde heb ik twaalf jaar als dierenarts in een praktijk gewerkt, maar dat wilde ik niet tot mijn pensioen doen. Ik stopte en ging aan de slag als toezichthoudend dierenarts bij de NVWA.”
Daar is hij inmiddels, na een studie rechten, ook jurist. “Ik houd in de gaten hoe het gesteld is met het dierenwelzijn en de hygiëne in slachthuizen”, vertelt hij.
Opzetten brigade
Hoewel Tromp eerder al dienstplichtig was, komt hij net na zijn studie diergeneeskunde opnieuw met Defensie in aanraking. Vanwege zijn paardenkennis wordt hij gevraagd bij het opzetten van een Bereden Brigade van de Koninklijke Marechaussee. Deze brigade werd aanvankelijk alleen ingezet voor ceremoniële taken zoals Prinsjesdag of een uitvaart, maar tegenwoordig komen daar ook operationele taken bij. “Onze ruiters worden ingezet voor politietaken van de marechaussee en ze ondersteunen de nationale politie”, legt Tromp uit.
Tijdelijk
De Bereden Brigade heeft momenteel geen eigen paarden, maar huurt ze. Dat maakt een fulltime dierenarts overbodig. “Ik word alleen ingezet bij grote, ceremoniële aangelegenheden. Met Prinsjesdag komen er bijvoorbeeld 45 paarden van de federale politie uit Brussel. Daar worden tijdelijke stallen voor ingericht en dan ben ik één van de twee dierenartsen. Hopelijk gaat het dit jaar weer door, want dit is voor mij een buitenkansje.”
Korps Mariniers
Reservist-dierenarts Tromp was ook betrokken bij het opzetten van een cursus voor het Korps Mariniers voor het omgaan met en verzorgen van lastdieren. “Ze wilden met deze dieren gaan werken en hadden een dierenarts nodig die daarbij kon ondersteunen. Ze klopten bij mij aan, omdat ik vanwege m’n dienstplicht al reservist was. Een train-the-trainerprincipe, dus de kennis kunnen ze nu zelf doorgeven.”
Naast zijn werk bij de Bereden Brigade wordt majoor Tromp ook een paar keer per jaar ingezet door de Schadecommissaris Krijgsmacht, die belast is met de behandeling van schadeclaims.
Defensie oefent veel, ook in de natuur. Daar zijn strenge regels aan gebonden, maar toch kan het gebeuren dat er bijvoorbeeld een kudde dieren op hol slaat als een Chinook laag overvliegt. “Ik ondersteun de Schadecommissaris af en toe bij de vraag of er een causaal verband bestaat tussen schade aan mens, dier of natuur en een actie van Defensie. Soms sta ik met rubber laarzen in de klei. Soms krijg ik op kantoor een dossier gepresenteerd.”
Vraagstukken houden hem bezig als: is het paard kreupel, omdat het schrok van defensiematerieel? Of moet het de eigenaar worden verweten. Is kalverensterfte te wijten aan de inzet van helikopters of heeft het een andere oorzaak? “Ik kijk niet wiens schuld het is, maar heb een adviserende rol. Bijvoorbeeld over redelijke schadevergoedingen. Als reservist, dierenarts én jurist is dit werk me op het lijf geschreven.”