Tekst Jack Oosthoek
Foto Phil Nijhuis en archief Defensiemedia
Overste Hofsté: ‘Sport verdwijnt niet van de defensiekaart’
Rio de Janeiro. Sint-Petersburg. Montreal. Vietnam. Er zijn weinig plekken in de wereld waar hoofd Bureau Internationale Militaire Sport (BIMS) luitenant-kolonel Arnold Hofsté (59) niet is geweest. Eerder deze maand ‘finishte’ zijn defensiesportloopbaan. Exact 35 jaar na de start ervan op de plek waar die ooit begon, de legerplaats bij Oldebroek.
Hofsté ervoer zijn werk als een prachtbaan, maar stopt moeiteloos. “Ik verlaat de dienst relatief jong en fit en zo is het goed.” Op naar een nieuwe aansprekende klus: thuis een pup van KNGF Geleidehonden trainen. “Ik houd van dieren en vind het fijn om wat voor mensen te doen.”
Minder makkelijk vullen
De door ranggenoot Jan Maree opgevolgde Hofsté ziet de toekomst van de militaire sport positief in. Al is er ook reden voor zorg. De belangstelling voor militaire kampioenschappen daalt. Zo zijn zwemmen en badminton al geschrapt van de kalender met nationale militaire kampioenschappen.
De militaire sportteams laten zich door personeelsgebrek steeds minder makkelijk vullen
Daarnaast laten de militaire sportteams zich door het personeelsgebrek bij Defensie steeds minder makkelijk vullen. “De trend is ook steeds vaker dat werk boven sport gaat. Om mensen hier toch voor te interesseren moet Defensie nieuwe onderdelen omarmen. Denk aan crossfit en padel, een combinatie van tennis en badminton. Militaire sport moet onophoudelijk worden gepromoot. Daarnaast wordt een sportapp ontwikkeld waarmee je je voor kampioenschappen kunt aanmelden.”
Kerntaak
Het neemt allemaal niet weg dat sport volgens de vertrekkende overste onlosmakelijk tot de kerntaken van Defensie behoort. “Zolang het BIMS de commandanten tijdig informeert welke plannen het met de sporters heeft en welke kampioenschappen worden georganiseerd, is de medewerking in het algemeen goed. Ik denk niet dat sport op den duur van de defensiekaart verdwijnt. Iedereen verwacht dat militairen altijd fit zijn voor actie.”
Dienstplichtig sergeant
De defensieloopbaan van Hofsté begint in juli 86 na zijn studie aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Groningen. Als dienstplichtig sergeant bij de sportgroep op de Legerplaats bij Oldebroek. ‘Is beroeps worden niets voor jou?’, vraagt de schooladjudant hem tegen het einde van zijn diensttijd.
‘De hands on mentaliteit van Defensie trok me’
“Het wereldje lag me wel en ik zag het als een kans om een uitdagender baan te krijgen dan in het onderwijs waarvoor ik was opgeleid. Ook de hands on mentaliteit van Defensie trok me.” En zo wordt Hofsté na een opleiding aan het Opleidingscentrum Officieren Speciale Diensten (OCOSD) sportofficier bij het (voormalige) Opleidingscentrum Infanterie in Harderwijk en later op de Luitenant-kolonel Tonnetkazerne op de Veluwe. Ook wordt de van origine zwemmer en waterpoloër chef d’ equipe van de militaire zwemploeg.
Hoogtepunt
Na onvermijdelijke staffuncties schopt hij het in 2016 tot plaatsvervangend hoofd BIMS, om in 2018 ‘baas’ te worden. Een droom gaat in vervulling. Toch beschouwt Hofsté zijn plaatsing op de Tonnetkazerne als het hoogtepunt van zijn loopbaan. De sportgroep moet het personeel van eenheden als de pantserluchtdoelartillerie, veldartillerie en een tankbataljon in topconditie brengen. Een stressklus. “Maar voor een sportdier als ik was dit het échte grote werk. Ik werd enorm getriggerd.”
‘De grote verantwoordelijkheid die ik als delegatieleider had gaf veel druk’
Heel veel druk
De vijf Militaire Wereldspelen die Hofsté meemaakte waren eveneens een hoogtepunt, met die in het Chinese Wuhan (2019) van de buitencategorie. “Alles was goed geregeld, maar ook heel streng. De grote verantwoordelijkheid die ik als delegatieleider had (honderdvijftig man, red.) gaf veel druk. Ik was blij weer thuis te zijn. Al met al kijk ik terug op een 35-jarige periode met weinig vervelende momenten. Bij mij was het glas altijd half vol.”