Tekst kapitein Jessica Bode
Foto archief MCD en Herman Zonderland

Visitatiecommissie presenteert eindrapport

De Visitatiecommissie?!

De onafhankelijke Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid toetste tussen 2018 en juni 2021 de voortgang van veiligheidsmaatregelen die Defensie nam.  

De Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid windt er geen doekjes om: er zijn plannen genoeg om de veiligheid bij de krijgsmacht te vergroten, maar de uitvoering blijft achter. Als er geen geld bijkomt dreigen potentiële verbeteringen spaak te lopen. Tijd om door te pakken, stelt het comité. “Eerst uitvoeren wat al bedacht is en pas daarna nieuwe voorstellen bedenken.”

“Nu is het aan jullie”, wijst voorzitter Gerdi Verbeet naar Defensie. “De plannen schetsen hoge verwachtingen en nu zijn we benieuwd naar de vorderingen. Maar daar liggen ook direct onze zorgen.” Hieronder de vijf klinkende conclusies uit het eindrapport, dat de commissie deze week presenteerde:  

Stop met beleid maken en pak door met de uitvoering:

“Defensie is goed in het maken van dikke plannen, maar minder goed in het uitvoeren daarvan”, begint commissievoorzitter Gerdi Verbeet. “De plannen die in Den Haag worden bedacht sluiten niet altijd aan op de ‘lokale behoeften’. Een militair die werkt op hoogte leest geen ambtelijk beleidsstuk van 150 pagina’s over veilig werken. Dat moet op één kantje.”

Maar voor het uitvoeren van plannen is geld nodig. En dezelfde commissie concludeert ook dat het gebrek aan harde euro’s een veilige werkomgeving in de weg staat. “Onze financiële positie is niet rooskleurig”, doet defensieminister Bijleveld een duit in het zakje. “Daar hoeven we geen doekjes om te winden. Wat soelaas kan bieden is de 32,2 miljoen euro die Defensie in 2022 en 2023 extra krijgt, zo werd tijdens de presentatie van het eindrapport bekendgemaakt.

Geef commandanten meer verantwoordelijk:

Commandanten binnen de gehele organisatie moeten meer zeggenschap krijgen over de veiligheid van hun personeel. Nu zijn zij formeel verantwoordelijk, maar ontbreekt het aan bevoegdheid om zaken voor elkaar te krijgen. Bijvoorbeeld op het gebied van opleidingen, aankoop van materieel en onderhoud. “Als commandanten inschatten dat ze een bepaalde opdracht niet veilig uit kunnen voeren, kunnen ze alleen ‘nee’ zeggen. “Het zou dus goed zijn om ze dat mandaat wel te geven. Zij weten immers pas écht wat er op de werkvloer speelt”, benadrukt commissielid Josette van Doorn-Spronken.

Geen excuus

Wat de commissie betreft wordt nog te vaak het argument: ‘Ja, maar er is jarenlang bezuinigd’ gebruikt. “Dat kun je niet blijven roepen”, reageert commissielid Josette van Doorn-Spronken. “Wat de situatie ook lastig maakt is dat militairen héél graag willen, maar vanwege de can-do mentaliteit niet snel ‘nee’ durven zeggen. Soms moet je de party-pooper zijn. Zeker als het om veiligheid gaat.”

Borg veiligheid in opleidingen:

Het aspect veiligheid in opleidingen, in de breedste zin van het woord, staat inmiddels hoog op de agenda. “Dat is goed om te zien”, concludeert de commissie. Maar, en zo luidt de tegenstelling, dat heeft ook lang geduurd. Er is nog veel nodig om de veiligheid in opleidingen goed te borgen. “Denk aan voldoende tijd voor opleidingen, goede docenten die langere tijd op functie blijven, goed opleidingsmateriaal en een goede leeromgeving en aansluitende leerlijnen”, legt Van Doorn-Sprongen uit.

Daarnaast valt het de commissie op dat straffen en leren tijdens opleidingen vaak door elkaar lopen. “Bij incidenten kan beter een voorvallenonderzoek worden gedaan naar feiten en niet de schuldvraag. Zet het strafrecht pas in als andere maatregelen onvoldoende effect hebben.” 

Nog niet genoeg

Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim en defensieminster Bijleveld erkennen dat de voortgang nog niet snel genoeg gaat. “De veiligheid is de laatste jaren absoluut verbeterd en het onderwerp is meer bespreekbaar geworden, maar het is nog niet genoeg”, benadrukt de hoogste militair.

Zo zijn er van de veertig punten die Defensie in 2018 opstelde in haar plan van aanpak inmiddels 36 in gang gezet of uitgevoerd. Maar die laatste vier, die gaan over het trainen van medewerkers, de veiligheid in opleidingen en het vergroten en versterken van veiligheidspersoneel, zijn wel het meest cruciaal. “Daar moeten we dus ook op korte termijn mee aan de slag”, vervolgt de minister.

Zorg voor meer gekwalificeerd veiligheidspersoneel:

De commissie concludeert dat er nog niet genoeg personeel is aangetrokken om alle veiligheidsfuncties te bekleden. Daarnaast moeten militairen om een x-aantal jaar van functie wisselen, maar dat roulatiesysteem werkt contraproductief voor medewerkers met bepaalde veiligheidsfuncties. Als zij na drie jaar weer van functie wisselen, gaat kostbare en al schaarse capaciteit verloren.  

Communiceer intern en extern open en eerlijk over risico’s:

Defensie en veiligheid is en blijft een heikele combinatie. “Medewerkers lopen risico, omdat het een gecompliceerde organisatie is”, verduidelijkt commissielid Ira Helsloot. “Hoe goed Defensie haar zaakjes ook op orde heeft, er blijven doden vallen. Net als auto-ongelukken. Uitsluiten bestaat niet.” Daarom zou de commissie júist graag zien dat er in- en extern open en eerlijk over fouten en risico’s gecommuniceerd wordt. “Dan begrijpt een gemiddelde Nederlander waarom Defensie handelt zoals ze handelt en worden zaken sneller geaccepteerd.” 

En nu?

Dat het werk van de Visitatiecommissie erop zit, betekent niet dat er voortaan geen controle of support meer is. Het werk wordt overgenomen door de eerder opgerichte Inspectie Veiligheid.