Tekst Julian Heijtbrink en kapitein Djenna Perreijn
Foto sergeant Aaron Zwaal
Heldenontvangst in Havelte
Een uitgelaten, maar toch ook gespannen sfeer op de Johannes Postkazerne in Havelte. De tientallen militairen van 43 Gemechaniseerde Brigade die straks weer hun geliefden in de armen sluiten, tekenen het moment dat er na twintig jaar een einde komt aan de Nederlandse missie in Afghanistan.
Al talloze keren keerden militairen na een uitzending naar Afghanistan terug op Nederlandse bodem. De afgelopen twintig jaar draaiden daar circa 30.000 Nederlandse militairen samen ruim 40.000 uitzendingen. De ontvangsten werden steevast gemarkeerd door speeches, ‘Welkom thuis’-bordjes, cadeautjes en kalenders met eindelijk genoeg afgestreepte dagen voor het moment waarop papa of mama weer thuiskomt. Dat is vandaag in het Drentse Havelte niet anders.
Allerlaatste keer
Toch voelt het anders. Dit is de allerlaatste keer dat zo’n grote groep Nederlandse militairen Afghanistan verlaat. In mei gingen ze voor training en advies die kant op. Toen plotseling besloten werd de missie te beëindigen, moesten zij zich focussen op redeployment en beveiliging. Daarnaast gaat het om nog eens tachtig extra militairen, die in april naar Afghanistan vertrokken voor beveiligingstaken. Zij waren nodig omdat op 1 mei de door de Taliban gestelde deadline verstreek voor de terugtrekking van alle westerse militairen. Dit was een onderdeel van een overeenkomst tussen de Verenigde Staten en de Taliban. Sindsdien beschouwen ze alle westerse militairen in Afghanistan als legitiem doelwit.
Stilte
In Havelte staat ondertussen een cameraploeg van lokale nieuwsmedia klaar om het emotionele weerzien vast te leggen. ‘Hé kijk, daar heb je ze!’, roept een familielid enthousiast. De militairen marcheren vanaf de poort richting hun generaal. “Het is goed is om iedereen weer te zien op Nederlandse bodem. Er is geschiedenis geschreven,” stelt brigadegeneraal Roland de Jong van 43 Gemechaniseerde Brigade als iedereen staat opgesteld.
Taliban
Sinds het vertrek van de NAVO-troepen is aangekondigd werden door de Taliban meerdere districten overgenomen. “Het risico bestaat dat een deel van de vooruitgang verloren gaat”, stelt defensieminister Ank Bijleveld donderdag op een bijeenkomst in het Nationaal Militair Museum. Maar er zijn niet alleen zorgen, voegt minister Sigrid Kaag van Buitenlandse Zaken toe. Ze wijst op het verbeterde onderwijs, de toegenomen levensverwachting en vrouwenrechten en het gestegen inkomen van de Afghanen. De resultaten zijn echter ‘niet onomkeerbaar’.
Dubbel gevoel
Het zorgt voor gemengde gevoelens bij de militairen die thuiskomen. “Ook op persoonlijk vlak. Ik had graag een volledige uitzending gedraaid in plaats van drie maanden”, vertelt eerste luitenant Niels (28). “Maar het was een mooie periode. Bovendien is altijd het doel geweest om het de Afghanen zelf te laten doen. Dat moeten ze nu laten zien.”
Brigadegeneraal De Jong snapt dat onvoldane gevoel. “Ik merk het vooral bij collega’s uit de Uruzgan-tijd en bij mensen die meerdere uitzendingen draaiden. Er is een binding met het land ontstaan. Dat vreet zich in.”
Druk van de ketel
Ondertussen kijken familie en vrienden vanaf het balkon trots naar ‘hun’ militairen in de verte. “Tot op het laatste moment hebben jullie de mensen en de base beschermd. Want zeker op het einde werd de situatie er niet veiliger op”, brengt de brigadegeneraal nog in. Voordat de groep mag afmarcheren is er een moment van stilte. 25 collega’s keerden in de afgelopen 20 jaar niet levend terug uit het missiegebied. Tallozen raakten mentaal of fysiek gewond.
En dan is het zover. Het lange wachten wordt beloond. Geliefden vliegen elkaar in de armen. “Is dit echt waar?”, vraagt een vriendin zich hardop af. Minutenlang wordt er gekust en geknuffeld. De komende periode is bedoeld om bij te komen. In de eerste plaats tijdens twee weken thuisquarantaine. Een militair die weer herenigd is met zijn ouders bekent: “Snel naar huis. Eindelijk weer een normaal bed, een eigen toilet en een fijne douche kan ik ook wel gebruiken.”