Tekst Evert Brouwer
Foto VVD en ANP
Defensie en de Tweede Kamerverkiezingen
Burgermedewerker Defensie, politiek assistent van zowel oud- defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert als premier Rutte, eerste woordvoerder van staatssecretaris Barbara Visser en steunraadslid in zijn gemeente. Nieuwsjunk Peter Valstar (35) is sinds tien jaar nauw betrokken bij het wel en wee van de VVD en is op plek 21 van de verkiezingslijst een ‘zekerheidje’ voor de nieuwe fractie in de Tweede Kamer.
Valstar is een jongen van en uit het Westland (“dat draag ik met trots uit”). Én ook het enige (kandidaat-)kamerlid dat woont in dit gebied van ondernemers. Geschiedenis, in het bijzonder die van zijn familie, boeit hem mateloos. Net als de Formule 1. Aan zelf sporten komt hij door een druk gezinsleven met twee kinderen en de politiek nauwelijks meer toe. Een beetje hardlopen en dus spreekwoordelijk warmlopen als Kamerlid. “De VVD is een logische keuze voor iemand uit een regio die over het algemeen vrij rechts stemt.”
Nog twaalf dagen tot de verkiezingen voor de Tweede Kamer. In een serie van vijf artikelen laat de Defensiekrant de komende weken een aantal Defensiemedewerkers aan het woord dat kans maakt op een Kamerzetel. Wat kunnen zij straks voor Defensie betekenen?
‘Ik ben een jongen van het Westland en dat draag ik met trots uit’
1. Peter, waarom juist de VVD?
“Ik vind het belangrijk dat je je werk met plezier doet. Direct na mijn studie communicatie ging ik aan de slag bij de VVD. Gewoon, door te solliciteren. Ik voelde me zowel bij de liberale beginselen, als de mensen binnen de partij helemaal op mijn plek. Daarom ben ik lid geworden en gebleven. Na mijn werk op het partijbureau werd ik voorlichter van Tweede Kamerleden en in 2016 ben ik voor Jeanine Hennis-Plasschaert gaan werken op het Ministerie van Defensie. Tussendoor mocht ik twee keer invallen bij premier Rutte.”
‘Ik ben nooit met buikpijn naar mijn werk gegaan’
2. In hoeverre speelt je afkomst een rol in je ambities?
“Ik kom niet uit een gezin waar politieke discussies op het dagelijks menu stonden. Integendeel. We vormen een heel gewone Westlandse familie. De opa’s Valstar en Van den Ende waren mollenvanger om de dijken te beschermen en respectievelijk tomatenkweker. Met een kleine kas hoor, niet zo uitgebreid als nu.
Het Westland is de tweede economie van Zuid-Holland. Een gebied van ondernemers die weten wat het is om de mouwen op te stropen. Het liberale gedachtengoed past hier heel goed. Het is dan ook een regio waar traditioneel vrij rechts gestemd wordt. CDA, VVD en PVV zijn hier bij landelijke verkiezingen groot. De streek ken ik op m’n duimpje, ik heb in bijna alle plaatsen gewoond. Mijn voorkeur gaat er dus vanzelfsprekend naar uit om voor de VVD de woordvoering voor tuinbouw of Defensie te mogen doen.”
‘Defensie is het mooiste departement en ik heb er enorm veel geleerd’
3. Dus je kunt je ervaring bij Defensie goed inzetten in de politiek?
“Jazeker. Defensie is het mooiste departement en ik heb er enorm veel geleerd. Het liefst kwam ik buiten Den Haag, op de kazernes en bases. Ik heb er een prachtige tijd gehad met een aantal bijzondere en leerzame bezoeken. Met de minister en staatssecretaris ben ik bijvoorbeeld meegereisd naar het Pentagon. Nog meer indruk maakten onze militairen in Afghanistan en Mali. Daar zie je hoe het er echt aan toegaat in een missiegebied. Dat zijn ervaringen die je meeneemt.”
Tot nu toe heb ik comfortabel in de tweede ring gezeten en mensen verteld wat ze moesten doen of zeggen. Bij mij ontwikkelde steeds meer de drang om zelf de stap naar voren te zetten. Dingen net anders te doen of helemaal te veranderen. Ik verkeer in de luxepositie dat ik de afgelopen jaren steeds ben gevraagd voor functies. Tot nu…want ook voor zo’n plek op de kandidatenlijst moet je gewoon solliciteren.
‘Tot nu toe heb ik comfortabel in de tweede ring gezeten’
Het Thematisch Netwerk Defensie (onder leiding van brigadegeneraal buiten dienst Jost van Duurling) heeft mij vooraf geroosterd en gegrilld om te zien of ik uit het goede hout ben gesneden. Vervolgens ben ik voorgedragen bij de partij. Ik hoopte vorig jaar op een plek ergens rond de dertig. Het duizelde me ook even toen ik werd gebeld met de mededeling dat ik op 21 stond. Wat gebeurt me nú, was mijn eerste gedachte.
Het is geweldig dat ik de kans krijg me te ontplooien in de Tweede Kamer. Maar als ik op een onverkiesbare plek was gekomen, was ik met alle plezier doorgegaan bij Defensie. Ik ben in die ruim vijf jaar geen dag met pijn in mijn buik naar mijn werk gegaan.”