Tekst kapitein Saminna van den Bulk
Foto sergeant Sjoerd Hilckmann
‘Wij zorgen dat het vaccin zo snel mogelijk de weg vindt van de opslag naar de arm’
Defensie ondersteunt momenteel het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bij het logistieke proces rondom het coronavaccinatieprogramma. Dat betekent onder druk én een maatschappelijk en politiek vergrootglas. “We gaan zo snel als we kunnen.”
Van werken met zwaar transport, naar de inzet in de strijd tegen een piepkleine grote vijand: het coronavirus. Majoor Fred Lap begon 1 december, samen met ranggenoot Frank Reekers van 41 Afdeling Artillerie, bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Hun logistieke expertise blijkt onontbeerlijk bij de opzet van het vaccinatieproces. “Ons doel? Zorgen dat het vaccin zo snel mogelijk de weg vindt van de opslag naar de arm van de Nederlander.”
‘Wat is nu mooier dan in deze crisis om iets te kunnen betekenen voor de maatschappij’
Direct opgestoken
De majoor was nog maar net begonnen bij de staf van de landmacht, na zijn functie als commandant van 140 Zwaartransport Compagnie, toen het verzoek van het RIVM binnenkwam. “Ik heb direct mijn hand opgestoken, want wat is er nou mooier dan in deze crisis iets te kunnen betekenen voor de maatschappij?”
Militaire ‘cellen’
De majoors schakelden direct naar de hoogste versnelling. De eerste vaccins waren aanstaande; er moest zo snel mogelijk een programma komen om iedere Nederlander van de inenting te voorzien. “In het begin zagen we vooral een behoefte aan sturing en structuur. Dat hebben we gecreëerd, met een beetje van Defensie en een beetje van het RIVM.”
Een paar weken later zag het Logistiek Coördinatiecentrum COVID-vaccinatie (LCC) het levenslicht. Het is inmiddels het kloppende logistieke hart van het vaccinatieproces. Lopend door de werkruimte van het LCC verschijnen verschillende ‘cellen’: command, current, plans, support en liaison. Ieder met zijn eigen taak.
Club van 3 naar 30
Die club begon met drie personen en bestaat inmiddels uit 30 medewerkers, waaronder twee landmachters. Dagelijks volgen zij het prikken en de progressie. Wijzend naar zijn scherm vertelt majoor Lap: “We zien hier met regelmatige updates hoe het ervoor staat op de priklocaties. Bijvoorbeeld hoeveel voorraad is er nog en welke afspraken er staan. Wij bepalen of we een tray die kant op moeten sturen.”
Een continu veranderende puzzel
Want hoe beladen de coronacrisis maatschappelijk en politiek ook is, het vaccinatieproces is ook vooral een logistieke affaire. Maar wel een heel gecompliceerde, legt Lap uit. “Ja, het RIVM heeft veel ervaring op het gebied van vaccinatieprogramma’s. Denk aan de jaarlijkse griepprik: dat proces coördineert het al jaren. Maar dit vaccin is wel van een heel andere orde.”
Want anders dan bij de ‘gewone’ vaccinatieprogramma’s is er nu sprake van grote schaarste. Elk land in de wereld aast op de prikken, die in batches uitgeleverd worden. Ook de majoor wil niets liever dan dat het vaccin de deur uitvliegt. Eén maar: “Je moet wel de middelen hebben om überhaupt te gaan prikken. Voorraad aanleggen gaat niet. We werken nu op basis van aanbod, in plaats van op de vraag. Dat schuurt.”
‘De condities waaronder het vaccin moet worden bewaard en vervoerd zijn complex’
Daarnaast moet iedereen in Nederland het vaccin ontvangen, niet slechts een gedeelte van de bevolking, zoals bij de griepprik het geval is. Komt bij dat de zorg in Nederland complex is, met 25 GGD’s, honderden ziekenhuizen en zorginstellingen. Ga er maar aan staan.
Repack!
Daarnaast vormen de wereldwijde ontwikkelingen een grote factor. Nederland mikte erop dat het vaccin van AstraZeneca het eerst op de markt zou komen. Uiteindelijk was dat BioNTech/Pfizer, met alle gevolgen van dien. “De condities waaronder het vaccin moet worden bewaard en vervoerd zijn complex”, legt Lap uit. Het middel van Pfizer moet namelijk bij -70 graden Celsius worden opgeslagen en geconditioneerd getransporteerd.
“Ook is het Pfizer-vaccin gericht op de massa. Elke doos bevat ruim 1.100 doses. Dat kan je niet zomaar afleveren bij een verzorgingstehuis. Dan denk je: stop die middelen in een kleiner doosje. Repack! Maar ook dat is een arbeidsintensief en een tijdrovend proces, waarbij je ook nog eens kampt met een beperkte houdbaarheid.”
Elke wijziging betekent dat het LCC moet schakelen. Zie het als het leggen van een bedrieglijke puzzel. Telkens als je een passend element hebt gevonden, verandert de vorm en kan je opnieuw op zoek naar een oplossing.
Vaccinatievolgorde
Er is maatschappelijk en politiek ook veel te doen om vaccinatievolgorde. Het schema is meermaals aangepast. Zo kreeg ziekenhuispersoneel voorrang, daarna ook huisartsen. “Een nieuwe doelgroep betekent nieuwe plannen maken en het logistieke proces afstemmen. Dat moet de daadwerkelijke inenting mogelijk maken.” De logistiek is echter ook te vergelijken met een elastiekje, zegt Lap. “Als je hem te ver rekt, dan knapt-ie.”
‘Een nieuwe doelgroep betekent nieuwe plannen maken en het logistieke proces afstemmen.’
Méér en sneller?
Waar de inenting van de eerste doelgroepen vooral gebeurt met Pfizer, volgen straks ook de andere merken. Langs de zijlijn klinkt kritiek. Het móét sneller. De vraag is: kan het ook sneller?
Lap krijgt de noodkreet regelmatig voor de kiezen. Alle ontwikkelingen rond het vaccinatieproces liggen onder een vergrootglas. Maar wie enkel schreeuwt om snelheid, gaat te kort door de bocht. “We gaan zo snel als we kunnen”, benadrukt hij. “Zoals gezegd zorgt iedere wijziging voor vertraging in het proces. Denk bijvoorbeeld aan een verlate of mindere levering van vaccins. Het luistert nauw. Het laatste dat je wilt, is dat je prikafspraken moet afbellen, simpelweg omdat je het middel niet hebt. Écht, de mensen zijn hier 7 dagen in de week bezig om het vaccinatieproces zo snel mogelijk te laten verlopen.”
In oktober zou, volgens de woorden van zorgminister Hugo de Jonge, iedereen in Nederland gevaccineerd moeten zijn. Halen we dat? “Ik denk het wel”, zegt majoor Lap. Het is uitkijken naar wat hij het ‘omklapmoment’ noemt. “Straks, als de hoeveelheden beschikbare vaccins toenemen, gaan we van aanbod- naar vraaggestuurd vaccineren. Straks prikken ook de huisartsen, de GGD’s gaan opschalen naar ongeveer 150 vaccinatielocaties: dan gaat het snel.”
Maar ook dat behoeft een nuance, zegt Lap. “Het is natuurlijk wel volledig afhankelijk van de leveringszekerheid van de vaccins van de farmaceuten, alsook de snelheid waarmee nog niet-goedgekeurde vaccins worden vrijgegeven.”
‘Breekijzer’ in het groen
In de wandelgangen van het LCC noemen ze de majoor een ‘breekijzer’. “Soms een boze blik of even helemaal op de rem trappen: dat doen wij. Daarnaast is er die bekende can do-mentaliteit: wat moet er gebeuren? Oké, dan gaan we ervoor.”
Wel onderstreept hij: “We zijn er enkel ter ondersteuning. Uiteindelijk is de bedoeling dat we onszelf misbaar maken. Dit is geen militaire, maar een logistieke operatie gestuurd met militaire denkkracht. We zitten met velen om tafel, het is multidisciplinair: ook het bedrijfsleven denkt mee en komt met ideeën waar wij niet direct aan gedacht hadden.”
Het moge duidelijk zijn: Lap en zijn collega’s proberen de vaccinpuzzel elke dag zo goed mogelijk te leggen. Het is een dynamische job: “Het ene moment help je met het beantwoorden van Kamervragen, het andere houd je je volop bezig met de spuiten voor priklocaties.” Zijn lach is hij overigens verre van verloren: werken in zo’n crisistijd is ook een hele ervaring. “Ik vermaak me kostelijk. Ik had 3 maanden geleden echt niet gedacht dat ik van zwaar transport naar vaccinlogistiek zou gaan.”