Tekst ritmeester Arthur van Beveren
Foto ritmeester Arthur van Beveren, Jan Wessels (Waterbeeld)
Gedeeltelijke sloop kazemat bij Den Oever en extra aandacht voor militair erfgoed
Kazemat XI
Deze kazemat werd begin jaren 30 gebouwd als remise (garage) voor een stuk luchtdoelgeschut en keuken voor het complex. Tijdens de Koude Oorlog werd ‘ie omgebouwd tot verbandplaats.
Voor de renovatie van de Afsluitdijk is onlangs 1 van de betonnen kazematten gedeeltelijk gesloopt. Dat is noodzakelijk om het 88-jarige waterbouwkundig bouwwerk toekomstbestendig te maken.
Kazemat XI ligt op de plek waar een nieuw pompgemaal moet komen. De dijk wordt tot eind 2022 namelijk versterkt, omdat deze niet meer voldoet aan de huidige normen van waterveiligheid. De Afsluitdijk is naast waterkering en verkeersweg ook een militair landschap. De spuisluizen in de dijk konden ervoor zorgen dat delen van Nederland onder water kwamen om een vijand tegen te houden. Betonnen kazematten verdedigden de sluizen.
Strenge eisen
“Er zijn uiteraard hele strenge eisen aan de sloop van zo’n rijksmonument. Niemand zit er eigenlijk op te wachten. Historici niet, maar een bouwer al helemaal niet. Onderzoek en vergunningen kosten namelijk veel tijd”, legt Koos Mol uit. Hij is als adviseur archeologie en erfgoed van het ingenieursbureau Arcadis verbonden aan het bouwconsortium Levvel (BAM, Van Oord en Rebel) dat de werkzaamheden uitvoert. Mol keek hoe de nieuwe plannen zich verhouden tot het militair erfgoed op de dijk.
“Het probleem van de werkzaamheden is niet zozeer het pompgemaal zelf, maar het onderhoudspad ernaartoe”, vertelt hij. “Vanwege de waterhuishouding in Nederland zijn de spuimiddelen op de dijk een staatsveilig object. Dat betekent dat ze bij defecten binnen korte tijd gerepareerd moeten worden. Daar zijn weer grote kranen voor nodig die alleen via dit pad ingezet kunnen worden, en het tracé van dat pad loopt deels over de kazemat.”
‘Kans om kazematten Den Oever beter zichtbaar te maken’
Belangen
Tijdens de storm van 1953 hield de Afsluitdijk het gebied rond het IJsselmeer droog. Dat moet in de toekomst zo blijven. “In dit geval wogen de belangen van een enkel rijksmonument niet op tegen de veiligheid van miljoenen burgers”, benadrukt Mol. “We hebben nu wel de kans om de andere kazematten van Den Oever beter zichtbaar te maken. Daarvoor gaan we de rommel en vegetatie aanpakken en een wandelpad aanleggen dat langs een deel van de verdedigingswerken loopt. Juist omdat het rijksmonumenten zijn verdienen ze meer aandacht”, aldus de archeoloog.
Vanwege de werkzaamheden is ook een stukje geschiedenis ontrafeld. Benieuwd? Lees hieronder verder:
‘Duitsers maakten meeste gebruik van kazemat’
Voor archeoloog Nick Warmerdam van bureau BAAC was het project bij Den Oever een uitgelezen kans om een rijksmonument ‘op te graven’.
“Naast de kazemat is ook het grondwerk erom heen rijksmonument”, legt hij uit. “Het is redelijk uniek om zo’n object te bestuderen omdat het vergunningenproces zwaar is. Er moeten hele goede gronden zijn om een schep in de grond te zetten.” Door archiefvondsten te combineren met sporen uit de grond, kon Warmerdam de geschiedenis van de plek ontrafelen.
Frisdrankflesjes
Door letterlijk de lagen grond af te pellen kreeg Warmerdam een dwarsdoorsnede van de verschillende gebruiksperiodes te zien. Van frisdrankflesjes van arbeiders uit de jaren 30 tot hulzen van het Garand-geweer dat in de Koude Oorlog door mariniers gebruikt werd.
Ironisch genoeg waren het de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog die het meest van de kazemat gebruik hebben gemaakt. “In het begin van de oorlog was Den Oever belangrijk voor de bezetter”, vertelt Warmerdam. “In schuttersputjes vonden we heel veel hulzen van het Mausergeweer. Later in de oorlog, ten tijde van de Atlantikwall, werd de positie bij Den Oever verder versterkt. Naast manschappenonderkomens, een latrine, loopgraven en een kanon in een hergebruikt Frans tankkoepeltje, werden er veel betonnen ‘Deckungslöcher’ geplaatst, op elkaar geplaatste betonnen buisdelen om snel dekking in te vinden tegen een aanval.”
Zuurkool en botjes
Naast de kazemat vond de archeoloog een grote put met meerdere lagen kachelafval. “Uit de archieven weten we dat de Duitsers de Nederlandse keuken hebben verbouwd. In de put kwamen we blikken met witte en gele verf tegen, dezelfde kleur die in de kazemat gebruikt is. Ook lagen er een pot voor Sauerkraut, wekpotten en een kapotte Duitse radio.” Zuurkool aten de Duitsers hier dus, met vlees. Ze hadden ook een huisdier. “Tussen de resten vonden we botjes van een schaap of varken met tandafdrukken van een hond. Die liep hier dus rond bij de militairen. Om het vuur aan te maken gebruikten ze vaak het kruit uit een huls. Die verbande hulzen vonden we dan weer tussen de kooltjes.”
Kazemattenmuseum
Zo vertelt een stuk grond rondom de kazemat een hele geschiedenis die met het blote oog niet te zien is. “Met een combinatie van archeologie en historisch onderzoek kom je hier achter. Geen enkele andere bron kan dit allemaal vertellen”, meent Warmerdam.
Maar moeten we nu allemaal zelf met de metaaldetector op pad? Liever niet, benadrukt hij. “Door zomaar te graven gaan sporen kapot en verdwijnen objecten, waarmee ook de collectieve geschiedenis verdwijnt. Al ons onderzoek is openbaar. En de objecten die we vinden en kunnen behouden gaan naar het provinciaal archeologische depot van de Provincie Noord-Holland of het Kazemattenmuseum in Kornwerderzand. Zo kan iedereen ze zien met het verhaal dat erbij hoort.”