Tekst ritmeester Saminna van den Bulk
Foto archief Mediacentrum Defensie

Defensie bereidt zich voor op 2035

De veiligheid van Nederland staat onder druk. Cyberaanvallen, extremisme, tegenstanders die sterker worden en ontvlambare situaties: de dreigingen nemen wereldwijd toe. Dreigingen die Defensie nu niet adequaat aankan. 

De nieuwe Defensievisie 2035 moet de krijgsmacht voorbereiden op de toekomst, maar hoe?

1. Dreiging                                

Het schetst een onheilspellend beeld; cyberaanvallen tegen Nederland zijn aan de orde van de dag. Ook buiten het digitale speelveld zijn er dreigingen. We worden overvallen door natuurfenomenen, zoals orkanen in het Caribisch gebied en bosbranden op ons vasteland. 

Dagelijks wordt Nederland online aangevallen.

Op internationaal vlak versterken de krijgsmachten zich door te investeren en te moderniseren in hun arsenaal. Landen wedijveren onderling, met technologie en de nieuwste wapensystemen. Dat terwijl aan de randen van Europa de situatie verslechtert, met criminaliteit en migratie als gevolg. Extremisten en terroristen voeren ondertussen druk uit op de veiligheid in ons land en dat van onze bondgenoten. 

Defensie moet ons koninkrijk ook in de toekomst kunnen beschermen

2. (Nog) niet klaar voor

Het is slechts een greep uit de perikelen die een bedreiging vormen voor Nederland. Aan Defensie om deze dreigingen en risico’s te tackelen, de veiligheid te bewaken en de zwaarste vormen van geweld toe te passen waar nodig. 

Steeds vaker wordt er een beroep gedaan op de krijgsmacht. Na jaren van bezuinigingen krabbelt die op, toch blijven mensen en middelen schaars. Dat is zeker niet het enige probleem. Internationaal heeft de NAVO geen overwicht meer. Samenwerken met partnerlanden, zoals de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, is niet meer vanzelfsprekend. Defensie moet daarnaast om leren gaan met ‘nieuwe’ militaire gebieden, zoals cyber en de ruimte…

Alles samen maakt dat Defensie niet klaar is om ons koninkrijk en onze belangen te beschermen tegen sommige huidige dreigingen en de dreigingen van de toekomst. 

Stip op de horizon

De Defensievisie 2035 is als een stip op de horizon, hoe de defensieorganisatie in de komende jaren te versterken en wat daarvoor nodig is. “Veel dreigingen zijn heel reëel en dichtbij”, aldus minister Ank Bijleveld. “We kunnen als Defensie niet op onze handen gaan zitten en maar kijken wat er gebeurt. We moeten vooruitkijken met de organisatie, zodat we de tegenstander voor zijn.  We moeten in de toekomst kunnen rekenen op een sterke en moderne krijgsmacht, want: veiligheid is een harde voorwaarde voor vrijheid, welvaart en democratie.”

3. IN 2035….

Wat moet er gebeuren om Defensie te versterken? Moderniseren en digitaliseren zijn de sleutelwoorden.

Dit is hoe de defensieorganisatie van de toekomst eruit moet zien: 

  • Tech als toekomst

In de toekomst staan de modernste technische middelen onze militairen bij. Om hen te voorzien van de nieuwste snufjes, is er innovatie nodig. Onderzoek en ontwikkeling van technologische middelen staan in de toekomst daarom voorop. Het bedrijfsleven en niet-militaire organisaties versterken Defensie daarin met hun kennis en kunde.  

Naast de nieuwste technologie is er meer maatwerk nodig bij militaire inzet. We kunnen klein en specialistisch optreden, bijvoorbeeld door het sturen van individuele eenheden die snel ter plaatse komen en flexibel inzetbaar zijn. Zij treden zelfstandig op, maar kunnen ook ‘aanklikken’ bij collega’s van andere defensieonderdelen of onze internationale partners. 

Vraagt de dreiging om meer militairen? Dan kunnen we groter inzetten. Denk aan de inzet van een brigade of een complete air wing. 

Slimme, schaalbare slagkracht is het gevolg. Bedoeling is dat Nederland die kracht vaker gaat gebruiken voor toekomstige inzet bij VN-missies en zo maatwerk kan leveren. Met voldoende ondersteuning gaan de inzetbaarheid en gereedheid omhoog. Op dit moment is onze militaire bijdrage namelijk nog klein. 

Technologie gaat alle collega’s bijstaan. Denk bijvoorbeeld aan mini-drones die de landmacht en marine nu al gebruiken.
  • Informatie als wapen 

Data is er te over: daar kunnen we dus ook in verdrinken. Daarom gaat Defensie in de toekomst inzetten op het snel verkrijgen, verwerken en analyseren van informatie om te gebruiken in het gevecht. Met de juiste informatie kunnen we sneller en beter handelen. 

Om dat te kunnen doen, moeten onze mensen en wapensystemen worden uitgerust met sensoren en moeten alle defensieonderdelen naadloos met elkaar kunnen samenwerken. Zowel onderling, als in (inter)nationaal verband, met onze partners. 

  • De betrouwbare beschermer 

Binnen de Nederlandse grenzen wil Defensie zichtbaarder zijn. Eenheden oefenen nu vaak ‘buiten beeld’ om overlast te voorkomen. Het doel is om in de toekomst juist beter te laten zien wat de krijgsmacht allemaal doet. Dat kan door te oefenen middenin en samen met de maatschappij. Kortom: het groene pak wordt weer zichtbaar op straat.

Die transparantie en openheid moeten niet alleen zorgen voor meer draagvlak, maar ook voor meer veiligheidsbewustzijn bij de samenleving. Het helpt Nederlanders alert te worden op en weerbaarder te maken tegen dreigingen.

De landen in Europa moeten meer gaan samenwerken voor een veilig continent. Zoals hier, bij een gezamenlijke oefening van de Nederlandse en de Franse krijgsmacht.

Defensie staat als ‘beschermer’ internationaal ook voor een uitdaging. De positie van de NAVO wordt brozer. Steun van de Verenigde Staten is niet langer vanzelfsprekend. Daarom moeten de landen in Europa de handen ineenslaan om op eigen benen te staan en de veiligheid van het continent te waarborgen. Dan versterken we ook de NAVO en houden we de Verenigde Staten en anderen aan boord. Samen staan we sterker. 

Meer samenwerken betekent overigens niet dat alle landen hetzelfde moeten doen: we gaan erop inzetten dat elk land meer zal inzetten op datgene waar ze goed in zijn. Specialiseren zonder de autonomie te verliezen. Zo vullen de capaciteiten van de verschillende landen elkaar beter aan. 

Wat kost dat?

Vooropgesteld: ongeacht het budget gaat Defensie aan de slag met de visie. Maar, beaamt ook minister Bijleveld: “Geld erbij is meer dan nodig.” Als je de organisatie in de toekomst zo goed mogelijk wilt inrichten, dan is er structureel tussen de 13 en 17 miljard euro extra nodig. Dat is een flink prijskaartje. 

De Defensievisie maakt voor het eerst duidelijk wat er om ons heen gebeurt, welke problemen we hebben, wat er moet gebeuren en hoeveel dat kost als je alles zo goed mogelijk inricht. Niet alles kan en niet alles kan tegelijk. Maar de veiligheid en vrijheid in Nederland is wel kostbaar. Iets voor de maatschappij om over na te denken: aan een nieuw kabinet om zich te buigen over waar het op inzet en wat onze veiligheid waard moet zijn.