Tekst ritmeester Jessica Bode
Foto sergeant Jan Dijkstra
'Ik had er helemaal niet bij stilgestaan'
Na een halve eeuw zit het erop voor Jan Stuivenga (66). De voormalig assistent vuurleider op de Vliehors Range op Vlieland is na liefst 50 jaar bij Defensie met pensioen. Een mijlpaal die jaarlijks nog maar enkele tientallen Nederlanders halen.
“Het is dat personeelszaken mijn leidinggevende op de hoogte heeft gebracht, anders had ik er helemaal niet bij stilgestaan. De pensioendatum stond al gepland, maar ik had helemaal niet door dat ik al bij de 50 jaar was.” Rustig drinkt Jan Stuivenga op zijn eerste dag als pensionado een kop koffie aan de eettafel. Zijn vrouw Anneke staat in de keuken. Ze praten over de partytent die achter het huis staat. “Anders smelt je hier op een zonnige dag weg”, verklaart Jan. “Daar kan ik me nu mooi druk om maken.”
Dan kijkt hij naar buiten, waar het met windkracht 8 relatief rustig is en het zonnetje door het wolkendek probeert te prikken. “Hier schijnt altijd de zon. Wat had ik toch geluk dat ik van die 50 jaar bij Defensie er 40 op Vlieland heb gewerkt.”
De Vliehors Range is een uitgestrekte zandvlakte van 17 vierkante kilometer met lage duinenrijen. Het is het enige oefenterrein in Nederland waar air-to-ground-oefeningen mogen plaatsvinden voor de luchtmacht en NAVO-partners.
Een nadeel is dat militairen ontzettend afhankelijk zijn van het weer; met name de waterstand en snelheid van de wind. “Die invloeden maken het werk veel dynamischer dan elders in Nederland. Maar plannen wordt wel lastig. Je kunt al de oefeningen wel vastleggen, maar als de wind harder is dan voorspeld gaat het feest niet door”, deelt Jan zijn ervaringen.
Hoogtijdagen en dieptepunten
De afgelopen 5 decennia verruilt Jan z’n militair pak voor een burgerfunctie en doorloopt hij verschillende functies bij verschillende krijgsmachtdelen. “Ik heb hoogtijdagen meegemaakt, maar ook de diepste dieptepunten. Ik heb grote veranderingen altijd maar over me heen laten komen. Druk maken heeft geen zin.” Op het eerste gezicht lijkt Jan zich sowieso nergens druk om te maken. “Behalve als ie niet weet of ie op tijd is voor de veerboot, dan knijpt ie ‘m”, bekent zijn vrouw.
“Er zijn natuurlijk wel momenten die indruk hebben gemaakt”, zegt Jan. “Vooral als marinier in de tropen en de laatste 20 jaar bij de luchtmacht op de range. Ik heb bijzondere kisten gezien maar ook rampzalige crashes. Vooral met Duitse Starfighters ging het nog wel eens mis. Mooi vond ik de B-52 van de Amerikanen. Zo groot en imposant.”
Op de Vliehors Range vinden ook oefeningen plaats voor (toekomstige) forward air controllers. Die trainen hier air-to-ground-inzet. Bij zo’n militaire actie worden vliegers door militairen op de grond met behulp van radioverbindingen en andere apparatuur naar een bepaald doel geleid waarop de vliegers vuren. Met oefenmunitie én scherp. Voor zowel (gevechts)vliegtuigen als voor helikopters. Van over de hele wereld. Per jaar trainen hier circa 8.000 vliegtuigen, gevechtsvliegtuigen en helikopters. In het weekend is het terrein open voor wandelaars.
Functies verdelen
In 1973 wordt Jan, na een kortstondige periode als dienstplichtige, beroepsmilitair. Daarmee treedt hij in de voetsporen van zijn vader, die eveneens zijn hele leven bij Defensie werkt. “Sterker nog, de krijgsmacht heeft mijn vader naar het eiland gebracht”, benadrukt de oud-marinier. “1954 moesten mijn vader en de vader van Anneke 2 functies verdelen; 1 zou naar de Vliehors Range gaan en 1 naar vliegbasis Leeuwarden. Mijn vader koos voor het eiland. Bij vakanties werd hij vervangen door mijn schoonvader. Ja, zo heb ik Anneke leren kennen.”
‘Ik leerde er lopen’
Jan groeit op met de luchtmacht en is als kind al regelmatig op de Vliehors te vinden. “Ik leerde hier lopen”, reageert hij. Niet verwonderlijk dat hij begin jaren 70 ook voor de krijgsmacht kiest. “Als marinier heb ik in 7 jaar tijd flink wat uitzendingen gedraaid en veel van de wereld gezien. Maar ja, altijd van huis…Dat brak op.”
Dus verruilt hij in 1980 het militaire pak voor een burgerfunctie bij het cavalerieschietkamp van de landmacht op Vlieland. Nadat hij hier 24 jaar werkt, maakt hij de overstap naar 922 squadron van de luchtmacht, ook op het eiland. Hier gaat hij met pensioen. “Als assistent vuurleiding bood ik ondersteuning bij air-to-ground-oefeningen. Ik zorgde er in grote lijnen voor dat de omgeving veilig was. Dat bijvoorbeeld schepen voldoende afstand hielden van de kust en dat er geen auto’s, fietsers en wandelaars in de omgeving waren.”
Tussen 1955 en 2004 lag op Vlieland het cavalerieschietkamp (CSK). Dit was de enige locatie in Nederland waar met scherpe munitie door de Leopardtanks van de cavalerie kon worden geschoten. “De cavaleristen huurden woningen in de Duinstraat, die wij eilanders de Paardensteeg noemden”, mijmert Jan.
Op functie blijven
Aan de keuze voor Defensie heeft Jan nooit getwijfeld. Laat staan ergens anders solliciteren. “Nooit in me opgekomen. Ik heb het altijd een goede werkgever gevonden. Nu wordt er veel geklaagd, maar iedereen moet z’n zegeningen tellen. Nee, het is niet altijd perfect. Maar dat is nergens zo”, benadrukt de nuchtere eilander.
Officieel einde
Op 4 juli hield Jan z'n carrière officieel op. Dat is uitgebreid, maar op coronavriendelijke wijze, gevierd op Vliehors Range. Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Dennis Luyt sprak Jan toe en overhandigde hem onder meer zijn coin. Vrouw Anneke lijkt hier meer van onder de indruk dan haar echtgenoot: “Kijk nou hoe bijzonder, dat krijg je niet zomaar”, probeert ze. Jan reageert: “Ach, daar heb ik het toch allemaal niet om gedaan. Het is het werk waar ik iedere morgen voor opstond.”
Én de kameraadschap, voegt hij toe. “Er is altijd iemand die opstaat en wil helpen. Collega’s staan voor elkaar klaar. Dat is in onze huidige samenleving eerder uitzondering dan regel.”
De coin is een munt die commandanten geven aan collega’s als blijk van erkenning en waardering. Volgens de traditie moet de ontvanger de coin bij een volgend bezoek aan de gever kunnen laten zien. Heeft diegene hem niet op zak, dan moet hij of zij de gever trakteren op een drankje.
Bakkie doen
Jan is nu dan wel gepensioneerd, het zal waarschijnlijk niet lang duren voordat hij zich weer op defensieterrein begeeft. “Ik zie oud-collega’s regelmatig lopen. Dat is niet zo moeilijk met grofweg 1.200 inwoners. Als ik een bakkie wil, ben ik altijd welkom op de range. Ik blijf tot m’n dood met Defensie verbonden.”
En waar het nu tijd voor is? “Oh, geen idee. Ik ben al 35 jaar vrijwilliger bij de reddingsbrigade en dat blijf ik. Als het bunkermuseum opent, ga ik ook daar helpen. Ik blijf in ieder geval op het eiland. Niets is zo fijn als de rust en de vrijheid hier. En géén file!