Tekst André Twigt
Foto Sergeant-1 Mike de Graaf

E-learning flink verbeterd

Corona brengt e-learning in een stroomversnelling. Was het aanbieden van leerstof via internet tot voor kort slechts een belofte. Nu kondigt het Kennis- en Expertisecentrum E-Learning vol trots aan dat deze wens van de gebruiker is vervuld.  

Hoofd Research & Development kapitein Onno Bakker houdt zijn gezicht in de plooi, maar inwendig schreeuwt ‘ie het uit van geluk. Interne barrières die hij had moeten slechten om zaken voor elkaar te krijgen, verdwenen door de effecten van het virus als sneeuw voor de zon. Dat moet ook, want het opleiden van personeel is essentieel voor de krijgsmacht en dient altijd door te gaan. 

Kapitein Onno Bakker: “Het virus heeft een positief effect op de ontwikkeling van online scholing.”

Saai

Het in Amersfoort gevestigde expertisecentrum bestaat al jaren. Ze verzorgen online lessen, bijvoorbeeld om de militaire basisvaardigheden up-to-date te houden. Veel cursisten waren daar niet over te spreken. De leerstof was vaak saai, taai en langdradig, waardoor je niet snel bij de informatie kwam die je nodig had.

Dergelijke geluiden klinken Bakker niet vreemd in de oren. Het verbeteren van onderwijs op afstand stond al heel lang op de agenda. Er kwam een pilot, maar veel verder kwam het niet. Tot het coronavirus zich aandiende en onderwijs via de computer opeens heel noodzakelijk werd.

Door corona werd onderwijs via de computer opeens heel noodzakelijk.

Stukken korter

Dat e-learning bij Defensie voortaan ook op internet beschikbaar is, is volgens Bakker een grote stap voorwaarts. De leerstof is nu beschikbaar voor een onbeperkt aantal gebruikers en het werkt veel beter dan via het interne systeem Mulan. 

Tegelijk werd er een nieuw lespakket samengesteld, dat bestaat uit apps voor verschillende vakken, waaronder Zelfhulp Kameradenhulp (ZHKH). Ontwikkeld voor smartphone en tablet kun je die vanuit huis (of waar dan ook) volgen en bovendien zijn de lessen ook stukken korter geworden. 

Met e-learning nu ook op internet kunnen cursisten overal inloggen om hun kennis op te doen.
Wil je met e-learning blijven scoren, dan moet je er wel continu in investeren.

Wie iets wil weten over bijvoorbeeld kaart en kompas opent de link voor de lesstof en een animatie start. Het is niet langer 1 groot programma waarin je eerst zelf op zoek moet naar de juiste informatie. Het zijn korte modules in app-vorm die de handboeken vervangen. 

”Het idee is dat je - voordat een praktijkles begint - nog even je telefoon opent en een lesje van een paar minuten raadpleegt. Dat werkt snel en effectief. Een extra voordeel is dat iedereen dezelfde informatie tot zich neemt. Voorheen wilde de leerstof van de ene en de andere instructeur nog wel verschillen.”

Niet overbodig

Voor de instructeur blijven persoonlijk contact en praktijklessen essentieel. De verandering bestaat er uit dat hij meer mentor en begeleider wordt. “Die ontwikkeling zie je in het burgeronderwijs ook. Kinderen krijgen geen les meer uit boeken, maar vanaf een tablet met instructiefilmpjes. Dat wilden we bij Defensie al lang en door het coronavirus is alles in een stroomversnelling geraakt.”  

Dienstreizen

De groei van het aantal cursisten dat zich via de computer bekwaamt, is volgens Bakker de laatste maanden explosief toegenomen. Dat komt vooral door grote spelers als de marechaussee. Het Wapen doet mee op internet en heeft er sinds kort alle carrière-opleidingen op gezet.  Zoals diverse praktische cursussen, toetsen en diverse colleges van de vakrichting Veiligheid en Vakmanschap. 

Via via kwam ook het European Air Transport Command op vliegbasis Eindhoven op het net. “Vanwege de vele nationaliteiten bij deze eenheid worden veel cursussen in 7 talen aangeboden”, vertelt Bakker. Volgens de expert was e-learning aanvankelijk bedoeld voor de landmacht, maar nu wordt het omarmd door zo’n beetje de hele krijgsmacht. “Gevolg zijn besparingen op onder meer dienstreizen, waaraan wij ons steentje flink hebben bijgedragen.”

Het bedenken van nieuwe mogelijkheden om leerstof nog beter te maken, heeft prioriteit bij het Kennis- en Expertisecentrum E-Learning.

750 euro

Volgens het hoofd Research & Development zijn de grenzen van wat mogelijk is op het gebied van militair computeronderwijs nog lang niet bereikt. Een project dat steeds beter en uitgebreider wordt, is 'virtual classroom'. Daarmee beschikt de instructeur over een tool dat het mogelijk maakt les te geven alsof ‘ie voor de klas staat. Desgewenst kan hij het scherm delen met de leerling of helemaal overgeven. 

Downloads of filmpjes van YouTube laten zien kan ook. “Allemaal behoeften die zijn ingegeven door de pandemie”, aldus de kapitein. Volgens de specialist vallen de kosten van het internet erg mee. Het hele systeem draait op commerciële servers, die zo'n 750 euro per maand kosten. “Voor dat geld zijn we in staat heel Defensie te bedienen. Maar je moet deze kosten wel los zien van het fabriceren van de content.  Die wordt telkens verder uitgebreid,  verbeterd en het kan natuurlijk altijd mooier. Wil je met e-Learning blijven scoren, dan moet je er wel continu in investeren.”