Tekst Bert van Elk
Foto René Verleg

Kenniscentrum Wapens en Munitie beproeft en certificeert oud geschut

‘Er kwam van alles uit de kanons’

2 gietijzeren scheepskanons van 186 jaar oud worden weer in gebruik genomen door De Stichting Garnizoensstad Vesting Coevorden. Niet om de voormalige vesting in het oosten van Drenthe te verdedigen, maar om er bij ceremoniële gebeurtenissen letterlijk mee te kunnen knallen. 

De afgelopen week stonden de bejaarde bakbeesten van zo'n 3.000 kilo elk op het Artillerie Schietkamp in Oldebroek. Daar keken medewerkers van het Kenniscentrum Wapens en Munitie van de Defensie Materieel Organisatie ze na. Noodzakelijk, want oud geschut afschieten is leuk, maar het moet wel veilig gebeuren. Daarom werden er woensdag en donderdag in totaal 25 proefschoten afgevuurd. Defensie heeft als een van de weinigen de kennis in huis om het geschut te inspecteren en te testen. 

Met een minuscule camera inspecteert majoor Klaver het zundgat van kanon 2841.

Vogelnesten en luiers

De 2 kanons werden vorige week op een dieplader van Coevorden naar Oldebroek gebracht, waar ze werden geïnspecteerd door de medewerkers van de afdeling Munitietechniek. “Er zat van alles in”, reageert hoofd Bureau Munitietechniek majoor Paul Klaver. "Blikjes, vogelnesten, luiers, verzin het maar. Om te voorkomen dat dit in de toekomst weer gebeurt, komt er na de certificering een mondingsstop in.”

Majoor Paul Klaver bij de oude vuurmond.

De inspectie is geen overbodige luxe. “De kanons dienden tientallen jaren als bolder voor schepen in de haven van Hellevoetsluis. Sinds de jaren 70 staan ze al in Coevorden. Het zijn keiharde gietijzeren stukken geschut en aan de buitenkant zitten maar weinig beschadigingen, maar ik wil ook weten hoe de binnenkant eruit ziet. Je moet er niet aan denken dat het kanon scheurt bij een proefschot.”

Camera op een stok

Met een camera werd de binnenkant van de loop bekeken. “Het zundgat (het gat waardoor de lont naar binnen gaat, red.) is in 2 keer geboord. Het is vies en de randen zijn zwak. Ik zie verdikkingen die kunnen zijn veroorzaakt door oxidatie”, somde Klaver op, terwijl hij via het beeldscherm de loop van het kanon met productienummer 2820 kijkt. Nummer 2841 ziet er van binnen beter uit. “Dat wordt 'm”, aldus Klaver. Kanon 2820 moet wachten op het nadere oordeel van de deskundigen.

Er wordt dan misschien niet al te veel zwart buskruit gebruikt, maar de knal is nog altijd venijnig.

Zwart buskruit

De proefschoten zijn nodig om te onderzoeken hoe groot de lading zwart buskruit mag zijn. “Als je er mee schiet, mag je het kanon niet te zwaar belasten. Het geluidsniveau moet ook niet te hoog zijn”, legt Klaver uit. “Er wordt geen kogel afgeschoten. Voor de lading zit een prop die de loop afsluit. Als je dat niet doet zie je tijdens het afschieten alleen een vlam, maar hoor je geen knal.”

Het geluidsniveau werd vastgelegd via microfoons en een drone legde vanaf 40 meter hoogte vast waar het uitschot terecht kwam. “We schieten met verschillende ladingen. We beginnen met tweehonderd gram zwart buskruit en voeren het met stappen van honderd gram op tot zeshonderd gram”, aldus Klaver.

Leden van het Exercitiepeloton Bourtange laden, geheel volgens de voor hen gebruikelijke manier het kanon.

Historische kledij

Afgelopen donderdag werd met nog zwaardere ladingen geschoten, om de maximale toelaatbare belasting vast te stellen. Veiligheid voor alles. Niet alleen voor de bezoekers van evenementen, maar zeker ook voor de leden van het Exercitiepeloton Bourtange, die het geschut gaan bedienen. Gestoken in historische kledij troffen zij geheel in stijl de voorbereidingen voor elk schot, maar het waren echter de medewerkers van Klaver die vuurden. Ze keken van een afstandje gelaten toe in de wetenschap dat hun beurt nog komt.