Tekst Johan Kroes
Foto Archief

75 jaar vrouwen bij Defensie

In 1944 treden de eerste vrouwen in dienst bij de Nederlandse krijgsmacht. Ze werken dan als bijvoorbeeld verpleegkundige, typiste of boekhoudster. Eind jaren 70 mogen vrouwelijke militairen ook varen, vliegen en vechten en sinds de jaren 90 voert Defensie een actief beleid om vrouwen te werven en te behouden. In deze rubriek komen de dames aan het woord die ervoor gezorgd hebben dat het na 75 jaar heel normaal is dat er vrouwen bij Defensie werken. Deze week vertelt Elly Piek haar verhaal. 

In oktober 1980 werd zij met 20 andere vrouwen op Hs. Ms. Zuiderkruis geplaatst. Eén van haar commandanten deed er samen met zijn eerste officier alles aan om deze proef te laten mislukken.

Afgeschermd

Voordat Elly op de Zuiderkruis werd geplaatst, was ze al 8 jaar in dienst bij de Marine Vrouwenafdeling. Op 17 april 1972 begon ze aan de opleiding tot Marva. “Als vrouwenkorps waren we erg afgeschermd en kregen lang niet dezelfde vaardigheden mee als de mannen. Dat gebrek aan vooropleiding heeft mij nog mijn hele loopbaan achtervolgd.” 

‘Op passerende marineschepen stonden ze met verrekijkers naar ons te kijken’

Verrekijker

Toen bleek dat er een proef van start zou gaan met vrouwen op de Zuiderkruis aarzelde Elly geen moment. De bemanning van 200 mensen ging nu verder met 21 vrouwen. Elly was de enige met een korporaalsrang. De proef ging van start nadat voor 50.000 gulden aparte douche- en toiletruimtes aan boord waren gecreëerd. Elly: “Alle ogen waren letterlijk en figuurlijk op ons gericht. Als er een Nederlands marineschip voorbij voer, stonden ze met verrekijkers naar ons te kijken. Ook de aandacht van de pers was niet altijd even leuk. Het maakte wel dat we een hele hechte ploeg werden.”

Elly moest alle zeilen bijzetten om die eerste periode door te komen.

Slechte beoordeling

Elly moest alle zeilen bijzetten om die eerste periode door te komen. Zo liet het gemis aan vooropleiding zich nu voelen. “We hadden natuurlijk geen ervaring met varen en moesten allerlei vaardigheden leren. Uiteindelijk was het een hele leuke en leerzame periode. Hard werken, maar je zag wat van de wereld en je werd er ook nog voor betaald.”

Doordat de mannen van tevoren mochten aangeven of ze wel of niet aan de proef wilden meedoen, ging de samenwerking met de vrouwen aan boord van meet af aan gesmeerd. Toch was haar tweede commandant minder enthousiast. Samen met zijn eerste officier zorgden zij ervoor dat alle dames een slechte beoordeling kregen. Elly: “Daar hebben we toen een bezwaarschrift tegen ingediend en uiteindelijk werden deze beoordelingen vernietigd. Daar kan ik nu nog boos om worden. We hadden gewoon een nieuwe, juiste beoordeling moeten krijgen.”

‘Er was allerlei regelgeving, bijvoorbeeld dat je niet met elkaar mocht dansen’

Handwerkje

In totaal werkte Elly 4 jaar op de Zuiderkruis, waarvan de 2e varende periode als sergeant-majoor. In die hoedanigheid was ze de enige vrouw in de mess voor onderofficieren, wat voor haar geen probleem was. “Je moet gewoon zelf niet te moeilijk doen. Van beide kanten is het geven en nemen. Als ze een bepaalde film wilden zien, dan ging ik gewoon ergens anders zitten. Van mijn kant nam ik mijn handwerkje mee naar de mess. Dat gaf ook een stuk gezelligheid. De wasplaatsen deelden we, want je kunt niet voor één vrouw de boel afsluiten. Ik waarschuwde wel als ik binnen kwam. In die tijd was de marineleiding wel heel voorzichtig. Er was allerlei regelgeving, bijvoorbeeld dat je niet met elkaar mocht dansen. Ook was er extra verlichting aangebracht. Ze hielden met alle scenario’s rekening. Nu lach je erom. Al met al was het een tijd die ik zo weer zou overdoen.” 

Over 2 weken het verhaal van Esmée van Wijk, die alles opgaf om infanterist te worden.