Tekst Johan Kroes
Foto Archief

75 jaar vrouwen bij Defensie

Voor het eerst een vrouw als officier bij de infanterie

In 1944 treden de eerste vrouwen in dienst bij de Nederlandse krijgsmacht. Ze werken dan als bijvoorbeeld verpleegkundige, typiste of boekhoudster. Eind jaren 70 mogen vrouwelijke militairen ook varen, vliegen en vechten en sinds de jaren 90 voert Defensie een actief beleid om vrouwen te werven en te behouden. In deze nieuwe rubriek komen de dames aan het woord die ervoor gezorgd hebben dat het na 75 jaar heel normaal is dat er vrouwen bij Defensie werken. Deel 3: Helga Meindertsma.

In oktober 1988 begint Helga Meindertsma aan een opleiding die nog niet eerder door een vrouw is voltooid: die tot officier bij de infanterie. Helga gaat samen met de dienstplichtige officieren in opleiding met een ‘kort contract voor vrouwen’ op de Jan van Schaffelaerkazerne in Ermelo. 

De kamer die ze krijgt bevindt zich in een leeg gebouw, ver bij alle mannen vandaan. Ook tijdens de eerste bivak krijgt ze een boogtent voor haar alleen. “Ik vond die aparte status maar niks”, vertelt Helga. “Ik wilde gewoon hetzelfde doen en net zo behandeld worden als de mannen. Ik heb dat wel laten weten en gelukkig is hier ook naar geluisterd. We hebben bijvoorbeeld goede afspraken gemaakt over het gebruik van de latrines tijdens een bivak.”

'Ik wilde net zo behandeld worden als de mannen'

Zilveren PRAT

De fysieke eisen haalt Helga door in de avonduren extra te sporten. Het samenwerken en leidinggeven gaan haar goed af. Na 6 maanden krijgt ze onder grote belangstelling haar vaandrigstip uitgereikt. Dit gedenkwaardige moment haalt zelfs het NOS-journaal en de voorpagina van de Telegraaf. Op de volgende 6 jaar kijkt Helga ook met veel plezier terug; van pelotonscommandant bij achtereenvolgens 48 Panterinfanterie- en 17 Pantserinfanteriebataljon. Werken met ‘de mannen’, een team vormen en samen een doel bereiken vindt ze geweldig. 

Het behalen van de vaandrigstip haalt het NOS-journaal en De Telegraaf

Ze wint met 1 van haar pelotons zelfs de ‘zilveren PRAT’, een prijs voor de beste pelotonsvaardigheden. Vanzelfsprekend is dit echter niet. “Een echte infanterist is vaak een ‘hokjesdenker’. Links is links en rechts is rechts”, benadrukt Helga. “Als je uit de pas loopt, dan krijg je problemen. Dit was een team waarbij er meerdere mannen ‘uit de pas’ liepen. Die moet je anders benaderen. Dan helpt het dat je als vrouw misschien toch iets meer empathisch bent ingesteld. Door veel gesprekken te voeren, heb ik ze in het juiste spoor gekregen. Daar ben ik nu nog trots op.”

Gezin

In 1995 kiest Helga er met pijn in het hart voor om Defensie te verlaten. Tijdens de zwangerschap van haar eerste dochter wordt ze erg ziek en na de geboorte moeten de artsen vechten voor het leven van haar dochter. De combinatie met haar veeleisende werk blijkt te veel van het goede. 

Maar na een pauze van 10 jaar en 3 kinderen rijker, komt ze weer terug bij Defensie. Weer bij de infanterie. “Ik had allerlei baantjes in de sportwereld gehad. Dat hield me fit. Ik miste alleen het werk bij de krijgsmacht ontzettend. Toen ik er eenmaal weer werkte heb ik nog een vierde kind gekregen. De combinatie van het werk én een gezin lukt door al de hulp van mijn achterban. Heel bijzonder dat mijn jongste zoon nu ook voor de landmacht heeft gekozen.”

In de volgende Defensiekrant het verhaal van Charlotte Bloemendaal, 1 van eerste vrouwen die een opleiding volgde bij de Koninklijke Marechaussee.