Tekst tweede luitenant Djenna Perreijn
Foto Valerie Kuypers | Video: Paris Hidden
Vice-voorzitter van de Stichting Homoseksualiteit & Krijgsmacht: kolonel Sandra Keijer
‘Kijk mama, een meisjessoldaat!’ Met haar mollige vingertje wijst een peuter naar een luitenant aan boord van de defensieboot. Vrolijk zwaait het defensiepersoneel terug: meisjes, jongens, dames, heren. En voor wie de hokjesverdeling verder voert: hetero’s, homo’s, lesbiennes, biseksuelen, transgenders, interseksen en queers. Hoewel we bij Defensie gek zijn op afkortingen, is besloten in plaats van LHBTIQ te kiezen voor LHBT+.
Ook minister Jeanine Hennis-Plasschaert feest aan boord uitbundig mee en maakt op verzoek van collega’s talloze selfies met hen. “Zo mooi om het enthousiasme en het respect voor onze mensen op de kade te zien.” Toch wil ze benadrukken dat de Canal Parade niet alleen draait om een goed feestje. “Want hoewel we in vergelijking met andere landen zeer tolerant zijn, zijn we er nog niet. Dat blijkt ook uit onze laatste onderzoeken: er is nog wel een slag te slaan voor de acceptatie van LHBT+ personeel binnen Defensie.'”
Het is alweer de 7e keer dat Defensie met een eigen boot meevaart. Maar liefst 110 collega´s uit het hele land voeren mee, een recordaantal. “Als we iedereen mee moesten nemen die op de reservelijst stond, hadden we een marineschip in moeten zetten, lacht kolonel Sandra Keijer, vice-voorzitter van de Stichting Homoseksualiteit & Krijgsmacht (SHK). ‘This is my pride', luidde het thema van de Pride Amsterdam dit jaar. “En dat is op ons lijf geschreven.”
Wie bent u?
“Ik ben kolonel Sandra Keijer, vice-voorzitter van Stichting Homoseksualiteit. Toen ik nog bij de politie werkte, heb ik in Amsterdam het samenwerkingsverband Roze en Blauw uit het slop getrokken. In 2012, toen ik al bij Defensie werkte, ontving ik een award van Workplace Pride. Dat is een overkoepelende organisatie van roze netwerken.
Toen ik bij mijn eerste functie bij Defensie vroeg hoeveel van mijn 367 collega’s LHBT+ waren, staken er slechts 3 hun hand op. Dat aantal is onmogelijk. Als enige hetero sloot ik me aan bij het bestuur van SHK. In mijn rol en functie kan ik iets betekenen. Onze vrijheid begint bij die van een ander. Ik vind het een leiderschapskwestie, de doelgroep hoeft er niet voor te staan.”
Wat doet Stichting Homoseksualiteit en Krijgsmacht?
“Wij signaleren misstanden en problemen, zoals pestgedrag en kaarten die aan. We zetten ons in voor sociale acceptatie, gelijkwaardigheid en een veilige werkomgeving. We geven zichtbaar en onzichtbaar advies op alle niveaus. Zo springen we bij als iemand bijvoorbeeld een transitietraject ingaat en beantwoorden vragen van zijn of haar commandant: waar slaapt iemand, welk kledingpakket is juist en welke sporteisen worden gesteld? Verder organiseren we activiteiten om de emancipatie te bevorderen. Men is zich er steeds meer van bewust dat diversiteit binnen de organisatie ook functioneel is. Zonder vrouwen bereik je bijvoorbeeld de helft van de wereldbevolking niet. Het gaat hier om kwaliteit van het werk. Personeel met dezelfde achtergrond, zal allemaal met eenzelfde oplossing aankomen. Voor een bredere kijk, heb je een divers aanbod van medewerkers nodig.”
Stichting Homoseksualiteit en Krijgsmacht bestaat 30 jaar. Wat hebben jullie in die tijd weten te bereiken?
“In 1974 was Nederland het eerste land ter wereld waar het verbod voor homoseksuelen om te dienen in de krijgsmacht werd opgeheven. Toch was bij onze oprichting in 1987 de combinatie van homo en militair zijn eigenlijk ondenkbaar. Het was nog steeds beroerd gesteld met de rechten voor LHBT+ personeel. Hoewel we geen beleid hadden als het Amerikaanse ‘don’t ask, don’t tell’, werd niet over gesproken over geaardheid. Majoor Abel van Weerd, zelf homoseksueel, heeft toen de SHK opgericht, het eerste roze netwerk binnen een krijgsmacht ter wereld. Sindsdien is er gelukkig heel wat veranderd. Veel inspanning is geleverd om de sociale acceptie en een veilige werk- en leefomgeving te creëren. Door de oprichting van SHK werd het ministerie van Defensie gedwongen aandacht te geven aan de positie van LHBT+ personeel. Inmiddels zijn we goed gepositioneerd, ook internationaal. Zo hebben we de Amerikanen bijgestaan toen zij onder Obama het ‘don’t ask, don’t tell-beleid’ afschafte.”
Hoe staat het LHBT+ personeel van Defensie er nu voor?
“We gaan ervan uit dat het percentage LHBT+ personeel gelijk ligt met de beroepsbevolking: 8 tot 10 procent is geen hetero. Voor hen is er nog veel te winnen. ‘Homo’ is het meest gebruikte scheldwoord binnen onze organisatie. Iedere keer als het weer aan iets negatiefs wordt gekoppeld, voel je je als homo gekleineerd. Ons personeel krijgt elke 3 jaar een nieuwe functie. Zij vraagt zich elke keer opnieuw af hoe hun geaardheid binnen het nieuwe team zal vallen. Sommigen komen bij het ene team wel en in het andere niet uit de kast. Onze jongere generatie voelt zich over het algemeen vrijer dan personeel dat in hun carrière al veel heeft moeten bevechten voor acceptatie. In het laatste SCP-rapport ‘Grenzen aan de eenheid’ zijn werknemers gevraagd naar hun mening over LHBT+ collega’s. Veel mensen zeggen geen onderscheid te maken en iedereen gelijk te behandelen. Maar op de vraag of het een probleem zou vormen als hun huisarts homoseksueel zou zijn, antwoordt een aanzienlijk deel dat ze daar moeite mee zouden hebben. Dat strookt niet en dat blijf ik wonderbaarlijk vinden.”
Waarom is het zo belangrijk dat Defensie meedoet aan de Canal Parade?
“Het is zowel op intern als op extern vlak belangrijk. Het is mooi als collega’s op hun werk mogen zijn wie ze zijn. Als militair moet je goed functioneren en uit de kast werkt beter. De steun van collega’s op hoog en laag niveau is hierbij van groot belang. Naar buiten toe is het ook belangrijk dat Defensie laat zien dat wij beschermen wat ons dierbaar is, dat spreekt de LHBT-kringen en toekomstige collega’s erg aan. Onze act tijdens de parade was het brengen van de militaire groet. Het publiek vindt dat ieder jaar weer indrukwekkend. Mensen vallen stil, alvorens ze in applaus uitbarsten. Een collega die een zware uitzending achter de rug heeft, vertelde dat hij zich voor het eerst echt gewaardeerd voelde vanuit de burgerij. Omgekeerd voelen we ons ook vanuit de top zeer gesteund. Op de defensieboot voeren naast de minister ook dit jaar veel VIP’s mee. We zijn tegenwoordig een inclusieve organisatie, maar dat betekent niet dat we er al zijn.”