Wie Defensie slechts een beetje kent weet dat militairen te pas en te onpas jargon, afkortingen en vaktermen gebruiken. Enerzijds is het ludiek, anderzijds puur praktisch omdat het (in het heetst van de strijd) sneller communiceert. Om een idee te krijgen van ‘Defensie codetaal’ hebben we een fictief verhaal geschreven dat er bol van staat. Test jezelf en kijk of je er zonder hulp uitkomt. En anders kun je altijd op de +’jes klikken. Suc6!
Een normale dag in het leven van een militair. SGT Klaas Merkens (31) werkt al 11 jaar als visstick voor de baas. Na zijn opkomst als spijkerbroek, werd hij taris bij de Logistieke Dienst van de KM/CZSK. Hier leverde hij allerlei haspadi’s en moest vaak staand vrije hand klussen doen. Sinds een paar jaar is hij verbindelaar op de mkwd. De dertiger droomt ervan om ooit nog eens gympy te worden.
SGT = sergeant * visstick = marinier * de baas = de werkgever Defensie * spijkerbroek = iemand die vanuit de burgermaatschappij militair wordt * taris = militair van de Logistieke Dienst * KM/CZSK = Koninklijke Marine/Commando Zeestrijdkrachten * haspadi’s = hand- en spandiensten * staand vrije hand = zonder voorbereiding * verbindelaar = iemand van de verbindingsdienst * mkwd = Marinekazerne Willemsoord in Den Helder * gympy = sportinstructeur
Een sportinstructeur helpt militairen met hun training (foto: Valerie Kuypers).
Klaas is geen binnenslaper, zoals de meeste van zijn collega’s. Hij woont in De Haukes, niet ver van Anna Paulowna. Dagelijks stuurt hij met zijn burgerblik heen en weer. Soms gaat hij te voet, maar dat is een flink stuk stekkeren. Zijn vader begon ooit als dipli bij de baas en werd later BOT’er. Hij kreeg zelfs een bosrandmedaille. Nu is de beste man met flo.
Binnenslaper = militair die doordeweeks op de kazerne verblijft * sturen = rijden * burgerblik = privé auto * stekkeren = lopen * dipli = dienstplichtige * BOT’er = beroepsmilitair met een contract voor onbepaalde tijd * bosrandmedaille = Landmachtmedaille voor langdurige operationele dienst * flo = functioneel leeftijdsontslag (pensioen)
In zijn vrije tijd sport Klaas veel, want hij wil gezond zijn en een strandkast krijgen. Onlangs mocht hij van de baas nieuwe Beatrix Nikes en amfibische pendek bestellen. Dat bleek een vergissing, dus had Klaas een houten kaak. De visstick sport ook graag op de hiba. Tijdens de mariniersopleiding moest hij er 10 keer achter elkaar, hakke-billen, overheen. Toen had hij een knakmomentje. Vooral omdat hij zat te gummienekken, maar niet mocht knoeren in een horizontale tijdsversneller.
De hindernisbaan afleggen is erg zwaar (foto: Phil Nijhuis).
Maar wat is er nu beter dan goed voedsel na zware inspanning? Klaas gaat graag snavelen met andere paxen bij Paresto. Zijn lievelingskostje is de blauwe hap op woensdag. Tijdens korte oefeningen krijgen militairen vaak een opa, lupa of dipa mee. Ga je langer dan is het meestal een wol-pakket. Sommigen vinden dat zo vies, dat ze ervan achteruit gaan eten.
Klaas z´n beste vriend is kpl Pieter Hol (30). Hij werkt als groene klont bij 43 Mechbrig op de rvs in Oirschot. Eigenlijk wilde hij bij de aardbeien, maar kwam de opleiding niet door. Nu is hij al jarenlang monteur elektrotechnisch materieel en gaat regelmatig op oefening en uitzending.
Kpl = korporaal * groene klont = landmacht militair * 43 Mechbrig = 43e gemechaniseerde brigade * rvs = Generaal-majoor De Ruyter van Steveninckkazerne * aardbeien = militairen van de Luchtmobiele Brigade
De Blauwe Hap op woensdag is geliefd onder militairen (foto: korporaal Jasper Verolme).
Soms wordt Pieter met andere paxen door een 4-tonner op locatie gebracht. Als het achterin vol is, moet je naast de chauffeur zitten. Soms staat de verwarming daar op standje nucleair. Voor de chauffeur is het aan te raden om de VS 2-1360 door te lezen. Al is dat wel een blaartrekkend verhaal.
4-tonner = militaire vrachtwagen met laadbak waar je kunt zitten * standje nucleair = hoogste stand van de verwarming * VS 2-1360 = handboek voor de chauffeur * blaartrekkend = vervelend/saai
Tijdens oefeningen en missies nemen Pieter en z´n collega´s een groot deel van de barang mee. Inclusief de baret nat weer, bilaminaat en butsmuts. Het bloemetjespak moet aan. Let daarbij goed op dat je liboza en reboza dichtzitten en dat je het hepla odema hebt. Je buddy kan je daar ook op wijzen. Als er veel bagage is, gaat ook de pluba mee. Dan ben je blij als je op een gegeven moment mag afhangen.
Barang = uitrusting/bagage * baret nat weer = opvouwbare waskom * bilaminaat = regenjas * butsmuts = helm * bloemetjespak = camouflagetenue * liboza = linkerbovenzak * reboza = rechterbovenzak * hepla odema = herkenningsplaatje op de man * buddy = maatje/kameraad * pluba = plunjebaal * afhangen = de uitrusting af doen (ook synoniem voor bevallen)
Met het camouflagetenue vallen militairen nauwelijks op (foto: sergeant Sjoerd Hilckmann).
Pieter hoopt altijd vurig dat de rotota niet mee hoeft. Een onhandig klein ding, waar je eigenlijk niets mee kunt. Heel veel meer dan een tfn en bupapo past ook niet. Als je trouwens naar missiegebieden gaat heb je een mipapo nodig.
En nu? Als je niet meer declarerend voorwaarts hoeft, dan operatie stofwolk. Kikadewado!
Declarerend voorwaarts gaan = declaraties indienen voor gemaakte dienstreizen * operatie stofwolk = snel naar huis gaan * kikadowado = een kind kan de was doen.
Nog niet genoeg jargon gehoord? Volg hier een extra taalles!