Tekst kapitein Arjen de Boer
Foto sergeant-majoor Gerben van Es

Mariniers bikkelen in Mojavewoestijn Californië

Mariniers zijn zeesoldaten. Althans, het is een veelgebruikt synoniem. Het zijn immers de infanteristen van de Koninklijke Marine die op en vanaf zee een veelvoud aan operaties kunnen uitvoeren.

Maar in de Mojavewoestijn van Californië is de zee ver weg, de Stille Oceaan ligt zeker 4 uur rijden met de auto verderop. Toch waren mariniers van het 11e Raiding Squadron de afgelopen weken juist op die gortdroge plek te vinden, de plek waar ook coyotes en ratelslangen jagen. Daar trokken ze samen met hun collega's van de Britse Royal Marines Commando's en het United States Marine Corps alle registers open tijdens de oefening Black Alligator.

Scroll verder voor een sfeerimpressie. Meer details in de volgende editie van het marineblad Alle Hens op magazines.defensie.nl.

Met scherp - Op het oefenterrein in Californië kunnen troepen alles uit de kast halen. Tijdens de grote voorlaatste oefening schoten de Britten, Amerikanen en Nederlanders met scherpe munitie. Dat gold niet alleen voor de infanterie, maar ook voor de kanonnen, Apache-gevechtshelikopters, mortieren en Abrams-gevechtstanks. “Ik zit nu 8 jaar bij de mariniers, maar dit heb ik nog nooit gemaakt”, zegt korporaal Matthieu (niet op foto) nadat de kakofonie aan schoten is geluwd.
Trainen, trainen, trainen - Black Alligator was een unieke mogelijkheid voor het 11e Raiding Squadron van het Korps Mariniers om hun zogeheten skills & drills fijn te slijpen. Een Raiding Squadron bestaat uit ruim 100 mariniers, die op hun beurt zijn onderverdeeld in 3 Raiding Troops. Zo'n troop bestaat dan weer uit 2 Raiding Sections van 14 militairen. Dat is de kleinste eenheid binnen het Korps Mariniers die zelfstandig kan opereren.
Collega's en bondgenoten - De mariniers werkten nauw samen met een tankeenheid van het Amerikaanse marinierskorps en hun Britse collega's van 40 Commando. Sterker nog, de Nederlanders waren geïntegreerd bij de ruim 1000 Britten die met alle toeters en bellen richting Twentynine Palms waren afgereisd. Dit betekent dat de leiding van 40 Commando bepaalde wat de Nederlanders moesten doen tijdens de diverse gevechtsacties.
Ondersteuning - De zeesoldaten van het 11e kregen hulp van ondersteunende eenheden zoals een antitankgroep en kregen extra vuursteun van een zogenoemd fire support team. Deze eenheid trok op met de Amerikaanse tanks en reed in Humvee-terreinvoertuigen met daarop een zwaar kaliber machinegeweer. Hiermee konden zij op grote afstand vuursteun geven aan de eigen troepen. Verder kreeg het 11e hulp van medische teams en logistiek personeel.
In de States is alles groter. Immens is dan ook het woord dat het oefenterrein in Californië het beste beschrijft. Uitgestrekte vlaktes vol zand, rotsen en tanige struikjes. Her en der, ingeklemd tussen bergketens, zijn oefendorpen gebouwd. Eenheden kunnen hier met alles wat een leger in huis heeft, oefenen. “In Europa hebben we simpelweg niets vergelijkbaars”, zegt trainingsofficier kapitein Simon Long van 40 Commando. “Alleen hier kunnen we volledig geïntegreerd oefenen.”
Richting de kou - Soms steeg het kwik in de woestijn tot boven de 40 graden. Maar binnenkort vertrekt het 11e Raiding Squadron richting Letland voor de multinationale oefening Silver Arrow, de temperatuur ligt daar eerder tussen de 0 en 10 graden. De oefening staat in het teken van de Very High Readiness Joint Taskforce. De voorhoede van deze NAVO-interventiemacht moet binnen 2 dagen in een crisisgebied operationeel zijn. Het 11e kan vanaf 1 januari 2017 hiervoor worden ingezet.