04

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 20

Duits-Nederlandse samenwerking maakt nieuwe stap

Tekst Evert Brouwer
Foto sergeant Hille Hillinga

De grondgebonden luchtverdediging levert niet alleen veiligheid voor militairen tegen aanvallen met vliegtuigen. Ze beschermt ook steden, burgers en eigenlijk alles wat ons lief is.

Met die boodschap onderstreepte plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten generaal-majoor Martin Wijnen het belang van de samenwerking tussen de Patriot-eenheden van het Nederlandse Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) en de Duitse evenknie SAM-Wing 1. Deze week oefenden ze voor de eerste keer met succes samen op de schietrange NAMFI op het Griekse eiland Kreta. “Wellicht de opmaat naar een multinationale eenheid met meer systemen”, suggereerde Wijnen.

Een groot vlak boven open zee is vrijgehouden om te kunnen vuren met de Patriot-raketten.

De Duits-Nederlandse Patrioteenheden zijn tijdens hun training initial operational capabel verklaard, wat betekent dat ze hebben bewezen goed te kunnen samenwerken. De aanwezigheid van generaal Wijnen, de Duitse plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Dieter Naskrent en de voorzitter van de Vaste Commissie voor Defensie in de Tweede Kamer, Han ten Broeke, onderschreef het belang van de IOC-verklaring.

Briljant

Een volgende stap, geheel operationeel inzetbaar, staat voor 2018 gepland. “Briljant wat er in korte tijd is neergezet”, sprak plaatsvervangend-commandant DGLC, luitenant-kolonel (luchtmacht) Niels Vredegoor, net na de geslaagde lanceringen van in totaal zo'n 20 Patriots. “Iedereen heeft lange dagen moeten draaien in de aanloop naar deze live firing en dan is het prachtig om te zien dat alles perfect verloopt. Nu moeten we verder op deze weg om de standaard nog beter op elkaar af te stemmen.”

De radar vormt een belangrijk onderdeel van de grondgebieden luchtverdediging.

Apollo

Zowel generaal Wijnen als overste Vredegoor noemt de gezamenlijke oefening op Kreta een grote stap in het project Apollo. Dat project behelst meer dan de verdere integratie van de Nederlandse en Duitse grondgebonden luchtverdedigingseenheden. Zo is het plan om opleidingen te concentreren in een gezamenlijke lucht- en raketverdedigingsschool. Ook kijken de projectleiders naar de integratie van de Duitse eenheid SAM-Group 61 in een Nederlandse eenheid. Al komen de Duitse militairen dan niet met hun materieel naar de Bestkazerne in Vredepeel.

Plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten Martin Wijnen spreekt de Duits-Nederlandse eenheid toe en overhandigt het certificaat aan de Duitse kolonel Arnt Kubart .

Turkije

De Duits-Nederlandse samenwerking bij de grondgebonden luchtverdediging is niet nieuw. Van begin 2013 tot begin 2015 stonden de landen in Turkije voor de NAVO-missie Active Fence, om Turkije te beschermen tegen mogelijke raketaanvallen vanuit Syrië. Die missies, de veranderde kijk op internationale veiligheid, alsmede bezuinigingen en reorganisaties in beide landen, benadrukken de behoefte tot intensivering van de betrekkingen. Daarvoor is het project Apollo opgericht. De samenvoeging leidt overigens niet tot integratie op alle niveaus. Het geldt vooral voor de bevelsstructuur.

Internationaal overleg tussen Duitse, Nederlandse en Griekse militairen.

De Patriot

De Patriot is een grond-lucht-geleidewapensysteem voor de middellange afstand. Het systeem is ontworpen voor de luchtverdediging tot een hoogte van ongeveer 20 kilometer en een afstand van 60 kilometer. De Patriot kan vliegtuigen en helikopters uitschakelen, maar ook zeer snelle ballistische- en kruisraketten. Een Patriot-systeem (Phased Array Tracking Radar to Intercept On Target) kan een doel volgen en onderscheppen met behulp van een elektronisch gestuurde radarbundel. Het systeem bestaat uit een radar, stroomvoorziening en een vuurleidingscentrale die een of meerdere lanceerinrichtingen kan aansturen. Een ‘lanceerder’ kan tot 4 PAC-2 en 16 PAC-3-raketten bevatten. Nederland heeft een Patriot-squadron met een commando-logistieke eenheid en 3 vuureenheden. Er is materiaal voor een 4e vuureenheid. Deze reserve houdt de 3 vuureenheden inzetbaar bij (groot) onderhoud en klachten. Een vuureenheid bestaat uit een radar, een vuurleidingscentrale, 6 raketlanceersystemen en een commandopost. Ook zit er communicatie- en onderhoudspersoneel (eerstelijns) bij.