Tekst Djenna Perreijn
Foto Fred Bouwknegt

Kortere frikadellen, slimme apps en altijd een fysio in de buurt

‘Inspirerend, out of the box en vernieuwend’ zijn de criteria voor plannen die defensiemedewerkers tijdens i-Day (innovatiedag) pitchen. Maar ze moeten ook uitvoerbaar en breed toepasbaar zijn. Maar innoveren is vooral ‘doen’. Dat is dan ook het centrale thema van het komende innovatiejaar. 

Innoveren is volgens Defensie noodzakelijk, op technologisch maar ook op sociaal en cultureel gebied. In een veranderende wereld met een verslechterende veiligheidssituatie opereren concurrerende spelers snel. Dit terwijl Defensie altijd uit is op een voorsprong, de tegenstander wil verslaan. Op i-Day gaat Defensie verder met ideeën en inspiratie uit eerdere inspiratiedagen. Zo moet werken bij Defensie leuker, sneller en gemakkelijker worden.

Doel is lopende initiatieven oogsten en concretiseren. “We kijken hoe aansprekend iets is, en of de hele krijgsmacht er iets aan kan hebben”, vertelt jurylid Schout-bij-nacht Maarten Tossings, hoofddirecteur Bedrijfsvoering. “Het is prachtig om mensen de mogelijkheid te bieden hun ideeën kwijt te kunnen bij oudere lui zoals ik. Die drang naar vernieuwing herken ik uit mijn eigen operationele verleden.” Tossings is naast jurylid op i-Day één van de innovatiecoaches. “Wij coachen en begeleiden, maar misschien wel het belangrijkste: wij stellen ons netwerk van mensen uit de hele krijgsmacht beschikbaar.”

Op i-Day is 150.000 euro verdeeld om de veelbelovende initiatieven verder te brengen. Het initiatief van het Joint Informatievoorziening Commando en Operations kreeg de publieksprijs van 50.000 euro. Zij bedachten het ‘RE-Employment (REP) programma’. In het programma worden medewerkers gestimuleerd hun blik te verbreden door 3 tot 6 maanden aan projecten binnen of buiten hun eigen defensieonderdeel mee te werken. Dit programma wordt nu bij alle defensieonderdelen verder uitgerold.

Anjo Snijders, reservist bij de E-compagnie van 10Natresbataljon, was ontwikkelaar bij Land Training Centre

Quick Response System

Bij een acute noodsituatie, zoals een watersnoodramp, binnen 2 minuten zien welke reservisten in de buurt – en inzetbaar – zijn. Het is toekomstmuziek, want de 6000 vrijwilligers van de Nationale Reserve worden nu nog opgeroepen via een omslachtig systeem, weet Anjo Snijders. Hij bedacht een applicatie voor de smartphone om de oproep te vereenvoudigen en versnellen. “We gebruiken nu een houtje-touwtjesysteem waarin makkelijk fouten kunnen sluipen. De roosters zijn Excelsheets die via privé-mailadressen worden rondgemaild en steeds opnieuw moeten worden ingevuld. Bij spoed zijn er ‘sneeuwbalbellijsten’, zo kan het voorkomen dat er nu mensen niet worden opgeroepen die wel beschikbaar zijn, en andersom.” Het Quick Response System van Snijders moet zulke ruis op de lijn wegnemen. “De reservisten die geschikt zijn voor de klus, dus met de juiste rang, stand en locatie, krijgen een melding. Zij kunnen eenvoudig aan hun verantwoordelijke terugkoppelen of ze inzetbaar zijn.” Het idee van Snijders gooide hoge ogen bij de jury. Zijn plan krijgt 50.000 euro voor verdere ontwikkeling. “Eigenlijk is het vreemd dat zoiets nog niet bestaat. Dit kan ons een hoop tijd en geld schelen”, aldus de jury.

Hans Hoogsteen, Instructeur bij de School voor Maritieme Vorming en Bedrijfsvoering Onderwijs

Blessure behandeling

Van ongeschikt naar geschikt. In de initiële opleiding bij de landmacht en de marine valt nu gemiddeld 20 procent van de leerlingen uit. Bij 10 procent heeft dat een medische oorzaak. Volgens Hans Hoogsteen is dat gemakkelijk te voorkomen door individuele zorg op maat te geven. “Ik wil een preventieve behandeling voor de ‘spijkerbroek op afstand’. 8 weken opleiding blijkt vaak te kort om een bepaald niveau te behalen, waardoor overbelasting optreedt. Door in de maanden vóór de opleiding al te beginnen, komen de soldaten in spé op een beter startpunt binnen.” Hoogsteen volgt naast zijn werk als instructeur een opleiding tot fysiotherapeut . “Het zou ook goed zijn om op de opleidingslocaties een fysiotherapeut te hebben. Zo kunnen blessures die veelal voortkomen door overbelasting direct worden aangepakt. Als ik dat zou mogen doen zou ik dat geen schande vinden”, grapt Hoogsteen. “Bij de centralisering van Defensie is de medische ondersteuning verplaatst naar een centraal punt. Maar het reizen van een leerling onder begeleiding kost veel geld en tijd en is niet efficiënt.” In januari begint een proef waarin een jaar lang het nut en de noodzaak van zijn idee wordt onderzocht.

Jan ten Cate, senior adviseur bij het Ministerie van Defensie

Serve the planet

Een reductie van 20 procent in dierlijke producten in de maaltijden die Defensie serveert heeft volgens Jan ten Cate, zelf veganist, grote voordelen voor klimaat, gezondheid, grondstofverbruik en dierenwelzijn. “De productie van vlees, melk en kaas heeft een enorme impact op het milieu. Ook Defensie krijgt last van klimaatveranderingen, zo worden de vluchtelingenstromen niet kleiner als de droogte toeneemt.” De laatste adviezen van het Voedingscentrum gaan in op de negatieve gezondheidseffecten van rood en bewerkt vlees. “En wat zie je in onze kantines? De nadruk ligt nog steeds op schnitzels, gehaktballen en vleeswaren.” Ten Cate hoopt dat Defensie toe wil naar een ‘modernere manier van eten’ met minder dierlijke producten. “Onze jonge mannen eten graag veel vlees. De spareribs en frikadellen zijn dan ook ontzettend in trek.” Bang dat die helemaal van het menu verdwijnen, hoeven zij niet te zijn. Ik denk in kleine stapjes, “Als je de frikadel in de ban doet, krijg je heibel. Maar als je ‘m 5 procent kleiner maakt, hoor je daar niemand over.” Ten Cate ziet ook logistieke voordelen in minder vlees in innovatievere maaltijden bij de operationele catering. “Tijdens oefeningen cateren we voor joden, moslims, vegetariërs en vleeseters. Als je een chili ‘sin’ carne maakt, kan iedereen dezelfde maaltijd geserveerd krijgen.”