Tekst Ingmar Kooman
Foto Evert-Jan Daniëls en Marathon-Photos.com
Van Apachevlieger tot hartpatiënt. Vijftien jaar lang was het hart van Roy Lindelauf een tikkende tijdbom. Sinds zijn transplantatie leeft hij voor twee. Sterker nog, afgelopen zondag voltooide hij zijn eerste triatlon. In Rotterdam, de stad waar zijn leven amper 2 jaar geleden opnieuw begon.
Roy was net klaar met zijn opleiding tot Apachevlieger of hij mocht zich al opmaken voor zijn eerste missie. Bosnië, 1999. “Niet de beste uitzending”, zegt hij met gevoel voor understatement. “Ik dacht dat ik een zware verkoudheid had, misschien een lichte longontsteking”, vertelt Roy. “Ik was 22: jong en fit. Maar toen de arts een röntgenfoto maakte, schrok hij zich rot. Ik moet meteen naar de intensive care. Daar werd ik wakker met mijn detachementscommandant aan mijn bed. “Bel maar even naar huis”, zei hij.
Bij zijn toenmalige vriendin en bij zijn ouders waren inmiddels al medewerkers van de luchtmacht thuis geweest. Want het was onzeker of Roy de medevac naar Nederland zou overleven. Roy zelf zat op dat moment nog met zijn hoofd bij de missie. “Ik dacht: ik herstel hier wel. Ik laat die jongens toch niet in de steek? Het was heel onwerkelijk allemaal.”
Aftakeling
Hypertrofische cardiomyopathie was de diagnose. Een vergrote hartspier veroorzaakte gevaarlijke, onvoorspelbare hartritmestoornissen. Binnen een paar maanden kreeg Roy daarom een ICD, een interne defibrillator. Zijn eerste kennismaking daarmee was tijdens een optreden met zijn band. “Plots kreeg ik een shock. Ik viel op de grond en kreeg meteen nog zo’n klap.”
Het was het begin van de aftakeling, vertelt hij. “Ieder jaar lag ik wel een paar keer in het ziekenhuis. Elke keer moesten ze me weer oppeppen. Veel medicijnen.” Hij versleet in totaal 6 ICD’s. Roy weet niet hoe vaak de defibrillator hem in die tijd terughaalde. Hij is de tel kwijt.
Nachtmerrie
Lijdzaam afwachten op wat komen ging? Dat zeker niet. Roy zette al zijn kaarten op zijn studies. Eerst technische informatica, later lucht- en ruimtevaarttechniek en wiskunde. “Tijdens een stage op de Naval Post Graduate School in Californië kwam ik bij een hoogleraar die gespecialiseerd was in de speltheorie. Voor het Pentagon ontwikkelden ze daar wiskundige modellen om voortvluchtige personen, zoals Osama Bin Laden, te zoeken. Die toepassing vond ik erg interessant. Mijn hart lag én ligt natuurlijk bij Defensie.”
In Nederland wist de oud-vlieger een promotieplaats te bemachtigen op de wiskundige analyse van terroristische netwerken. Een maand voor zijn promotie ging het goed mis. Hij verdween voor een maand in het ziekenhuis. De enige oplossing die restte, was een harttransplantatie. Roy kwam op een wachtlijst. “Een nachtmerrie”, zegt Roy. “Het is zo onzeker. Tegelijkertijd wilde ik wel blijven werken. Maar je krijgt steeds minder energie. Je voelt je steeds slechter. Je leeft in een kooi die steeds kleiner wordt. We worden opgeleid om oorlog te voeren, maar ik had nooit gedacht dat mijn oorlog er zo uit zou zien.”
Hoop
Op 1 september 2014 wekte een zuster hem. “‘Er is een nieuw hart voor je’, fluisterde ze”, weet Roy nog exact. Enkele uren later lag hij op de operatietafel in het Rotterdamse Erasmus Ziekenhuis.
Amper 2 dagen later boorde een epileptische aanval alle hoop de grond in. Roy was 10 dagen halfzijdig verlamd. Een moeizame herstelperiode volgde. “Een vinger optillen koste al moeite”, vertelt Roy. Toch hield hij zijn doel scherp voor ogen: meedoen aan een triatlon. Inspirator was Wouter Duinisveld, die na zijn harttransplantatie zelfs 2 volledige triatlons voltooide.
Nederland in Beweging
Roy greep in de moeilijkste momenten terug op zijn militaire training. “Dingen die ik in mijn combat survival cursus geleerd had, paste ik toe in de IC. Bijvoorbeeld: Niet te ver vooruitdenken. Kijk 2 of 3 uren vooruit en alles wat je in die tijd kunt optimaliseren, dat doe je. Accepteer de shit, denk vooral niet na dat je over 5 dagen de pijp uit kunt zijn.”
Stapje voor stapje krabbelde hij weer op. Met hulp van Wouter en collega’s bij Defensie ging hij weer sporten. “Nederland in Beweging was aanvankelijk nog teveel voor me. Ik deed 5 minuten over een baantje zwemmen, maar ik was zo blij dat ik na maanden in een ziekenhuisbed liggen weer wat kon doen”, legt Roy uit.
Debuut
Op 24 juli maakte hij zijn debuut op de triatlon. Geflankeerd door Wouter. “We zwommen zij aan zij. Ik keek hem recht in het gezicht en we moesten allebei breeduit lachen.” Het was een achtbaan van emoties, 750 meter zwemmen, 20 kilometer fietsen en 5 kilometer lopen lang. Op het eind van de loopronde zag hij het Erasmus Ziekenhuis.
“Daar op de 3e verdieping was mijn kamertje. Vanuit daar heb ik maandenlang naar het park en de Euromast gekeken, naar alle mensen die daar liepen. Daar nu zelf te kunnen lopen was echt heel mooi. Ja, daar heb ik wel wat traantjes gelaten.”
Samen finishten de mannen met hun tweede hart. Roy denkt nu alweer na over zijn volgende uitdaging. Bergbeklimmen. Een tweede triatlon. Daten. Waarom ook niet? “Ik zie mezelf weer als een gezond persoon.”