08

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 07

Bye bye Burundi!

Tekst Leo de Rooij
Foto segreant-majoor Gerben van Es

Militaire specialisten helpen bij verbouwing hospitaal in Bujumbura

African Support 15-1 zit er weer op. Zes weken lang was een samengestelde eenheid van Nederlandse militairen actief bij de bouw en inrichting van een afdeling Intensive Care/Spoedeisende Hulp voor het gecombineerde militair/civiel hospitaal in Bujumbura, de hoofdstad van het Afrikaanse Burundi. Lees hun ervaringen via onderstaande - gecomprimeerde - tijdlijn. 

07.00 uur

Luitenant Bram Baars (412 Pantsergeniecompagnie) instrueert zijn ploeg genisten over de laatste wijzigingen in het bestek. “De planning verandert hier continu, daar moeten we flexibel en creatief mee kunnen omgaan. Da’s trouwens ook een van onze doelstellingen”. Even later klinkt een oorverdovende heksenketel van klusgeluiden: ratelende boormachines, spetterende lasapparaten, kloppende hamers. Zij aan zij bikkelen Burundese en Nederlandse militairen tegen de deadline van oplevering. Hier wordt stevig aangepakt, da’s duidelijk.

Buiten brengen sergeant Robert Hazen en korporaal-1 Iris Janssen (420 Hospitaalcompagnie) de zelf ingerichte Nonex-bus in gereedheid, bedoeld voor de eerste opvang en verzorging van eventuele ongelukjes tijdens de kluswerkzaamheden. “Tot nu toe gelukkig alleen een paar splinters, mag geen naam hebben”, weet Iris, die niet te beroerd is zelf ook zaag, hamer of verfkwast te pakken en daar waar nodig bij te springen. “Leer ik tenminste nog iets bij voor het klussen thuis.”

10.00 uur

“Het is hier echt een andere wereld”. Luitenant Bart van Meijl is reservist en werkt in het dagelijks leven als IC-verpleegkundige in het Maxima Medisch Centrum te Veldhoven (Instituut Defensie Relatieziekenhuizen) en is mee naar Burundi voor kennisuitwisseling. “We hebben wat spullen meegenomen, zoals steriele naalden waar hier een tekort aan is. Ik vertel hoe wij onze middelen gebruiken, zij doen hun verhaal. Daarbij valt op dat ze best wel creatief zijn met de beperkte middelen die ze hebben.”

Buiten toont sergeant-majoor Wim van den Berg aan ziekenhuispersoneel het nieuw aangelegde verdeelstation voor zuurstofapparatuur. Ziekenhuisdirecteur dokter Mark komt een kijkje nemen en toont zich een blij man. De buitenmuren van de IC/SEH krijgen alvast een nieuw fris verflaagje.

In een ander gedeelte van de stad gaat een team van 1 Civiel Militair Interactie Commando in gesprek met vertegenwoordigers van het World Food Program en bezoekt daarna de lokale markt. “Wij ondersteunen en faciliteren de interactie tussen militaire eenheden en de civiele omgeving waarin ze optreden”, zegt kapitein Patrick Bakker. “Dat doen we door nauw samen te werken met NGO’s, het Burundese leger en de lokale autoriteiten om zo te kunnen bijdragen aan het militaire besluitvormingsproces.” 

13.00 uur

De geneeskundige militairen keren terug van hun lunchpauze in het hotel, de genisten eten hun lunchpakket op de werkvloer. “We hebben een strakke deadline, dus pakken liever door”, zegt sergeant Bart Koster (412 Pantsergenie). Vanmiddag zijn de plafonds en kabelgoten aan de beurt. “De uitdaging voor ons ligt in het werken met lokale middelen, we moeten ons aanpassen aan de spullen en gereedschappen van hier. Geloof me, een Chinees accutolletje loopt toch net even wat sneller warm en is eerder leeg dan het materiaal thuis. En het Burundese staal is gewoon bros, daar heeft onze lasser een beste uitdaging aan. Maar de samenwerking met de Burundezen loopt weer helemaal prima; zij leveren goed werk.”

In een klaslokaal tonen algemeen militair verpleegkundigen sergeant Cindy Grooters en David Gerrits hoe zij een zuigende borstwond zouden behandelen. Daarna mogen de Burundese verpleegkundigen breed lachend oefenen op de meegebrachte pop. 

14.00 uur

Op de sterilisatieafdeling helpt sergeant Syben Reitsma zijn Burundese collega’s met het vouwen van gaasjes, zo’n 400 per dag. “Dat komt hier nog op rol binnen, wordt geknipt en gevouwen en pas dan gesteriliseerd. Dat kennen wij zo in Nederland niet meer.” Gaasjes vouwen blijkt de Burundese equivalent van onze koffieautomaat. Syben: “Het is een sociale bezigheid, iedereen wisselt de laatste nieuwtjes uit en vertelt over thuis. Want sommigen komen van ver om hier wat bij te verdienen en gaan slechts een keer per drie weken naar huis.”

In de stad stelt het CMI-team zich, samen met de Burundese luitenenant-kolonel Dieudonnee, op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rondom de op handen zijnde verkiezingen. Zowel aan de benzinepompen als op de lokale markt blijken de prijzen de laatste tijd met soms 100 procent gestegen. “Voor een militair commandant belangrijk om te weten, al is het maar om rekening te kunnen houden bij het uitstippelen van de eigen logistiek”, stelt het team. Het CIMIC-werk wordt uit onwetendheid niet altijd op waarde geschat en soms zelfs gezien als pleziertripje. Dat ervaart het team als teleurstellend: “Kennis van de lokale omstandigheden kan van levensbelang zijn.” 

16.00 uur

Een onheilspellend zwarte lucht komt aanrollen over het Tanganyika-meer, voorbode van de zoveelste heftige plensbui waarmee de straten van Bujumbura veranderen in kolkende watermassa’s. Tijd om terug naar het hotel te gaan en de dag te evalueren met een ijskoud frisdrankje. “Het mes snijdt aan twee kanten”, constateert plaatsvervangend detachementscommandant kapitein Nesse Timmers. “Met een nieuwe afdeling Spoedeisende Hulp zet dit militair hospitaal een verdere stap op weg naar VN-certificering. En voor onze eigen militairen, zowel genisten, geneeskundig personeel als CMI, is deze African Support een perfecte gelegenheid voor eigen training en kennisuitwisseling in een veilige leeromgeving.”

De Burundezen zijn de Nederlanders in ieder geval erg dankbaar voor de geleverde inspanningen. “Urakoze Cane, Urugendo gwiza!”, klinkt het in Kurundi (de Bantoe-taal van Burundi) bij het uitrijden van de poort: Hartelijk dank, en een goede thuisreis!