Tekst Arjen de Boer
Foto korporaal Zadrach Salampessy

Schoolvoorbeeld van internationale samenwerking tijdens missie Atalanta

Zweden aan boord Nederlands marineschip in Golf van Aden

Luitenant-kolonel Anders Åkermark: “Wat in mijn ogen erg belangrijk is, is dat we dezelfde soort humor delen.”

Het Nederlandse marineschip Zr. Ms. Johan de Witt houdt momenteel de Golf van Aden piratenvrij. Aan boord zijn Zweedse helikopters en gevechtsboten te vinden, inclusief bemanning. Op het B-dek houdt een Zweedse admiraal kantoor. Wat is hier aan de hand?

Het is 30 graden, de zon knettert op de metalen huid van de Zr. Ms. Johan de Witt. Ergens voor de oostkust van Afrika doorkruist het Nederlandse marineschip de Indische Oceaan op zoek naar Somalische piraten. In de boeggolf doen tientallen vliegende vissen hun kunstje, met behulp van hun uit de kluiten gewassen borstvinnen springen ze op en duiken meters verder weer onder.

Zij wel, voor hun ‘broeders’ in de koelcel van het schip is die tijd allang voorbij. Daar staan meerdere potjes haring, gezuurd in Franse rode azijn met uienringen en kruiden. Ernaast dozen vol blauwe tubes, geen mayonaise, maar een smeersel gemaakt van visseneitjes. Voedsel dat niet bestemd is voor de Nederlandse bemanning, maar voor een contingent van zo’n 40 Zweden. Van teksten op de verpakkingen valt weinig te maken. Toch springt een woord eruit: Abba. Blijkbaar niet alleen de naam van de Zweedse hitmachine uit de jaren 70 en 80, maar ook van een populair merk zeevoedsel.

Het haringmerk Abba bestond eerder dan de Zweedse popband ABBA. Het bedrijf meldt op zijn website dat de band eerst toestemming heeft gevraagd of ze de naam mochten gebruiken.

De aanwezigheid van de Zweden aan boord van het Landing Platform Dock, heeft alles te maken met de bestrijding van de piraterij in Somalische wateren. Zweden heeft momenteel de leiding over de EU-missie Atalanta, die al in 2008 is begonnen, en admiraal Jonas Haggren houdt kantoor op het vlaggenschip Johan de Witt. In zijn kielzog heeft hij 2 Agusta A109 helikopters en 2 CB90 gevechtsboten meegenomen.

Hebben de nakomelingen van Vikingen nou een Nederlands marineschip overgenomen? In de vlaggenmast wappert het geelblauw van de Zweedse vlag, naast het rood-wit-blauw van Nederland. In de kantines klinkt Zweeds aan tafel, in de hangaar staan Zweedse containers en kratten en in de koeling staat dus typisch Zweeds eten.

Beleefd

“Ik merk er eigenlijk niet zoveel van dat ze aan boord zijn”, zegt een Nederlandse onderofficier. “Ik zie ze weleens bij het sporten.” Hetzelfde zegt een marinier: “Je ziet ze wel rondlopen, maar ze zijn goed geïntegreerd.” De Zweden hebben zich vrijwel naadloos aangepast aan het Nederlandse leven aan boord. “Ze zijn bovendien een stuk beleefder dan Nederlanders. Wij zijn toch meer botte Harry’s”, concludeert de marinier.

x
Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten luitenant-generaal Hans Wehren (links) en luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk brachten een bezoek aan de Johan de Witt. Ze krijgen uitleg van een Zweed over de CB90 gevechtsboot.

Die voorkeur voor geduld en tact, zijn ook commandant kapitein-ter-zee René Luyckx opgevallen. “Als ik een overeenkomst moet noemen tussen Zweden en Nederlanders dan is het wel de manier van denken en werken, we zijn allemaal aanpakkers.”

400 jaar

De Zweedse admiraal Haggren geeft vanaf de Johan de Witt leiding aan het hele EUNAVFOR-eskader. Maar Luyckx is gewoon nog de baas op zijn schip, ook over de Zweedse eenheden aan boord. Vooral de helikoptercrew en gevechtsboten werken samen met de Nederlanders. Ze overleggen samen, oefenen samen en leren van elkaar, zegt luitenant-kolonel Anders Åkermark. “Er wordt niet alleen gekeken naar de strepen, maar vooral naar de kennis en kunde van een persoon.”

x

De samenwerking is eigenlijk helemaal niet vreemd. Vorig jaar vierden Nederland en Zweden nog dat beide landen al 400 jaar een goede relatie hebben. Ter ere van het feestjaar is zelfs een boek uitgegeven met een titel die weinig aan de verbeelding overlaat: ‘The Swedes and the Dutch were made for each other’.

In 1614 sloten beide landen een verdrag waarin stond dat ze ambassadeurs zouden uitwisselen. Ook kwamen er afspraken over hoe beide landen elkaar militair zouden steunen. 4 eeuwen later is er dus ook op dat vlak nog steeds samenwerking, dit keer voor de kust van Oost-Afrika. “De samenwerking tussen de Zweedse en Nederlandse marines is perfect, ik ben onder de indruk”, zei generaal-majoor Martin Smith, de hoogste baas van de missie, na een bezoek. “Het is een voorbeeld van hoe EU-lidstaten kunnen samenwerken om een gezamenlijk doel te bereiken.”

Hazelnootpasta

Dat loopt dus soepeltjes. Maar staat er dan ook meteen knäckebröd op tafel? Nee, er is gewoon wit en bruin brood. Kaas, boterhamworst, pindakaas, vruchtenhagel. Tussen de middag warm eten, dus kiezen tussen aardappels of rijst, wat vlees, groenten. Op tafel een salade en stokbrood met kruidenboter. Het avondeten is ‘koud’, lees brood. Dus eigenlijk hetzelfde als het ontbijt, maar dan met een extraatje zoals een satéstick.

x
Dat de piraten zich stil houden, wil niet zeggen dat de Johan de Witt niets te doen heeft. Zo zijn er terreinvoertuigen voor de lokale kustwacht afgeleverd bij de Somalische hoofdstad Mogadishu. Ook hier werkten de Zweden en Nederlanders samen. “Het Nederlandse hydrografisch team zat een dag lang op een Zweedse CB90 om de zeebodem in kaart te brengen van de landingsite”, vertelt commandant René Luyckx. “Daarnaast hebben we in Dar es Salaam de Tanzaniaanse kustwacht extra lessen gegeven op het vlak van navigatie, het gebruik van gps en medische calamiteiten.”

Niets mis mee, maar even wennen voor de Zweden. Vooral die, in hun ogen, rare hazelnootpasta voor op brood. “Daarvan dachten we: wat is dat in hemelsnaam”, zegt Per Skanz, commandant van het helikopterdetachement. “Voor ons is dat, ja wat zal ik zeggen, dat is snoep.”

Maar dat is het dan ook wel. Nederlanders en Zweden kunnen goed met elkaar overweg. “Wat in mijn ogen erg belangrijk is, is dat we dezelfde soort humor delen”, concludeert luitenant-kolonel Åkermark. “We kunnen lachen om dezelfde dingen. We nemen onszelf niet al te serieus en zijn niet vies van zelfspot. Dat soort dingen zijn belangrijk als je lange tijd op elkaars lip zit.”

x