05

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 06

Oefenen met ebola

Tekst Ingmar Kooman
Foto sergeant Hille Hillinga

Nederlandse militairen volgen evacuatiecursus in Rome

Ebola, SARS, het Marburgvirus. Menig griezelfilm kan een puntje zuigen aan de medische horrorscenario’s in de echte wereld. Specialistische medische behandeling is acute noodzaak, fysiek contact kan catastrofaal zijn. Nederlandse militairen volgden onlangs in Italië een ‘ebola-cursus’ en maakten kennis met de praktijk van een zogenoemde bio aeromedevac. Via zo'n bijzondere evacuatie per luchttransport kunnen zij besmette personen nu snel en veilig naar een hospitaal brengen.

Isolatie, daar draait het om bij het transport van personen met zwaar besmettelijke ziekten. Als patiënt reis je in een soort couveuse. Over de weg of door de lucht, contact met de buitenwereld moet in elke stap van het transport worden uitgesloten. Je reisgezelschap is gehuld in witte overalls, handschoenen, veiligheidsbrillen en mondkapjes. 

Op vliegbasis Pratica di Mare kregen Nederlandse militairen een ebola-cursus. Een inkijkje in de wereld van het geneeskundige broodje speciaal onder de luchttransporten. De Italiaanse luchtmacht beschikt sinds 2005 over een speciaal bio aeromedevac-team. Nederland wil dergelijke specialistische transportcapaciteit ook gaan aanbieden, vertelt majoor Jacobine, aeromedevac-arts. “Of het nu gaat om een besmetting met ebola, het Marburgvirus of MERS, als het verzoek komt om een Nederlandse militair of burger te vervoeren, willen we niet afhankelijk zijn van andere partijen.” 

x

Voor het zover is, mag het Nederlandse medisch en ondersteunend personeel eerst ‘snuffelen’ aan de speciale apparatuur en de procedures rondom dergelijke noodvluchten. Het transport van 1 patiënt brengt een 10- tot 13-koppig team op de been. Behalve luchtmachters met een vliegmedische achtergrond bestaat dat uit medisch specialisten en algemeen militair verpleegkundigen. Tot de ploeg behoren ook technici voor de medische installaties en zogeheten CBRN-specialisten, die in alle fases van het transport toezien op het voorkomen van besmettingen. 

Deze ebola-cursus is de opmaat naar de opleiding van 3 Nederlandse bio aeromedevac-teams. Vliegbasis Eindhoven wordt straks hun uitvalsbasis. Vanaf daar kunnen de ploegen met hun C-130 transportvliegtuigen landgenoten en buitenlandse hulpverleners een betere kans op herstel geven.

De Italianen staan bekend om hun goede kleding. Wit is de dresscode in besmet gebied. Behalve de overall mogen ook handschoenen, overschoenen, mondkap en bril niet ontbreken.

Veiligheid staat op 1 wanneer je omgaat met besmettelijke ziekten. Nederlandse verpleegkundigen dragen hier Italiaanse gaspakken. De overdruk in de pakken voorkomt besmetting via de lucht. Al is ebola (vooralsnog) niet via de lucht overdraagbaar.

De Stretcher Transport Isolator (STI) is een soort verrijdbare couveuse. Via lange handschoenen kunnen de verpleegkundigen een patiënt eten of drinken aanreiken en medische zorg verlenen.

Transporteren is teamwerk. Vele handen zijn nodig voor het transport van een patiënt. 4 verpleegkundigen trekken de zieke persoon voorzichtig in de STI.

Een aeromedevac-arts ziet als teamleider toe op het hele transport.

Eindpunt: het ‘militair hospitaal’.

Na de overdracht van de patiënt aan een andere verpleegkundige eenheid of een ziekenhuis ontsmetten CBRN-specialisten iedereen van top tot teen.