Tekst eerste luitenant Wouter Helders
Foto sergeant-1 Eva Klijn
Terreurorganisatie ISIS rommelt in het zuiden aan de poorten van Europa, terwijl Rusland aan de oostgrens voor onrust zorgt. Daarnaast zijn de gevolgen van de opwarmende aarde en het brandende Midden-Oosten wereldwijd steeds meer voelbaar. Tijdens de tweedaagse Future Force Conference bereiden Defensie en haar (inter)nationale veiligheidspartners zich voor op toekomstige veiligheidsrisico's.
Onder de loep
De toon is gezet. Binnen- en buitenlandse expert-sprekers haken aan op het thema van deze eerste dag, 'het grote plaatje'. De situatie op de Krim en de dreiging van ISIS passeren de revue. Het veranderende geopolitieke landschap wordt onder de loep genomen. Economische en demografische ontwikkelingen en verschuivingen in het politieke landschap komen aan bod. Het publiek discussieert mee. Zo ook generaal (buiten dienst) Peter van Uhm die de rol van de jonge generatie onderstreept: “Zij moeten leren anderen te begrijpen. Zich in te leven in de vijand. Hen te doorgronden.”
“Niets doen is geen optie”, zo trapt organisator Commandant der Strijdkrachten (CDS) generaal Tom Middendorp de topconferentie af. “Interne en externe dreigingen raken ons allemaal'', gaat Middendorp verder. Hij bespreekt hoe het leger moet omgaan met provocaties en propaganda, onder meer door ISIS. Ook de werkwijze van de terreurgroep baart hem zorgen. “Hoe stoppen we terroristen die zowel opereren als een conventioneel leger met getrainde militanten en tegelijkertijd vechten als stedelijke guerrilla's?”
Onder vuur
Zijn punt, het 'ken je vijand'. komt ook op dag 2 in verschillende facetten naar voren. Te midden van uitstallingen over historische veldslagen bespreken de deelnemers hoe oorlogvoeren is veranderd. Onze maatschappij en cultuur liggen onder vuur, onze 'zwakheden' (lees: vrijwillige samenwerking, democratie en morele waarden) worden tegen ons gebruikt. Om ons te wapenen, moeten we beter begrijpen hoe onze vijanden werken en ons daaraan aanpassen. Alexandra de Hoop Scheffer, expert op het gebied van NAVO en Transatlantische relaties: “De NAVO moet flexibeler reageren, meer solidariteit uitstralen en meer leiderschap tonen.”
Hervorming van instituties. Meer en beter samenwerken. Meer draagvlak voor de krijgsmacht. Meer geld. Dit zijn de echoënde boodschappen die in verschillende vormen aan bod komen op dag 2. Ook minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert zit op dit spoor: “Wij moeten niet terugdeinzen voor baanbrekende initiatieven. We kunnen er niet van uitgaan militair sterk te blijven als we niet investeren in benodigde capaciteiten.”
Informatieoorlog
Opperbevelhebber van de NAVO, generaal Philip Breedlove valt haar later bij. Sprekend over de hybride oorlogsvoering (mix van conventionele en onconventionele tactieken, cyberwarfare en propaganda) die de huidige vijanden van de NAVO toepassen verklaart hij: “De NAVO verandert. Onze vijanden kennen onze sterke en zwakke punten. Zij gooien bijvoorbeeld desinformatie, leugens en propaganda in de strijd. Onze morele waarden beperken ons in deze informatieoorlog. Hiermee omgaan en blijven investeren in de juiste middelen en mensen is de uitdaging.”
Geen blauwdruk
“Er is geen blauwdruk om de 'hoe-vraag' te beantwoorden”, vat Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp na afloop de conferentie samen. “Maar het is belangrijk te realiseren dat we samen op zoek moeten naar antwoorden. We moeten bouwen aan netwerken en werken aan onze geloofwaardigheid. We moeten anticiperen op ontwikkelingen en innoveren op het gebied van oorlogsvoering. Denk aan cyberwarfare.” Verwijzend naar industrie, kennisinstituten, overheid en militaire partners voegt hij toe: “De financiële kaders zijn smal en de onderlinge afhankelijkheid neemt alleen maar toe. Diepgaande samenwerking is onmisbaar.”