Tekst Jack Oosthoek
Foto Jeroen Liebers (Studio 38 C) en Mediacentrum Defensie

Reddingsboei voor de onfortuinlijken van de marine

De Sociaal Medische Dienst (SMD), misschien wel de meest menselijke organisatie van het Commando Zeestrijdkrachten, heeft de achtenswaardige leeftijd van 75 jaar bereikt. Dat wordt op 13 juni gevierd met een symposium op de Van Ghentkazerne in Rotterdam waar het allemaal begon. De meeste marinemensen kennen de SMD wel, maar niemand hoeft er zo nodig naartoe. Wat doet die precies?

 

1975. Blik op de Sociaal Medische Dienst, toen nog gevestigd in Driehuis bij Velsen in Noord-Holland.

De op de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum gevestigde SMD helpt marine-militairen die door (ernstige) medische klachten gerepatrieerd moeten worden of langer moet verzuimen. Per jaar melden zich circa 400 militairen die door hun commandant of onderdeelsarts zijn doorverwezen. “Wij ondersteunen de ‘onfortuinlijken’ van de marine, hun leidinggevenden en hun eenheid. In onze rol bieden wij zorg en fungeren als 'vervangend commandant', waarbij onze focus gericht is op een terugkeer van de patiënt naar de operationele eenheid”, vertelt hoofd SMD kapitein-luitenant ter zee (AR) Nicole Wijnands.    

Hoofd SMD KLTZ (AR) Nicole Wijnands: “In onze rol van ‘vervangend commandant’ bieden wij zorg.”

Moeilijk aan te geven

Het merendeel van de SMD-patiënten (circa 50 procent) kampt met klachten aan knieën, enkels en scheenbenen; doorgaans het gevolg van (sport)blessures. Op plaats 2, met bijna 40 procent, staan psychische klachten als een burn-out, depressie, Post Traumatische Stressstoornis (PTSS) en andere stress-gerelateerde problemen. Opgelopen in het werk of in de privésfeer. De rest worstelt met chronische klachten door een (ernstige) ziekte, zoals kanker en tegenwoordig ook long covid.

Het merendeel van de SMD-patiënten kampt met fysieke klachten naar aanleiding van (sport)blessures.

Volgens Wijnands valt de oorzaak van vooral psychische klachten moeilijk aan te geven. “De werkdruk bij veel bedrijven ligt hoog, ook bij Defensie. Het is vaak een kwestie van ‘alles bij elkaar’. Iemands emmertje kan eenvoudigweg vol raken. Zowel werk als privé spelen een rol. Een voorbeeld: de CZSK-militair is vaak een half jaar van huis. Als vader of moeder militair is en regelmatig weg vanwege een oefening of missie, dan is het een opgave om thuis alles samen te runnen. Vooral als beiden werken. En dan heb ik het nog niet over een gezin waarin de ouders allebei militair zijn...”

De oorzaak van mentale klachten is volgens hoofd SMD KLTZ (AR) Nicole Wijnands moeilijk te vinden. “Iemands emmertje kan eenvoudigweg vol raken.”

‘De werkdruk bij veel bedrijven ligt hoog, ook bij Defensie’

Mensgericht en zakelijk

Patiënten van de SMD kunnen rekenen op de hulp van een ‘leger’ aan in- en externe specialisten. Ongeveer 25 in totaal, zoals fysiotherapeuten, sportinstructeurs, geestelijk verzorgers, begeleidingsofficieren en (administratief) ondersteuners. Ook is er de zorg door huisartsen, orthopeden, revalidatieartsen, psychologen, psychiaters en cardiologen. “Per geval bekijken we wat iemand nodig heeft. Dat lukt meestal goed, maar doordat ook de militaire gezondheidszorg kampt met wachtlijsten kan een herstel langer duren dan gepland. Toch slagen we er meestal wel in om iedereen te helpen. Dat wil zeggen: áls ze onze uitgestoken hand aanvaarden. De SMD is mensgericht, maar ook zakelijk waar nodig”, zegt Wijnands. 

De Sociaal Medische Dienst herbergt een state of the art sportschool waar patiënten onder begeleiding aan hun herstel werken, in dit geval van fysiotherapeut Stefan Roos.

Hetzelfde geldt voor de hulpverlener. Hij moet zich kunnen inleven in de problemen van de patiënt, maar moet niet alleen een troostende arm bieden, vult begeleidingsofficier kapitein der mariniers John de Ruiter aan. “Een arts of begeleidingsofficier mag zijn professionele rol nooit uit het oog verliezen.” Wijnands: “Inderdaad, met alleen meehuilen is de persoon niet geholpen.”

Begeleidingsofficier KAPTMARNS John de Ruiter: “Hulpverlener moet niet alleen troostende arm bieden.”

‘De SMD is mensgericht, maar ook zakelijk waar nodig’

Blijft iemands ziekteverzuim doorgaan, dan komt de vraag aan de orde of de militair nog wel geschikt is voor zijn beroep.

Gevaarlijke situaties

In de regel staat de begeleidingsofficier van de SMD een militair bij voor de duur van maximaal 6 maanden. Duurt het langer, dan wordt overwogen of het nodig is om voor hem met hulp van het Dienstencentrum Re-Integratie een nieuwe werkplek te vinden, binnen of buiten de marine. Blijft het verzuim doorgaan, dan rijst de vraag of de persoon in kwestie nog geschikt is als militair. Wijnands: “Een ‘insulineafhankelijke’ topsporter kan meestal op hoog niveau blijven sporten. Een militair echter moet 30 dagen zonder medicijnen kunnen, wat met insuline onmogelijk is. Anders ontstaan er gevaarlijke situaties voor hemzelf en voor anderen. Het Bedrijf voor Bijzondere Medische Beoordelingen (BMB) rest dan meestal niets anders dan de militair ongeschikt te achten voor zijn beroep. Soms adviseren we P&O CZSK over iemand die in aanmerking komt voor dispensatie, als het gaat om een specifieke functie of loopbaan.” 

 

‘Soms bekijken we of iemand in aanmerking komt voor dispensatie’

Plan voor groot conflict

De SMD wil in de komende jaren innoveren om nog beter maatwerk te kunnen leveren. Wijnands: “Afhankelijk van de behoefte denken we aan nog beter passende trainingen rond voeding, slaap, maar ook aan serious gaming of mentale trainingen in beslissingen nemen, leiderschap en communicatieve vaardigheden. Ook denken we aan een plan voor het geval de SMD door een groot conflict plotseling veel patiënten binnenkrijgt.”

Wat zij ziet als de grootste winst van de afgelopen 75 jaar? “Elke CZSK-patiënt die wij konden helpen om inzetbaar te blijven”. Wijnands en De Ruiter krijgen evenals de hulpverleners regelmatig bedankjes van met succes begeleide patiënten. “Dat maakt van ons blije mensen.”  
 

Patiënten aan het woord

Alle Hens sprak met 2 patiënten en evenzoveel begeleidingsofficieren van de SMD. Hierbij hun verhaal.
 

KPLMARNALG Maikel van Gent – ‘Het wás me een dreun’

Van Gent, geplaatst bij de Bootgroep op Aruba, liep in februari 2022 bij ‘brandingvaren’ met een LCRM (rubberboot) een compressiefactuur op in zijn rug. Nadat de boot een hoge golf had genomen en weer op het water klapte, ging het mis. Hij zucht: “Het wás me een dreun. Ik wist meteen dat het niet oké was. Bij bepaalde bewegingen voelde ik steken in mijn rug. Terug in Nederland bleek ik na een MRI-scan in een ziekenhuis een compressiefactuur in de rug te hebben, een soort kuil in een wervel. Sinds augustus 2022 ben ik bij de SMD. Intussen ben ik geplaatst bij de Fast Raiding Interception Special Forces Crafts (FRISC’s) en tot op zekere hoogte inzetbaar. Maar ik voel me gewoon nog niet goed genoeg om er als vanouds tegenaan te gaan. Ik ga van het beste uit, maar baal ervan dat het allemaal zo lang duurt. De SMD ben ik dankbaar, ook omdat ik perspectief geboden krijg. Zo leer ik dat er meer te koop is in de wereld dan alleen het Korps Mariniers. Dat houd ik achter de hand zolang ik nog niet weet wat de toekomst brengt.”

‘Ik voel me gewoon nog niet goed genoeg om er als vanouds tegenaan te gaan’

MATR-2 Wouter de Brabander – ‘Steeds meer leuke dan ellendige dagen’

Sinds De Brabander tijdens een privétrip in augustus 2022 naar Barcelona corona opliep, lijdt hij aan long covid. “Ik bleef moe en kon me moeilijk concentreren. Ook kreeg ik psychische klachten. Al met al had long covid mijn lichaam ontregeld. Op advies van de huisarts kwam ik in januari 2023 terecht bij de SMD. Daar doorloop ik een programma met zwemmen, hardlopen, fitness, cardio-oefeningen en wandelen met gewichten. Dat werkt, maar door overbelasting heb ik nu last van mijn scheenbenen. Toch merk ik dat ik die long covid aan het kwijtraken ben. De psychische klachten houden echter aan, maar de behandeling die ik daarvoor onderga bij een geestelijk verzorger helpt: de oude Wouter komt langzaam maar zeker terug. Ik beleef steeds meer leuke dan ellendige dagen.”
 

‘De oude Wouter komt langzaam maar zeker terug’

KAPTMARNS Gerrit-Jan Verwoert en LTZ 2OC (LD) Guus Dhaene – ‘Dit is dankbaar werk’

Elke CZSK-militair krijgt na binnenkomst bij de SMD ook een intakegesprek met een begeleidingsofficier (BGO).”Wij maken een plan van aanpak en ontzorgen de leidinggevende en de militair. De BGO is de spin in het web bij het herstel van een patiënt”, vertellen de BGO’s kapitein der mariniers Gerrit-Jan Verwoert en luitenant ter zee 2 OC (LD) Guus Dhaene. Beiden putten veel voldoening uit hun werk. “Iets goeds doen voor mensen zit in mijn karakter”, aldus Verwoert. Volgens hem is het imago van de SMD in de loop der jaren onmiskenbaar verbeterd. “Als je hier in het verleden naartoe ging, werd dat als negatief gezien. Einde loopbaan. Onzin: 90 procent keert terug in zijn werk.” BGO kapitein der mariniers John de Ruiter: “Het woordje sociaal in de naam SMD werd als soft gezien. Maar mensen die gezond en wel terugkeren in hun werk beseffen hoe waardevol de SMD is en misschien geldt dat intussen voor de hele marine. Anders had onze dienst niet al 75 jaar bestaan. Dhaene: “Dit is dankbaar werk. Misschien zouden meer bedrijven het concept moeten omarmen.”
 

‘Misschien zouden meer bedrijven het concept moeten omarmen’