Tekst André Twigt
Foto Archief Defensie
Instituut Sea Training 60 jaar jong
Rap beent kapitein ter zee Wilko van Zanten richting de brug van Zr. Ms. Johan de Witt, om het gevecht te leiden. Tijdens de Flag Officer Sea Training (FOST) wachten de hoogste baas van dit Landing Platform Dock vijandelijke onderzeeboten, dito oppervlakteschepen, gevechtsvliegtuigen én lastig waar te nemen zeemijnen. Bekende, maar pittige kost binnen de FOST, die dit jaar 60 jaar bestaat.
Verhoging van de operationele standaard is waar het bij FOST om draait
Verhoging van de operationele capaciteit van zowel bemanning als schip is waar het bij FOST om draait. Seariders (zo heet het FOST-personeel) dompelen de te trainen bemanning kwiek onder in een écht aandoende, illusionaire en tegelijk heel vijandelijke wereld. Voor de zuidkust van Engeland voeren ze daarvoor de ene dreiging na de andere op. Op commando scheren 2 Franse Rafale gevechtsvliegtuigen krijsend over het schip. Als je niet beter weet, zou je denken dat de Johan de Witt echt onder vuur ligt.
Spanning voelbaar
“Dekken, dekken, dekken over stuurboord”, schalt het door de luidsprekers. De spanning die luitenant ter zee 1 William van der Geest via de intercom weet over te brengen, is voelbaar. Aan boord leidt het Hoofd Operationele Dienst de verdediging. Op het bovendek komt het snelvuurkanon Goalkeeper hoorbaar razendsnel in positie. Op wat klein kaliber mitrailleurs na, heeft de Johan de Witt niet meer bewapening. Maar het Landing Platform Dock weet zich gesteund door 5 fregatten, die eveneens bij FOST oefenen. “De Britse trainingsorganisatie is in staat om 5 tot 7 schepen tegelijk te trainen”, begint Netherlands Liaison Officer FOST kapitein-luitenant ter zee George Pastoor.
Onder druk
De opgespeelde incidenten en toestanden leveren voor de mannen en vrouwen in de Commando Centrale en de Technische Centrale een bijna onmenselijke werkdruk op. De operators slaan levensbedreigende aanvallen af, terwijl ze tegelijk aandacht geven aan talloze interne problemen. Motoren vallen uit, kardinale beeldschermen doen het niet meer. Erger: het schip krijgt te maken met inkomende raketten en mitrailleurvuur. Aan commandant Van Zanten en zijn staf de taak in de chaos prioriteiten te stellen. Later op de dag wacht de hoogste officier het klapstuk: handen en voeten geven aan de omvangrijke landing van amfibische eenheden. “We zorgen ervoor dat betrokkenen snel onder druk worden gezet”, voegt Pastoor toe. “Pas dan kun je zien waar in de samenwerking zwakke plekken zitten.”
Adequaat, maar hardhandig werkte de Rotterdam een groep oefen-infiltranten van boord
Hardhandig
Volgens Pastoor wordt de hectiek van een moderne zeeoorlog door niemand beter verbeeld dan door FOST. Die toewijding is er debet aan dat alle NAVO-marines gretig van de Britse diensten gebruikmaken. “De Koninklijke Marine doet al vanaf 1961 mee”, duikt Pastoor in het verleden. “3 jaar na de oprichting in 1958 doorliep onderzeebootjager Hr. Ms. Rotterdam als eerste Nederlandse eenheid de oefenperiode.”
De toenmalige Britse vice-admiraal P.W. Gretton verzekerde de commandant van de Rotterdam dat zijn schip dezelfde behandeling zou krijgen als de Britse. Tijdens de familiarisatieweek - bedoeld om de FOST-staf vertrouwd te maken met de Nederlandse apparatuur - deed de ‘landingsdivisie’ van de Rotterdam van zich spreken. Hardhandig werkte zij een groep oefen-infiltranten van boord. De moeilijkheidsgraad werd gaandeweg opgevoerd. “Aan bod kwamen toentertijd varen door een fall-out-gebied (Koude Oorlog, jawel...) en olie laden op volle zee bij duisternis.”
FOST kent binnen de NAVO de hoogste trainingstandaard voor schepen
Falkland Oorlog
Een van de voornaamste bezigheden momenteel is het constant up-to-date houden van de training. Pastoor: “Grote veranderingen in het optreden werden vooral doorgevoerd na de Falkland Oorlog. En veel van de toen aangepaste procedures, op het gebied van calamiteitenbestrijding, zijn nog steeds in gebruik. Met het oog op actuele dreigingen, voegden we onlangs een cyberwarfare-trainingspakket toe aan de Nederlandse syllabus.”
Reden waarom de Koninklijke Marine al 57 jaar FOST gebruikt om haar schepen in de laatste fase van het opwerken te kwalificeren, is volgens Pastoor drieledig. FOST kent binnen de NAVO de hoogste trainingstandaard voor schepen. Ten tweede trainen hier alle NAVO-partners, zodat uniformiteit in procedures is gewaarborgd. En ten derde draagt iedere marine ook iets bij. Zo levert het Commando Zeestrijdkrachten 6 weken per jaar een onderzeeboot, waarmee met gesloten beurs voor de training wordt betaald.”
Instituut
Dat FOST in 60 jaar uitgroeide tot een instituut op het gebied van scheepstraining ontging ook de Britse vice-admiraal Clive Johnstone niet. Tijdens zijn bezoek aan de Johan de Witt vertelt de hoogste baas van het Allied Maritime Command FOST te willen verheffen tot centre of excellence. “Ik denk dat de organisatie die status al lang heeft”, doelt Johnstone op vooral de enorme internationale klandizie. In die veronderstelling kan overste Pastoor zich vinden. FOST heeft bewezen onmisbaar voor de NAVO-vloot te zijn. En CZSK wil ook in de toekomst volop gebruik blijven maken van de trainingsorganisatie. "Na diamant komt briljant (65 jaar). Op dus naar het volgende jubileum!"