02

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 10

‘Wat willen de Russen?’

Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SM Gerben van Es en video: SMJRBDAV Henry Westendorp

SNMG2 verlengt aanwezigheid in Oost-Mediterranee

Sinds het einde van de Koude Oorlog was er niet meer zoveel maritieme reuring in het oosten van de Middellandse Zee. Had je de deelnemers van de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG2) een half jaar geleden gevraagd om het opvallendste aandachtspunt te noemen, dan was unaniem het migratieprobleem genoemd. Intussen is de focus verlegd naar de Russische zeestrijdkrachten, die zich daar in groten getale ophouden. Commandant SNMG2 commandeur Boudewijn Boots vraagt zich hardop af: “Wat willen de Russen?”.

“Wat wij zelf doen is veel oefenen met onze fregatten en zorgen dat we op de kortst mogelijk termijn gereed zijn voor inzet, als maritieme speerpunt van de NATO Response Force”, aldus de vlagofficier. “Mijn taak is zorgen voor de inzetbaarheid voor operaties, variërend van humanitaire hulpverlening tot vechten in het hoogste geweldsspectrum. Het werk wat wij hier uitvoeren, is een feite al 50 jaar een ‘staande’ NAVO-operatie, waar landen bij toerbeurt leiding aan geven, zoals Nederland nu.”

Commandant SNMG2 commandeur Boudewijn Boots.

Betrokkenheid Syrisch conflict

Boots realiseert zich uiteraard dat zijn vlootverband zich bevindt in een roerige regio. “Dit zeegebied wordt omzoomt door actuele en potentiële crises. Onze inzet en zichtbaarheid is dus zeer relevant. De grootste gemene deler hier is toch echt de aanwezigheid van de Russische marine. Dat heeft alles te maken met de betrokkenheid van Rusland bij het Syrische conflict. En uiteraard met de Russische wens om een basis te stichten in het oosten van de Middellandse Zee en hier nadrukkelijker maritiem aanwezig te zijn.”

De eerste 3 maanden van zijn commando omschrijft Boots als ‘dynamisch’.

Geruststelling Oekraïne

De eerste 3 maanden van zijn commando omschrijft Boots als ‘dynamisch’. Genoeg te doen dus voor de Nederlandse commandant en zijn deels Nederlandse, deels internationale staf. Naast de landgenoten maken ook Grieken, Turken, een Roemeen, een Bulgaar en een Albanees deel uit van dit gezelschap. “We begonnen met een reis van 3 weken door de Zwarte Zee, samen met eenheden van de NAVO-partners Roemenië en Turkije en de collega’s van de Standing NATO Mine Counter Measure Group 2 (SNMCMG2). We hebben daar gezamenlijk deelgenomen aan Exercise Breeze 2018, een door de Bulgaarse marine georganiseerde oefening. En we hebben Odessa bezocht en geoefend met Oekraïense eenheden en de samenwerking vergroot. Natuurlijk is dat een signaal richting Rusland, maar ook ter geruststelling van Oekraïne.”

“We begonnen met een trip door de Zwarte Zee, met eenheden van Bulgarije, Roemenië en Turkije. En we hebben geoefend met Oekraïne.” (Foto: FRAN WO C. Valverde)

Gewijzigd programma

“Na de korte zomerstop zijn we met een gewijzigd programma verder gegaan”, vervolgt Boots. “Aanleiding was een onverwachts grote concentratie van 26 Russische schepen en onderzeeboten in het oostelijk deel van de Middellandse Zee. De Russen namen deel aan de oefening Vostok 2018, maar hadden ook de aandacht vanwege een eventuele rol bij de Russische inmenging in Syrië. Sinds het einde van de Koude Oorlog heeft de Russische marine hier niet meer zo’n omvangrijke en slagkrachtige vloot laten zien. De schepen zijn hier nu al 1 maand, waardoor ook wij hier langer zijn gebleven dan gepland. We patrouilleren, verspreid over een groter gebied. Dit om zoveel mogelijk waar te kunnen nemen én te laten zien dat de NAVO er ook is. Andersom laten de Russen duidelijk merken dat ze belangstelling hebben voor wat wij doen.”

“...onverwachts grote aanwezigheid van Russische schepen...” (Foto: LTZ 1 (LD) Rob Kasteleijn)

Grote uitvalsbasis

Of het Russische optreden leidt tot een verandering in het geopolitieke maritieme wereldbeeld? Boots nuanceert dat graag: “Dat wereldbeeld verandert sowieso voortdurend. Vraag is wel: wat willen de Russen? Zij communiceren zelf dat de aanwezigheid deel uitmaakt van oefening Vostok. Ze laten echter meer dan ooit zien wat ze in huis hebben en wat ze kunnen. Wij vermoeden natuurlijk dat ze Tartous voortaan als grote uitvalsbasis in Syrië gaan gebruiken.”

“We verbeteren de operationele output steeds verder en vergroten onze 'situational understanding' voortdurend.”

Situatie baart zorgen

Er is hoe dan ook een nieuwe situatie ontstaan en die baart de NAVO zorgen, volgens Boots. “Het bondgenootschap hecht dan ook groot belang aan de aanstaande grote oefening Trident Juncture, bij Noorwegen, als tegengeluid. Ter afschrikking van de één en ter geruststelling van anderen. De NAVO communiceert daarbij overigens, net als altijd, dat het een defensief ingestelde organisatie is, die echter wel ergens toe in staat is.”

“Wij vermoeden dat ze Tartous als grote uitvalsbasis in Syrië gaan gebruiken.” (Foto: LTZ 1 (LD) Rob Kasteleijn)

Migratie en mensensmokkel

Door alle voornoemde aandachtspunten, zou je bijna vergeten dat SNMG2 ook de ogen open houdt voor het migratieprobleem rond de Middellandse Zee. “We hebben ook de NAVO-taak om toe te zien op de deal tussen de EU en Turkije, voor wat betreft migratie. Daartoe zetten we in de Egeïsche Zee een Duits fregat en 5 patrouilleboten van de kustwachten van Griekenland, Turkije en Albanië in, terwijl we ook zeer nauw samenwerken met de eenheden van FRONTEX (EU). Genoemde eenheden hebben de opdracht om migratie en mensensmokkel te detecteren en te melden. Andere Griekse en Turkse kustwachteenheden grijpen dan zo nodig in.”

“...zoveel mogelijk waarnemen én laten zien dat wij er ook zijn.”

Broederschap beklinken

SNMG2 opereert nog 9 maanden onder Nederlands commando. Die tijd leent zich volgens Boots voor een mix van oefenen en presentie tonen. De commandeur vindt het ten slotte ook ontzettend leuk om te opereren in het internationale verband, met een veelkleurige staf. “We verbeteren de operationele output steeds verder en vergroten onze situational understanding voortdurend. En tussentijds treffen we elkaar dan steeds weer in de volgende haven, om de broederschap te beklinken.”