Tekst KAP Arjen de Boer
Foto KAN-1 Kylian Slenter, KAP Jeroen Verburg, KAP Arjen de Boer

133 Herstelpeloton in actie tijdens Spartan Arrow

‘Allemachtig, wat meurt dat’

Een handjevol landmachters ondersteunde op Kreta een oefening van de Taskforce Patriot (van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando) die voornamelijk uit luchtmachters bestaat. “We moeten op elkaar ingespeeld blijven.”

Korporaal Roel trekt een grimas. “Allemachtig, wat meurt dat!” Hij hangt met zijn neus boven het motorgedeelte van een DAF 5-tonner vrachtwagen. De geur komt nog het meest in de buurt van verbrand rubber. Het is een onmiskenbare lucht, er is iets goed fout met de versnellingsbak.

Deze reparatie is geen bijzondere klus voor de mannen van 133 Herstelpeloton, wél een ingewikkelde. De zware versnellingsbak zit ‘verstopt’ achter het motorblok, dus het is wroeten en wrikken om dat ding eruit te takelen. Zweten ook, het is vandaag bloedheet op het Griekse Kreta. Net even wat anders dan standplaats Vredepeel.

Om bij de versnellingsbak van de DAF te komen, moet de cabine worden gekanteld. Dan is het nog flink aanpoten voor Lars en Roel om de bak van de oude vrachtwagen los te krijgen.

Handvol

Op de NATO Missile Firing Installation (NAMFI) ondersteunt het detachement van 133 Herstelpeloton de Taskforce Patriot. Deze heeft de afgelopen week echte Patriot-luchtdoelraketten verschoten tijdens de oefening Spartan Arrow. Opvallend detail: de taskforce bestaat voor het overgrote deel uit luchtmachters van 800 en 802 Squadron, en een handvol landmachters. Onder wie 5 onderhoudstechnici van 133.

Mix & match

Het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) is een gemengde eenheid van land- en luchtmacht. Het valt organiek onder de landmacht, maar is qua bezetting ‘paars’. De Patriot-eenheden (luchtverdediging op lange afstand) bestaan bijvoorbeeld uit luchtmachtpersoneel en de Stinger-eenheden (verdediging op korte afstand) uit landmachtcollega’s.
133 Herstelpeloton valt officieel onder de Herstelcompagnie van 13 Lichte Brigade. Maar het DGLC is dus hun belangrijkste ‘klant’. Binnen het peloton werken land- en luchtmachters zij aan zij.

“We zijn een paarse club.”

Ook heeft het hersteldetachement van tweede luitenant Etiën Tax 12 luchtmachttechnici in de gelederen. “We zijn dus een paarse club”, zegt Etiën. “De 4 landmachtmonteurs doen vooral onderhoud van de tientallen wielvoertuigen. De luchtmachters zijn er voor de gronduitrusting zoals aggregaten die radars en airco’s van stroom voorzien.” Dat is specialistischer werk, wat al helemaal geldt voor onderhoud aan de raketsystemen. Die raken de landmachtmonteurs niet aan, benadrukt Etiën. “Luchtmachtcollega’s hebben daar een maandenlange opleiding voor gedaan.”

2 bloedgroepen, 1 team

Wrikken en wroeten

Bij de 5-tonner zijn korporaals Lars en Roel nog altijd druk in de weer om de vastgekoekte versnellingsbak los te krijgen. Lars ligt op een speciaal karretje onder de DAF, terwijl Roel op het chassis staat om de boel los te wrikken. De 100 kilo zware bak hangt in gele hijsbanden van de DAF YBZ-takelwagen. Roel draait de bouten los, en wrikt met een koevoet. Niks, geen beweging. “Dat zit echt goed vast”, zegt hij met een rood hoofd.

Tijdens Spartan Arrow is het detachement van 133 Herstel onderdeel van het logistieke element. Vlakbij de schietbaan, waar raketten richting de Egeïsche Zee worden verschoten, staan hun vrachtwagens. Het kampement is een mobiele werkplaats en rijdende opslagloods voor reserveonderdelen. Er staat zelfs een complete, extra lanceerinstallatie. Voor als er 1 kapot gaat, dan kan die meteen worden vervangen.

Wielmonteurs bekommeren zich wel om de onderstellen van lanceerinstallaties. Maar onderhoud aan de raketten gebeurt door speciaal opgeleide technici van de luchtmacht.

Ingespeeld raken

“Deze oefening heeft voor ons meerwaarde”, zegt Etiën. “Als de taskforce op missie gaat, zoals vorig jaar naar Slowakije, gaan wij mee. We moeten op elkaar ingespeeld blijven. Maar als ze schieten zitten we in dat ‘blik’”, zegt hij wijzend naar een vrachtwagen met werkcontainer. “Dan kunnen monteurs niet buiten sleutelen vanwege de veiligheid en werken we ‘s avonds of ‘s morgens vroeg.”

Een versnellingsbak van 100 kilo moet je takelen. Na de vervanging van de koppelingsplaat en de drukgroep, kan de DAF 5-tonner weer rijden.

In de herstelloods liggen de nieuwe koppelingsplaat en drukgroep voor de DAF al klaar. Roel, Lars en hun collega’s stoeien nog met de versnellingsbak. Maar na wat duwen en trekken is er succes. Gedemonteerd blijkt dat de versnellingsbak vol zwart poeder zit, het mechaniek is naar de Filistijnen. “Die plaat had zijn beste tijd wel gehad”, klinkt het nuchter. Zo heeft het hersteldetachement best wat werk, concludeert Etiën. “Nu die 5-tonner. En een paar aggregaten van 30 jaar oud. Wat er ook kapot gaat, de mannen krijgen het altijd weer aan de praat.”