03

Dit artikel hoort bij: Landmacht 08

‘Kwaliteit moeten we vasthouden’

Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Hans Roggen, Jeroen Liebers, SGT Jasper Verolme, SM Cristian Schrik, Valerie Kuipers, SGT Gregory Fréni

Landmachtadjudant doorgrondt HR-maatregelen

Er verandert veel in het Human Resources (lees: personeelszaken) -domein van de landmacht. Vaste aanstellingen voor manschappen, vernieuwde doorstroommogelijkheden naar de KMS, de AMO ondergebracht bij de brigades; zo maar wat voorbeelden. Landmachtadjudant Cees Bielander ziet samenhang tussen al die acties.

“Rusland is een oorlog gestart. Er is dreiging en we moeten iets doen met hoofdtaak 1 (beschermen van het eigen grondgebied en dat van bondgenoten, red.). Dat kan alleen als je eenheden gevuld zijn.” Landmachtadjudant Bielander zit nog maar relatief kort op z’n post als bewaker van de positie van het onderofficierskorps. Lang genoeg echter om de vinger op de zere plek te leggen. Op de Kromhoutkazerne, hoofdkwartier van de Koninklijke Landmacht, verklaart de ervaren onderofficier: “Tegelijkertijd weten we dat we er de afgelopen jaren alles aan hebben gedaan, met goede initiatieven zoals Falcon Legion en werven in de regio, maar dat het niet gelukt is alle eenheden te vullen. De boodschap die écht dient te landen, is dat we geen keus hebben. Vullen is noodzakelijk om voor continuïteit te kunnen zorgen als we daadwerkelijk ons land moeten beschermen.”

“Om ons land te kunnen beschermen is het vullen van eenheden noodzakelijk.”

Valide vragen

Adjudant Bielander gaat verzitten, legt zijn handen op tafel en vervolgt: “Nu is dus een voor velen lang gekoesterde wens – een contract voor het leven voor manschappen – uitgekomen. Uiteraard levert dat naast blijde gezichten ook valide vragen op. Wat te doen met een infanterist van 55, wat voor loopbaansporen moeten we ontwikkelen? De tijd zal het leren. Wel denk ik dat je straks een verplichting hebt als manschappen met FLO gaan. Om ervoor te zorgen dat die niet onder de armoedegrens zakken moet je die financieel steunen.”

Landmachtadjudant Cees Bielander: “Ik denk dat we straks een bepaalde verplichting hebben als manschappen met FLO gaan.”

‘De capaciteitentest blijft wel gewoon bestaan’

‘Anders’ naar de KMS

“Voor wat betreft het traject richting de Koninklijke Militaire School, geldt dat we zeker het een en ander hebben vergemakkelijkt. Vroeger moest je als je onderofficier wilde worden, minimaal vmbo-t (theoretische leerweg, red.) hebben. In de praktijk betekende dat maandenlang studeren, zelfstandig, bij de LOI. Dat is geen sinecure, onze mensen zitten immers vaak niet ‘op leren’.
Gelukkig hebben we besloten dat we van dat schakeltraject af moesten. De capaciteitentest zoals we die altijd al hadden, blijft wél gewoon bestaan. En er zit nu een algemene kennistest bij. Denk aan Nederlands, Engels en maatschappijleer. Haal je daar een voldoende voor, ga je naar de KMS. Lukt het je niet, krijg je fysiek les om bij te spijkeren. Geen online leeromgeving! Dus zonder in te boeten op de basiseisen, proberen we collega’s eenvoudiger door het proces te loodsen.”

“We hebben het traject naar de KMS enigszins vergemakkelijkt.”

‘We gaan manschappen opleiden bij de eenheden’

Sneller paraat

“Wat er gebeurt op het gebied van de AMO?” Bielander neemt een slok koffie, kijkt even naar buiten. “Dat krijg ik niet in twee zinnen uitgelegd”, vervolgt hij glimlachend. “In september zijn we gestart met het Dienjaar, waarvoor we een bepaalde indeling moesten maken. We hebben ervoor gekozen om die collega’s een 10-weekse opleiding te geven; de Algemene Militaire Opleiding. Daarna doorlopen ze de rest van het traject, geplaatst bij een operationele eenheid. Waar dus vroeger méér onderdelen in de AMO zaten – die duurde 18 weken – maken ze die nu mee in de praktijk bij hun onderdeel.

Ook voor de manschappen hebben we die vertaalslag gemaakt. Zij krijgen dus ook een 10-weekse opleiding en gaan daarna paraat.
Hoe die precieze invulling van de vervolgtrajecten eruit komt te zien, kan per eenheid verschillen. Het zal hoe dan ook zorgen voor minder opleidingstijd. En wat natuurlijk erg aantrekkelijk is, is dat je sneller, beter betaald krijgt omdat je minder lang leerling bent.
Dan hebben we ook nog eens besloten dat we de manschappen gaan opleiden bij de eenheden, met hulp van instructeurs van School Zuid en School Noord. In de regio, wat voor meer verbinding zorgt. Wat heel belangrijk is, is dat het Opleidings- en Trainingscommando de kwaliteit van de opleidingen blijft bewaken.”

“We zijn onlangs gestart met het Dienjaar.”

‘Wees kritisch en nieuwsgierig’

Wees nieuwsgierig

“Waar de samenhang zit tussen alles waar we het zojuist over hebben gehad? Simpel: vullen, werven en behoud. Jarenlang hebben we bij de krijgsmacht gesproken over abstracte HR-zaken. Nu pas worden zaken echt concreet. Ik kan nu op de werkvloer vertellen dat het echt gebeurt. Alles is erop gestoeld mensen binnen te halen en binnen te houden.

Kijk ik naar mijn eigen functie dan is een van mijn belangrijkste doelen om de kwaliteit van de Nederlandse onderofficier te bewaken. Let op: we staan er al enorm goed op. Als je ze internationaal over ons hoort praten, zijn we echt vreselijk goed. Dat maakt ons als klein landje speciaal. Die kwaliteit moeten we echter wel vasthouden. Mede daarom moeten we ons ervoor inspannen dat we mensen op de hoogte houden. Informatie is motivatie. We moeten zorgen dat die hele transformatie van de landmacht goed landt bij ons kapitaal. Dat betekent veel aanwezigheid op de werkvloer.

Maar daarnaast is mijn boodschap ook: werkvloer, wees kritisch en nieuwsgierig. Al komen we uit 30 jaar bezuinigen, we moeten voorwaarts. Dat is best lastig. Aan de andere kant; je kunt beter zorgen hebben met een grote zak geld erbij, dan zorgen plús een grote bezuinigingsronde. We moeten niet in mineur gaan zitten. Dus zet een streep onder wat er gebeurd is. Laat het los en ga aan het werk.

Weet je, het is niet zo dat politici vinden dat we bij Defensie zulke toffe lui zijn dat we er daarom een paar miljard bijkrijgen. Er is echt wel iets aan de hand in de wereld.”