F-35’s ACC vliegen tegen commerciële tegenstanders
Voor diversiteit in gevechtsvliegtuigen is Vliegbasis Leeuwarden de afgelopen decennia wel dé plek in Nederland gebleken. Toch waren er eind mei enkele die daar nog niet eerder in hun huidig rol acte de présence gaven. Niet de allernieuwste typen, maar in de handen van ervaren – en meestal voormalig militaire – vliegers, zeer geduchte tegenstanders. En dat is precies wat de F-35-vliegers van het Air Combat Command (ACC) nodig hebben.

Tekst: Arno Marchand | Foto’s: sergeant-majoor Jan Dijkstra


‘Zelf Red Air vliegen is negatieve training’
De F-35 is een zeer capabel gevechtsvliegtuig. Om vliegers ervan zo goed mogelijk te trainen is dan ook een scala aan trainingsmiddelen nodig. In de lucht kan dat worden uitgevoerd door andere F-35’s te laten fungeren als tegenstander – in het Engels adversary – maar dat gaat ten koste van kostbare vlieguren van die vliegers. “Die vliegen voor hun getraindheid zoveel mogelijk ‘blue’, dus zoals de NAVO opereert”, verduidelijkt majoor Cribs, A7 (missieondersteuning) van de Staf ACC op Vliegbasis Volkel. “Vlieg je als ‘red’, dan moet je een tegenstander simuleren, waardoor je niet je eigen vliegprogramma uitvoert. Zelf Red Air vliegen is negatieve training.”
Nu er meer financiële mogelijkheden voor Defensie zijn, is ook adversary air – afgekort ADAIR – een van de mogelijkheden. Dat wordt onder meer geleverd door commerciële firma’s die vliegen met oudere generaties militaire jacht- of trainingsvliegtuigen. Met goede sensoren als een active electronically scanned array (AESA)-radar of door een mee te dragen een sensor-pod (is nu niet gebeurd), kunnen die het leven van F-35-vliegers echter behoorlijk lastig maken. En dat is uiteraard precies de bedoeling.


ADAIR wordt al jaren gebruikt door de US Air Force, Navy en het Marine Corps
Om de hoek
“Want een paar jaar geleden zijn we allemaal wakker geschud”, zegt Cribs. Met de Russische inval in Oekraïne is het duidelijk dat er écht een vijand voor de NAVO-landen is en dus ook een noodzaak om het grondgebied ervan te verdedigen. “We hebben al langer de behoefte om met ADAIR te trainen. Zo was er in 2017 tijdens de Weapons Instructor Course al een test met ADAIR. Maar geld was altijd het breekpunt en dus kwam het niet tot een overeenkomst.”
ADAIR – in de Verenigde Staten vaak Red Air of aggressors genoemd – wordt al jaren gebruikt door de US Air Force, Navy en het Marine Corps. Voor een deel voeren deze krijgsmachtdelen dat zelf uit, deels doen commerciële partijen dat. Een voorbeeld daarvan is Top Aces, een Canadese maatschappij met vestigingen in diverse landen, waaronder Duitsland. Defensie van dat land heeft al jaren een contract met deze firma die de toestellen heeft gestationeerd op de noordelijke basis Nordholz. En laat dat nou relatief om de hoek zijn van Leeuwarden.

‘Het voordeel is face to face debriefen’

Bestelknop
Zo waren er de afgelopen jaren boven de Noordzee al meerdere ontmoetingen tussen de toestellen van Top Aces en de F-35’s van het ACC. Daarbij opereerden alle deelnemers nog vanaf hun thuisbasis. Eind mei kwam Top Aces met twee A-4 Skyhawks en evenzoveel Alpha Jets voor het eerst naar Leeuwarden. “Het voordeel dat je dan hebt, zoals al vaak aangegeven bij andere oefeningen, is dat je face to face kunt plannen en debriefen”, geeft Cribs aan.
Uiteraard kost het inhuren van een commerciële tegenstander geld, maar het voordeel is dus dat je de eigen vliegers maximaal kunt trainen. Cribs: “Punt is wel dat iedereen nu de noodzaak ziet van betere trainingsmogelijkheden voor Defensie. Iedereen drukt tegelijk op de bestelknop, maar bedrijven en industrie kunnen natuurlijk niet allemaal meteen leveren.”

‘Er is veel vraag naar dit soort ADAIR-diensten’
AEC Skyline
Al vele jaren maakt de Nederlandse Defensie gebruik van de diensten van AEC Skyline, met als thuisbasis Groningen Airport Eelde. Voor alle krijgsmachtdelen voeren ze vluchten uit en daar is sinds 21 november 2024 eentje bijgekomen. Toen tekenden het CLSK, AEC Skyline als prime contractor een overeenkomst waardoor Top Aces onder de vleugels van AEC Skyline ADAIR-vluchten voor de luchtmacht gaat maken. “Wij leveren jachtvliegtuigen in een zo breed mogelijk spectrum”, geeft L-39-vlieger Boomer aan, die een geschiedenis heeft bij 312 en 322 Squadron. “Dat doen we met onze eigen L-39’s en Learjet en voor meer capabele toestellen hebben we een exclusieve overeenkomst met Top Aces die de beschikking heeft over A-4’en en Alpha Jets. Er is veel vraag naar dit soort ADAIR-diensten. Zo hebben we ook net een contract met de Belgische Luchtmacht gesloten. In de toekomst hopen we ook F-16’s beschikbaar te krijgen voor ADAIR in Europa. Dan kunnen we echt het hoogste segment ADAIR aanbieden.”


‘Het voelt als de fakkel overdragen’

Winnen
Top Aces vliegt met de A-4, een ontwerp uit de jaren 50, en de Alpha Jet die stamt uit de jaren 70. “Niet het nieuwste van het nieuwste, maar onderschat ze niet”, zegt Top Aces-vlieger Jaws, met 21 jaar F-16 bij de Belgische Luchtmacht op zak. “De A-4 heeft een goede radar en de Alpha Jet kan ontzettend kort draaien. Dat neemt niet weg dat wij diverse keren per luchtgevecht worden uitgeschakeld. En dat moet ook. Wij zijn er niet om te winnen, maar juist honderd procent in dienst van Blue Air. Zíj moeten winnen, alleen moeten wíj hen dat zo lastig mogelijk maken. Door de ervaring van onze vliegers weten we precies wat Blue Air van ons verlangt.
We hebben allemaal 2.000 tot 3.000 uur op jets, eigenlijk essentieel. Daardoor kunnen we ons zo goed inbeelden wat een squadron wil. Wij zijn er honderd procent voor hen. Het is ook heel mooi om als oudere kerel met jouw ervaring een jonge vlieger beter te maken. Het is echt een heel leuke job. Het voelt als de fakkel overdragen.”

‘Dan heb ik het nog niet eens over de efficiëntie qua kosten’
Superhappy
Cribs beaamt de lezing van Jaws volledig. “Door het trainen met ADAIR kunnen wij als ACC honderd procent focussen op wat we moeten doen. Als het zover komt dat we écht ingezet moeten worden, zijn wij als F-35-vliegers de spelers die de penalty’s moeten nemen. Door de inhuur van ADAIR hoeven we tijdens oefeningen niet ook voor keeper te spelen. De oefentegenstander is honderd procent Red Air, dus hun tactieken zijn representatief voor wat we tegen zouden kunnen komen in een echt conflict. In mijn functie ben ik van de tactieken, standaardisatie en het ondersteunen van training. Een van de manieren om dat te doen is via ADAIR. Door daarmee te oefenen, besteden we onze F-35-uren zo optimaal mogelijk, wat onze F-35-vliegers en daarmee de luchtmacht beter maakt in wat ze doen. En dan heb ik het nog niet eens over de efficiëntie qua kosten. Ik moet zeggen dat iedereen tot nu eigenlijk wel superhappy is.”