Space is geen project, maar een domein

Gisteren, op 1 juli, kreeg het Commando Luchtstrijdkrachten een nieuwe naam. Een die beter past bij de verantwoordelijkheden in het lucht- én ruimtedomein: het Commando Lucht- en Ruimtestrijdkrachten (CLRS). Deze doop – op de verjaardag van de Koninklijke Luchtmacht – vond plaats op de bakermat van de militaire luchtvaart, in Soesterberg.

x
Leestijd: 9 minuten

Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk | Foto’s: sergeant Sjoerd Hilckmann | Video: Jorn Koekoek

De plechtigheid vindt passenderwijs in het Nationaal Militair Museum plaats ónder de Starfighter.

Zo’n tweehonderd genodigden verzamelen zich op deze tropische dag in het Nationaal Militair Museum, gelegen op voormalig Vliegbasis Soesterberg. De plek waar in 1913 de Luchtvaartafdeeling werd opgericht, het begin van de Nederlandse militaire luchtvaart. Ook de plek waar het eerste militaire vliegtuig, de Brik van Van Meel, begon aan de verkenning van het luchtruim. Vandaag, ruim een eeuw later, is het de plek waar het ruimtedomein officieel binnen de krijgsmacht erkend en belegd wordt binnen de Koninklijke Luchtmacht.

Sterk merk

De naam Koninklijke Luchtmacht blijft als sterk merk ongewijzigd. Patches en andere uitingen met de termen Koninklijke Luchtmacht, luchtmacht en KLu blijven daarom gewoon in gebruik. Patches met opschriften 'CLSK' worden gefaseerd vervangen door ‘CLRS’.

Bekijk hieronder de introductie van het nieuwe embleem.

Nieuw embleem

Het Commando Lucht- en Ruimtestrijdkrachten (CLRS) krijgt een nieuw embleem, maar behoudt de spreuk van het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK): ‘waakzaam en trefzeker’. De slechtvalk boven de wereldbol symboliseert de blik vanuit de lucht en ruimte. Om de aarde cirkelen twee satellietbanen. De drie opgelijnde sterren rechts vormen de zogenaamde gordel van Orion. Orion – de jager – is een constellatie die vaak wordt gebruikt voor navigatie en herkenning, wat essentieel is in militaire luchtvaart en militair optreden in het algemeen. De drie overige sterren staan voor Betelgeuze, Bellatrix en Meissa. Betelgeuze en Bellatrix vormen gezamenlijk de schouders van de jager en Meissa het hoofd. Dit verwijst naar de ‘can do’-mentaliteit van de luchtmachter: de schouders eronder en met het hoofd nadenken over het te bereiken doel. De achtergrondkleuren blauw en zwart symboliseren de overgang tussen lucht en ruimte.

‘Space is geen luxe, maar het fundament waarop onze krijgsmacht opereert’

Essentieel

“Wat begon als pionieren in het luchtruim, breidt zich vandaag uit tot ver daarboven”, trapt demissionair minister van Defensie Ruben Brekelmans het evenement af. “De oorlog in Oekraïne, maar ook het conflict in het Midden-Oosten, toont hoe essentieel ruimtecapaciteit is geworden. Satellietbeelden, communicatie, positionering; zonder het space-domein is er geen effectieve defensie. Space is geen luxe. Het is een force enabler. Het is een fundament waarop onze krijgsmacht opereert. Daarom is het goed dat we vandaag formeel vastleggen: space is niet langer een project. Het is een domein.”

Brekelmans overhandigt het nieuwe embleem op een houten schild aan Steur: “Hiermee beleg ik officieel het ruimtedomein binnen het Commando Lucht- en Ruimtestrijdkrachten. Generaal Steur, beste André, hierbij overhandig ik officieel het nieuwe logo en ook de nieuwe naam aan jou. Ik wens jou en jouw mensen ontzettend veel succes.”

‘Space is geen luchtmachtfeestje’

Joint fight

Dat het ruimtedomein bij de luchtmacht wordt belegd, is volgens Brekelmans een logische keuze. Het is volgens hem de plek waar de kennis, de mensen en de ervaring al zijn samengebracht. Later benadrukt de kersverse Commandant Lucht- en Ruimtestrijdkrachten (C-LRS) luitenant-generaal André Steur dat space geen ‘luchtmachtfeestje’ is. “Deze stap zetten we voor de hele krijgsmacht”, vertelt hij de aanwezige genodigden en alle defensiemedewerkers die via een livestream meekijken. “Ruimte is niet alleen een zelfstandig domein met eigen kenmerken, het wordt ook steeds bepalender voor het optreden op land, ter zee, in de lucht en zeker ook in het cyberdomein. Deze integratie versterkt ons vermogen om effectief en gecoördineerd op te treden. Het is een investering in de joint fight.”

Steur: “We geven space vandaag een vaste plek in onze krijgsmacht. Niet als bijlage, maar als versterkende factor voor alles wat we doen.”

Ruimtereis van de Koninklijke Luchtmacht

2014: het Defence Space Security Centre (DSSC) wordt opgericht door en onder de Koninklijke Luchtmacht. Sindsdien zet de krijgsmacht onderstaande grote stappen zich militair te ontwikkelen in het ruimtedomein. Het DSSC groeit van twee naar ruim twintig medewerkers.

  • 2019: de NAVO erkent de ruimte als vijfde militaire domein naast land, zee, lucht en cyber. Al snel daarna veranderen meerdere Europese landen de naam van hun luchtmachten naar een lucht- en ruimtemacht.
  • 2021: de Nederlandse krijgsmacht lanceert haar eerste satelliet, de BRIK-II.
  • 2022: eerste deelname aan internationale Space-oefening Global Sentinel.
  • 2023: in samenwerking met Noorwegen volgt de lancering van een tweede en derde satelliet, genaamd MilSpace2 Birkeland en Huygens.
  • 2025: afsluiting contract voor de aanschaf van eigen telescoopsystemen.
  • 23 juni 2025: de eerste operationele satelliet van de Nederlandse krijgsmacht wordt gelanceerd (lees daarover het artikel elders in deze editie van de Vliegende Hollander).

‘Soms lijkt het op sciencefiction, maar het is realiteit’

Reesink ziet de afgelopen jaren een toenemende militarisering van de ruimte.

Gevecht stopt niet bij de dampkring

Ook Directeur Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (D-MIVD) vice-admiraal Peter Reesink richt zijn woord tot het publiek: “Als Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst opereren wij al decennialang in en met het ruimtedomein. Geen raket wordt afgevuurd, geen schip vaart uit, geen formatie verplaatst zich zonder dat iets of iemand vanuit de ruimte meekijkt, meebeslist, meeluistert. We onderscheppen signalen, analyseren communicatie en gebruiken satellietbeelden om inzicht te krijgen in wat landen doen, kunnen en ook van plan zijn. De krijgsmacht en de maatschappij zijn afhankelijk van dat ruimtedomein. Soms lijkt het op sciencefiction, maar het is realiteit. Een realiteit waarin het uitschakelen van één satelliet hele legers of hele samenlevingen kan ontregelen. We zien in de grijze zone tussen oorlog en vrede dagelijks cyberaanvallen, sabotage en desinformatie. Gericht tegen onze bondgenoten, maar ook tegen Nederland. Dat gevecht stopt dus niet bij de dampkring. Moderne oorlogsvoering zet zich steeds krachtiger voort in de ruimte.”

De hogere leger- en luchtmachtleiding is samen met partners uit de ruimte-industrie en kennisinstituten getuige van de historische naamsverandering.

‘Wat we écht nodig hebben, moeten we zelf in handen hebben’

Eigen capaciteiten

Brekelmans noemt de ruimte geen gebied voor solospelers, maar ook geen domein waarin je alles kunt uitbesteden. “We zoeken steeds de juiste balans. Wat moet je zelf doen? Waar werk je samen? Wat koop je commercieel in? En welke capaciteit móet je in eigen hand houden, omdat je simpelweg niet zonder kunt? Niet omdat we alles zelf willen doen, maar omdat we minder afhankelijk willen zijn. Wat we écht nodig hebben, moeten we zelf in handen hebben.” Daarmee zijn Steur en Reesink het volledig eens. “Een eigen, onafhankelijke informatiepositie in dit domein maakt Nederland waardevol als internationale partner”, zegt Reesink daarover in zijn speech. “Daarom is het goed dat Nederland kiest voor eigen capaciteiten. Met eigen satellieten. Gebouwd met onze kennis, onze mensen en onze industrie.” Brekelmans nodigt alle onderdelen van Defensie, bondgenoten, maar ook bedrijven en kennisinstellingen uit om mee te denken en werken aan het militaire ruimtedomein. “Want de dreigingen in dit domein zijn te groot, te complex en te snel voor één krijgsmachtdeel alleen.”

“Onze tegenstanders slapen niet”, zegt Brekelmans. “Ze zetten grootschalig in op technologische dominantie in de ruimte. We moeten tempo maken om relevant en weerbaar te blijven.”

‘In een wereld van extreme schaarste vechten voor dit domein’

Dappere kapiteins en majoors

De militaire ontwikkelingen in het ruimtedomein zijn tot nu volgens Steur te danken aan de inzet van velen. Hij noemt daarbij militairen, burgers, wetenschappers en partners in binnen- en buitenland. Ook staat hij stil bij zijn voorgangers, generaals Dennis Luyt en Sander Schnitger, die zich vroegtijdig sterk maakten voor deze ontwikkeling. Bovendien zetten de huidige bewindslieden van Defensie zich volgens Steur sinds hun aantreden krachtig in om space binnen Defensie de plek te geven die het verdient. “Maar de ontwikkeling danken we vooral aan enkele dappere – toen nog – kapiteins, majoors en overstes”, spreekt de commandant. “Enkelen van hen zijn hier in de zaal aanwezig. Mensen die in een wereld van extreme schaarste bleven vechten voor dit domein. Mensen die ondanks weerstand bleven duwen. Mensen die ‘nee’ niet als antwoord accepteerden. Volhardend, een tikje eigenwijs, soms wat buiten de lijntjes maar altijd met het hart op de goede plek: om onze krijgsmacht beter te maken. Ik ben jullie daar onwijs erkentelijk voor!”

Hoe heet het nieuwe commando in het Engels?

  • Commandant Lucht- en Ruimtestrijdkrachten (C-LRS)-> Commander Royal Netherlands Air and Space Force (C-RNLASF)
  • Commando Lucht- en Ruimtestrijdkrachten (CLRS) -> Royal Netherlands Air and Space Force (RNLASF)
  • Koninklijke Luchtmacht (KLu) -> Royal Netherlands Air and Space Force (RNLASF)
Gastvrouw van het evenement luitenant-kolonel Petra Wijnja werkt al sinds 2015 aan 'space'. Ze is momenteel Hoofd Space Warefare and Expertise bij het Defence Space Security Centre.

Steur: ‘Blijf pionieren’

Space Operations Centre

Kijkend naar de toekomst vertelt de C-LRS de space-capaciteiten binnenkort uit te breiden. De bedoeling is een operationeel Space Operations Centre op te richten en de functies bij het huidige Defence Space Security Centre uit te breiden. Ook in de rest van de krijgsmacht zal de space-capaciteit worden uitgebreid, volgens de commandant. Hij verwacht dat Space op termijn uitgroeit tot een van de Commands onder het CLRS en wellicht in de verdere toekomst een zelfstandig krijgsmachtdeel wordt. Steur besluit: “Tegen iedereen die vanaf vandaag onder de vlag van het CLRS opereert zeg ik: blijf pionieren. Blijf traditionele middelen en methoden ter discussie stellen. Blijf ontwikkelen. Blijf de grenzen opzoeken. Blijf samenwerken. Maar bovenal: blijf eigenwijs. En blijf vooruitdenken, net als toen, hier op deze prachtige en warme plek, zo’n honderd jaar geleden. Want dat is het DNA van het Commando Lucht- en Ruimtestrijdkrachten.”

Modellen van reeds gelanceerde SAR-satellieten, rechts op schaal en links op ware grootte van liefst vier meter breed.

Meer informatie

Medewerkers die meer willen weten over de naamswijziging kunnen terecht op sharepointpagina https://clsk.mindef.nl/sites/USWR000882/SitePages/Home.aspx.

Hierop staat ook informatie over alle aanpassingen die de naamsverandering met zich meebrengt in Peoplesoft, Outlook en overige IT-systemen.