06

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 06 | 2025

Terug naar de luchtmacht

‘Sneller dan ik dacht, kreeg ik een functie’

Ze gaat geen uitdaging uit de weg. Maar haal je de uitdaging weg, dan vertrekt ze. Karin de Groot-Trouw verliet de luchtmacht omdat ze zich niet kon doorontwikkelen in haar vakgebied. Ruim zes jaar later keert de goedlachse, gedreven teamplayer terug: zelfde specialisme, andere invalshoek. “Ik miste de saamhorigheid van de luchtmacht.”

x
Leestijd: 9 minuten

Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk | Foto’s: sergeant Sjoerd Hilckmann

Portretfoto van majoor Karin de Groot-Trouw.

Wie: majoor Karin de Groot-Trouw (40)

Eerste dienstperiode: juni 2006 – mei 2018

Vakgebieden: militaire sport en luchtgevechtsleiding (AOCS NM)

Reservist (Groep Luchtmacht Reserve): juni 2018 – november 2024

Opnieuw in dienst: november 2024

Vakgebied: luchtgevechtsleiding (Bestuursstaf)

‘Na mijn stages kon ik als burger aan de slag’

“Al heel jong was ik gefascineerd door overvliegende straaljagers. Dat gebeurde in mijn woonplaats Dordrecht niet zo vaak. Ik weet eigenlijk niet eens precies waarom ik het zo fantastisch vond. Verder had ik niets met Defensie of de luchtmacht, toch voelde ik: dáár wil ik werken. Op het vwo bezocht ik een open dag van de KMA (Koninklijke Militaire Academie), maar de studie bleek destijds nog geen geaccrediteerde bacheloropleiding. Daarom koos ik voor een studie sportmanagement. Ik was namelijk al drie tot vier dagen per week met sport bezig; vooral turnen, waarin ik ook les gaf. Het leek een logische keuze. In het derde jaar moest ik stagelopen bij een overheidsinstelling. Ik dacht: ‘ik wil nog steeds bij de luchtmacht, die doen vast ook iets met sport’. Op de veelgestelde vragen-pagina op de website van de luchtmacht werd ik verwezen naar een telefoonnummer van P&O. Na mijn belletje zou ik teruggebeld worden. ‘Daar hoor ik vast nooit meer iets van’, dacht ik nog. Maar na twee weken belden ze op dat ik op gesprek mocht komen bij de Sectie Militaire Sport in Den Haag. Ik werd aangenomen, liep fulltime stage in de zomer en plakte er mijn vierdejaars stage gelijk achteraan. Toen ik na ruim een jaar klaar en afgestudeerd was, kon ik als burger bij het Bureau Wedstrijdsport van de luchtmacht aan de slag om nationale en internationale sportkampioenschappen te organiseren. Dat heb ik tweeënhalf jaar gedaan.”

Karin: “Van mijn tijd bij de militaire sport heb ik weinig foto’s waar ik zelf op sta, maar deze foto met mijn collega Pim Schijven herinnert me aan deze mooie tijd.” Vanaf 2009 was Karin vier jaar – vaak in eigen tijd – vrijwilliger bij de KLu-balloncrew. Op de rechterfoto begeleidde ze een vlucht in 2009 tijdens de Ballon Fiësta met toenmalig CDS Van Uhm, staatssecretaris De Vries en C-LSK Jansen. Foto links: uit privécollectie; rechts: Paul Groeneveld
Karin houdt samen met een collega de ballonmand met passagiers vast.

Militair worden

“Ik had een geweldige tijd bij de sport, maar ergens wilde ik nog steeds militair worden. Ik besloot het keuringstraject van ongeveer een jaar in te gaan. Tijdens mijn oriëntatie op banen kwam ik de luchtgevechtsleiding tegen. ‘Dát is iets voor mij’, dacht ik. Ik had immers een exact vakkenpakket op het vwo gedaan en wilde graag een operationele functie. En zo kwam ik na een jaar KMA en een tijdelijke tewerkstelling bij 301 Squadron – in afwachting van mijn vaktechnische opleiding – bij het 711 Air Control Squadron op het AOCS Nieuw Milligen terecht.”

Karin in gevechtstenue met witte helm en klimgordel in een bos.
De eerste helft van Karins KMA-tijd in 2010 bestond voornamelijk uit oefeningen en deelnemen aan zogenoemde grensverleggende activiteiten in het bos. Foto’s: uit privécollectie

‘Een vakgebied waarvan ik eerst het bestaan niet wist’

Onwijs gaaf

“Als Air Surveillance Controller gaf ik leiding aan de surveillance-sectie van de luchtgevechtsleiding. Ik vond het vak direct fantastisch. Je bent 24/7 bezig met het bewaken en beveiligen van het Nederlandse luchtruim. Je werkt in de NAVO-commandostructuur samen met alle buurlanden. Dat ik met alle technische kennis in staat was om het luchtbeeld te identificeren en interpreteren, was onwijs gaaf. Ook moet je verstand hebben van tactische datalinks en ben je verantwoordelijk voor alle draaiende radarsystemen. Als iets niet goed lijkt te werken, moet je een techneut inseinen. Het is een klein vakgebied met helaas altijd tekorten, maar mede daardoor kon ik na een krap jaar al doorgroeien naar officier-training. Ik hield me vooral bezig met de organisatie, deels was ik ook inhoudelijk betrokken. Verder was ik on the job instructor, dat werkt een beetje hetzelfde als een rij-instructeur. En remedial teaching, ofwel leerbegeleiding, heb ik ook gedaan. Ik heb zo onwijs veel geleerd van een vakgebied waarvan ik eerst het bestaan niet eens wist.”

Karin naast een collega aan het werk achter een bureau met radarschermen.
Als tweede luitenant Air Surveillance Controller aan het werk tijdens de Nucleair Security Summit 2014. Foto: Rob Gieling

‘24/7 crisismanagement in ploegendienst’

Buiten de poort

“Hoewel ik het waanzinnig naar mijn zin had, de mensen zelfs een beetje als familie voelden, ben ik op een gegeven moment toch buiten de poort gaan kijken. Na zo’n vijf jaar wilde ik mijzelf doorontwikkelen in mijn vakgebied, maar er waren geen functies beschikbaar. De operationele wereld en vliegtuigen bleven mij fascineren, dus ben ik buiten Defensie in die sector gaan zoeken. Ik kwam uit bij het operatiecentrum van Transavia, maar het had net zo goed een andere maatschappij kunnen zijn. Als Duty Manager Operations werd ik daar verantwoordelijk voor het operationele vliegprogramma en het oplossen van alles dat dit verstoorde. En storingen waren er áltijd. Van ziek personeel en stakingen op de plaats van bestemming tot kapotte bagagebanden en ander technisch leed. Je bent een soort brandweerman van een dorp dat continu op een andere plek in de fik staat. Het was 24/7 crisismanagement in ploegendienst. Na een jaar had ik alles wel een keer gezien. Het was een pittige functie, maar de uitdaging werd minder. Ook miste ik Defensie. Hoewel er bij de luchtvaartmaatschappij wel een bepaalde saamhorigheid heerste, was die daar niet hetzelfde als bij Defensie. Je hebt er bijvoorbeeld geen gemeenschappelijke ‘KMA-geschiedenis’.”

Karin in een vliegtuigsimulator met een VR-bril op.
Links: op de Innovation in Defence beurs gaf Karin, als werknemer van TNO, een interview aan een defensieredacteur. Rechts: als TNO-projectleider bij de afdeling Human Factors leidde Karin in 2022 een experiment waarbij onderzocht werd of het gebruik van de computertechniek virtual reality tijdens de Elementaire Militaire Vlieger Opleiding een positief effect had op het leervermogen. Karin testte zelf de proefopstelling om vervolgens een goede uitleg te kunnen geven aan de proefpersonen. Foto links: sergeant-majoor Cristian Schrik; rechts: uit privécollectie

‘Bij elk project kwam ik bekende luchtmachters tegen – zó leuk!’

Task Force ’22

“Toch ben ik niet naar functies bij Defensie gaan zoeken. Maar wel naar iets met een link met Defensie. Via via kwam ik bij TNO terecht, waar ze de unit ‘Defense, Safety & Security’ hebben. Als projectleider was ik de verbinder tussen de wetenschapper en de defensieoperatie; meestal van luchtmachtprojecten, soms een ander domein. Bij elk luchtmachtproject kwam ik bekende luchtmachters tegen, zó leuk! Ook heb ik vier keer het evenement Innovation in Defence georganiseerd, waar resultaten van onderzoeksprogramma’s en projecten worden gepresenteerd aan Defensie. In 2022 werd ik – met de opmerking ‘jij bent hiervoor de meest geschikte’ – gevraagd voor het project Task Force ’22 van de luchtmacht. Dat startte tegelijkertijd met Task Force Defensienota ’22. Al snel besloten we dat we hiervoor integraal moesten samenwerken als team luchtmacht, TNO en NLR. Twee dagen per week werkte ik daarom fysiek bij het Air & Space Warfare Centre op de Luchtmachttoren in Breda. Het was fantastisch om daar weer rond te lopen. In mijn beginjaren bij sport heb ik er ook gewerkt. Niet alleen zakelijk was ik onderdeel van de afdeling, ook sociaal hoorden mijn externe collega’s en ik er helemaal bij. Ik bruiste van de energie. Dat merkte mijn man ook op: ‘elke keer als je thuiskomt van de luchtmacht, ben je zó enthousiast’, zei hij. Op het werk vroegen steeds meer mensen waarom ik niet gewoon helemaal terugkwam. Ik ging erover nadenken en dacht ‘ze hebben gelijk’.”

Karin in gesprek met een luchtmachtmilitair en burgercollega, zittend op een hoekbank op kantoor.
“Op de Bestuursstaf in Den Haag vind je een gemêleerd gezelschap qua krijgsmachtdelen, militairen en burgers en leeftijden”, vertelt Karin. “Het is er leuker dan ik vooraf dacht.”

Sneller dan ik dacht

“Ik dacht er een paar maanden over na: wat wil ik dan gaan doen? Terug naar mijn vakgebied luchtgevechtsleiding, besloot ik. Voorzichtig begon ik de mogelijkheden te onderzoeken en ging in april 2024 in gesprek met de vakoudste. Hij was al snel enthousiast en zou op het net komen als er functies zouden vrijkomen. Sneller dan ik dacht, had hij een functie voor me: stafofficier op de afdeling IV&C4I (Informatievoorziening & Command Control Communication Computer Intelligence) bij de Directie Plannen op de Bestuursstaf. Er kwam een gevechtsleidersstoel vrij binnen het cluster advies. In de laatste maanden voor mijn herintreden werd ik aangesteld als reservist bij het Air & Space Warfare Centre, waar ik al gedetacheerd was vanuit TNO. Uiteindelijk stroomde ik via Bureau Bijzondere Instroom in als beroepsmilitair.”

Karin achter haar bureau tegenover een landmacht militair aan zijn bureau.
Karin: “Op mijn afdeling bij de Directie Plannen heeft iedereen zijn eigen expertise.”
Karin typend voor haar computer.

‘Ik draag bij aan de krijgsmacht van de toekomst’

Rol als verbinder

“Voor nu is dit mijn ideale functie. Mijn technische werk als luchtgevechtsleider, het projectwerk van TNO en de rol als verbinder die ik vaker bekleedde, komen hier allemaal samen. Ik ben de koppeling tussen de werkvloer als behoeftesteller en onder meer JIVC als uitvoerder. Daarnaast ben ik programmabegeleider van TNO-projecten en regievoerder tactische datalinks voor de innovatieketen. Ik werk krijgsmachtbreed en draag bij aan de krijgsmacht van de toekomst, dat is zó gaaf. Ik verwachtte een individualistische sfeer op het PKC (Plein-Kalvermarkt Complex), maar dat had ik flink mis. Iedereen is bezig met zijn eigen expertise, maar toch heerst er een saamhorigheid die vergelijkbaar is met die bij een squadron. Mensen nemen ondanks de drukte tijd voor elkaar, zijn oprecht geïnteresseerd. En ook hier kom ik weer veel bekenden tegen uit mijn eerdere defensiejaren.”

Karin in gevechtstenue lopend in gesprek met een vrouwelijke burgercollega in een gang van het Plein-Kalvermarkt Complex.
“Ik geef adviezen over technische vraagstukken gericht op command and control en tactische datalinks van grote materieelprojecten”, licht Karin toe.

Opnieuw gekwalificeerd

“Als neventaak ben ik ongeveer eens per maand aan het werk als Battle Manager op het AOCS Nieuw Milligen. Daarvoor ben ik opnieuw gekwalificeerd. Behalve dat ik het super leuk vind, is het functioneel ook heel waardevol. Ik wil niet ‘iemand uit Den Haag’ zijn die niet weet wat er echt speelt en de mensen niet kent. Al met al zit ik helemaal op mijn plek. En voorlopig zie ik ook nog genoeg leuke manieren om door te groeien binnen deze vakgroep. Gevechtsleiders kom je door de hele organisatie tegen.”

Wil jij ook herintreden bij de luchtmacht?

Oud-collega’s kunnen tot een leeftijd van 52 jaar en 3 maanden herintreden bij de luchtmacht. Het maakt niet uit in welk vakgebied of voor welk krijgsmachtdeel je eerder gewerkt hebt. Wel is een vereiste dat je in het verleden je initiële opleiding hebt afgerond. Solliciteren kan door het sturen van je cv naar bijzondere.instroom.luchtmacht@mindef.nl of kijk op werkenbijdefensie.nl, zoekterm 'herintreder luchtmacht' (alleen via internet te bereiken).