Tekst RITM Arthur van Beveren
Foto KPL BDAV Gregory Fréni
Intern videoplatform GPAL uitkomst voor genezerikenschool
Innoveren staat tegenwoordig bovenaan in elk operationeel manifest. Het Commando Landstrijdkrachten heeft er zelfs een speciale afdeling voor: Concept Development & Experimentation (CD&E). In deze rubriek belicht Landmacht bijzondere innovatieprojecten die deze sectie ondersteunt. Ditmaal: Gamified Peer to peer Adaptive Learning (GPAL).
Medio maart vielen opleidingen binnen Defensie abrupt stil door de maatregelen rond het coronavirus. Ook bij het Defensie Gezondheidszorg Opleidings- en Trainingscentrum (DGOTC) in Hilversum sloten de deuren, terwijl een deel van de cursisten gewondenhelper en geneeskundig verzorger in de maanden erna op missie moest. Door het videoplatform GPAL kon de opleiding toch doorgaan, terwijl leerlingen in kortere tijd op het gewenste niveau de opleiding afsloten.
Gamified peer to peer adaptive learning
GPAL is een intern videoplatform dat geschikt is voor leerondersteuning op de werkplek. Leerlingen gaan zelfstandig aan de slag met hun opleiding door het volgen van instructievideo’s op het platform, en het filmen van hun eigen handelingen. Docenten kunnen die bekijken en feedback geven. Leerlingen investeren ten opzichte van klassikale lessen meer tijd in hun handelingen en leren door te doen. Dat doen ze binnen een afgesproken tijd maar op eigen tempo.
Waarom anders?
Het klinkt te mooi om waar te zijn. En toch zien Michaël Leenhouwers van de afdeling Learning & Development en zijn opleiders de versnelde invoering van de GPAL-app in combinatie met een leertakenboek als een geluk bij een ongeluk. “Zeker, in het begin waren veel instructeurs sceptisch. De bestaande opleiding had zich bewezen”, aldus Leenhouwers. “Generaties zijn zo opgeleid, dus waarom nu anders? Maar door de situatie moesten we kijken hoe we de opleiding konden doorzetten. Dat lukt met GPAL, met als voordeel dat de cursist veel zelfstandiger aan het werk is.”
Eigen hoek
Marinier der eerste klasse Job moet lachend toegeven dat deze landmachtopleiding heel goed in elkaar zit. “Dit is mijn eerste opleiding in de richting van Medic. Het leek me een toffe cursus. Je leert hoe het lichaam werkt en hoe je verwondingen kan verzorgen. De aanpak in Hilversum was wel anders dan normaal, mede natuurlijk door het COVID-gebeuren. Dat werd duidelijk aan het begin uitgelegd door de instructeurs. Doordat we afstand moesten houden ben je heel zelfstandig bezig. Met 4 man zaten we in een lokaal waar we elk een eigen hoek met een aantal poppen en een iPad op standaard hadden.”
Direct feedback
“Aan de hand van een leertakenboek maakte je opdrachten en kon je video’s van eerdere cursisten bekijken”, vervolgt de marinier. “Voor vragen was er een instructeur in de klas. Je filmde je eigen handelingen die je daarna kon uploaden in de GPAL-app. De instructeur bekeek die en kon direct feedback geven. Door middel van 5 simulaties ging je langs het hele <C>ABCDE-protocol, net zoals met ZHKH (zelfhulp, kameradenhulp), maar wij gaan er dieper op in. In het begin was het opnemen op film wennen, ik ben natuurlijk geen vlogger. Maar het is in ieder geval anders dan klassikaal luisteren naar een docent en aantekeningen maken. Ik denk dat de stof beter blijft hangen.”
Flexibel rooster
Doordat leerlingen nu minder klassikaal bezig zijn maar meteen aan de slag gaan, is er voor de opleider meer tijd voor individuele coaching van de leerling. “Dat maakt het werk voor de opleider ook interessanter. Je ziet hoe een leerling zich over de tijd ontwikkelt”, merkt Leenhouwers op. Ook de indeling van de dagen is aangepast. “Er is geen strak rooster, maar er zijn wel vastgestelde momenten waarop de leerling een taak gereed moet hebben of een casus moet uitvoeren. In het begin voelt het wegvallen van kaders vreemd, maar zowel instructeurs als cursisten pasten zich snel aan. Een leerling ging zo snel door de stof, dat die eerder naar huis mocht met een certificaat.”
Geen uitvallers
Van de 24 cursisten in de laatste opleiding is niemand uitgevallen. “Ze zijn binnen korte tijd veel verder dan in de oude manier van opleiden”, vervolgt Leenhouwers. “En zelfs als iemand nog achterliep had diegene 2 dagen langer kunnen blijven. Door de nieuwe opzet zijn we flexibeler. Nu moet ik wel zeggen dat we door de 1,5-meterregel met maar 4 mensen in een lokaal bezig zijn. In de volgende cursus gaan we naar 6 cursisten per lokaal. We moeten nadenken hoe we dit in de toekomst met meer leerlingen gaan doen. Maar 1,5 jaar geleden duurde de opleiding 5 weken, en nu nog maar 3. Daardoor komt capaciteit vrij.”
Niet meer terug
De functie van de opleider verandert volgens Leenhouwers door de nieuwe opzet veel meer van instructeur naar coach. “Er zullen altijd klassikale momenten blijven, maar de nadruk op goede persoonlijke feedback wordt groter. Daarom is het belangrijk dat je daar over vooraf goede gesprekken hebt met je opleiders. Maar degenen die nu lessen hebben gegeven zijn heel enthousiast. Vorige week kwam er een naar me toe die zei: “We gaan hierna toch niet meer terug naar de oude manier van werken?”