Tekst Kapitein Mark
Foto eigen collectie
Dagboek van een missie in coronatijd
Kapitein Mark vertrok in januari richting Erbil voor zijn 2e missie naar Irak. Niemand kon toen nog voorspellen hoe het coronavirus wereldwijd zou toeslaan en ook zijn stempel op de Capacity Building Mission Iraq zou drukken. Het Hoofd Sectie 1 van 13 Infanteriebataljon Regiment Stoottroepen Prins Bernhard maakte een persoonlijk verslag.
20 januari 2020 | Vertrek
Het is een koude maandagmorgen wanneer de eenheid vanuit Amersfoort vertrekt. Voor mij is het mijn 3e uitzending waarvan de 2e keer naar Erbil. Zelf had ik thuis al afscheid genomen. Een voorlopig laatste knuffel aan mijn vrouw en 2 dochters in mijn eigen omgeving. De wijze van afscheid nemen is voor iedere militair anders. Wij hadden geen zin in de heisa om met gezin vanuit het noorden naar Amersfoort af te reizen. Talloze collega’s van 13 Infanteriebataljon Luchtmobiel zwaaiden ons uit, maar ook de Korpsadjudant en commandant van het Korps Militaire Administratie. Ook dat is personeelszorg!
15 februari | ‘Business as usual’
De eerste 3 weken zijn voor mij niet veel anders dan de missie in 2018. Het is ‘business as usual’: coördineren van in- en uitrotaties en werkbezoeken met de DOPS J1 en mijn nevenfuncties. Ik ben voorzitter van het Sociaal Medisch Team en daarmee tevens het aanspreekpunt voor het Situatiecentrum (SITCEN) in Utrecht. Mochten er vanuit het thuisfront of het uitzendgebied calamiteiten zijn ben ik de coördinator als het gaat om personeelszorg. De ‘1’ is ook verantwoordelijk voor het opmaken van verschillende personeelsrapportages, het up-to-date houden van de organisatietabel van de missie, en het doorgeven van onze personeelssterkte aan de staf van Combined Joint Taskforce (CJTF) waar wij als 16e rotatie hiërarchisch onder vallen. Ik doe het werk samen met de sergeant-majoor Operationale Personeelszaken (OPZ) Krystle, die tevens kassier is voor de missie.
'Het coronavirus komt meer en meer in beeld'
4 maart | Zo’n vaart zal het niet lopen
Vergeleken met mijn vorige missie is er sprake van een hogere dreiging. Daardoor zitten we tijdelijk in een verhoogde alert-state. Tegelijkertijd komt het coronavirus meer en meer in beeld. Als echte Nederlander dacht ik in het begin: “Ach, zo’n vaart zal het niet lopen”. Niets is natuurlijk minder waar. De beelden op televisie van onder meer de situatie in Italië maken grote indruk op mij. Hoe dichterbij COVID-19 in Nederland komt, des te meer krab je jezelf hier in het missiegebied achter de oren. Er ontstaat een vreemd surrealistisch beeld. Dat wij het in missiegebied meer veiligheid ervaren dan het thuisfront in Nederland.
12 maart | Post!
Vandaag kwamen er weer kaarten en pakketten van familie, vrienden en collega’s binnen! Ook in de wereld van whatsappen en videobellen is het ontvangen van post nog steeds iets om naar uit te kijken tijdens een uitzending. Het zijn dit soort zaken maar ook de Low-Ops-dag, het bezinningsmoment op de vrijdagavond en de momenten van bellen en whatsappen met thuis of met mijn moeder waardoor de tijd tijdens de missie omvliegt. Wat ik heb ervaren is dat ritme en structuur van belang zijn. Zeker tijdens een missie, die steeds rustiger wordt, is een duidelijk doel belangrijk. Dat zijn ook de vaste momenten in de week waarin we samen een Update Brief hebben, het videocontact met de buitenposten in Irak en met de collega’s van de DOPS J1, om de wekelijkse bijzonderheden door te spreken.
'Een groot deel van onze rotatie wordt naar huis gestuurd'
5 april | Missie ligt stil
Vanwege COVID-19 is de missie tijdelijk stilgelegd. Een groot deel van onze rotatie wordt naar huis gestuurd. Aan de ene kant natuurlijk niet tof voor de collega’s vertrekken, maar functioneel gezien zit ik helemaal in mijn element. Immers, personeelslogistiek is een groot onderdeel van het plan om personeel naar huis te krijgen. Een paar dagen geleden zijn alle trainers en een deel van de NTU- en NSE-staf huiswaarts gegaan.
14 mei | 30 kilometer duurloop
Het ontbreekt ons hier in het missiegebied aan niets. De maaltijden zijn erg goed te noemen. Gedurende een aantal weken zijn we (deels) overgegaan op Meals Ready to Eat (MRE’s) maar er blijven altijd verse maaltijden en salades als aanvulling. Naar mate de COVID-maatregelen worden opgevoerd, is het niet meer toegestaan om in de Dining Facility’s (DFAC’s) de maaltijd te nuttigen. Het gevolg is dat we in de rij staan voor een afhaalmaaltijd, rekening houdend met de social distancing-regels en we dragen daarbij verplicht een mondkapje. Die maaltijden moeten er natuurlijk wel worden afgetraind. Gelukkig is er genoeg tijd om te sporten, waar ik gretig gebruik van maak. Hoewel er maar een beperkt aantal looproutes zijn, doe ik heerlijke duurloopjes. Aangezien de temperaturen overdag al snel te warm zijn doe ik dat ‘s avonds. Uiteindelijk heb ik een duurloop van zo’n 30 kilometer kunnen afronden.
16 mei | Een klein detachement
Daar sta je dan nog met in totaal 15 collega’s verdeeld over Erbil en Bagdad. Een klein detachement met ‘mission-essential’ personeel, dat voor Nederland de ‘footprint’ en logistieke levensaders in Irak moet bewaken. We hebben zeker nog wel werkzaamheden en vermaken ons uitstekend. De sfeer onderling is top, maar toch… Het uitleggen aan het thuisfront waarom je hier nog zit wordt best lastig. Immers, je krijgt toch steeds meer het gevoel dat je door alle corona-perikelen thuis meer nodig bent dan hier. En hoewel we hier ook dagelijks te maken hebben met COVID-maatregelen, zal het toch een ‘ander’ Nederland zijn, waarin we straks terugkeren.