05

Dit artikel hoort bij: Landmacht 05

Mijn uitrusting: De Kodiakchauffeur

Tekst Jack Oosthoek
Foto Jarno Kraayvanger

Iedereen heeft zijn eigen uitrusting. Enig idee wat collega’s met zich meezeulen? Welke gereedschappen voor hen onmisbaar zijn? Maandelijks vertelt een landmachter over de essentiële benodigdheden waarmee hij zijn opdrachten uitvoert. Ditmaal chauffeur-bedienaar van het geniedoorbraaksysteem Kodiak, korporaal Jaimy.

De Kodiak, vernoemd naar ’s werelds grootste berensoort, is het zwaarste voertuig van Defensie. Zijn bijnaam ‘Zwitsers zakmes van de landmacht’ verwijst naar de diversiteit aan uitrustingsstukken aan boord. Daarmee kan de Kodiak in gevechtsomstandigheden in zowel verhard als onverhard terrein zware taken uitvoeren. Met 1500 pk forceert de Kodiak tijdens een militair offensief doorgangen in hindernissen als aarden wallen, greppels, barricaden en mijnenvelden. Dat garandeert de mobiliteit van de troepen. Ook kan de bemanning tankgrachten of Ierse wallen opwerpen: grote houten en met zand gevuld geraamtes waar vijandelijke voertuigen moeilijk langskomen.

De met een onderstel van een Leopard 2-gevechtstank uitgeruste Kodiak komt in vredestijd eveneens van pas. Dat werd in april bewezen bij de bosbranden in Herkenbosch, Zuid-Limburg. Met korporaal Jaimy als chauffeur maakte een Kodiak op verzoek van de brandweer en Staatsbosbeheer een brandgang langs een door het inferno bedreigde manege en camping. Hij kijkt er met voldoening op terug. “We hebben meegeholpen een hoop ellende te besparen.”

Motorslijper

De motorslijper snijdt staal, steen of beton moeiteloos door. Het apparaat ligt standaard in de Kodiak en is voornamelijk handig voor verstedelijkt gebied waarbij kleine obstakels met de hand moeten worden verwijderd. Het kan gaan om stalen kabels of kleine stenen en betonnen objecten.

Graafbak

Een WLP graven doe je zelf maar. Voor het grote werk, zoals een tankgracht, wordt de Kodiak gebeld. Met zijn graafbak kan de tank binnen korte tijd een grote hoeveelheid aarde verplaatsen. In het bosbrandgebied in Limburg had Staatsbosbeheer veel gekapt en lagen de boomstammen op een grote hoop. Met de ingebouwde knijper werden de stammen opgetild en uit de vuurzone verplaatst.

Knip- en spreiduitrusting

De Kodiak heeft een hydrolische knip- en spreiduitrusting aan boord die voertuigen kan openknippen. Die is er voor noodsituaties, zoals een militair voertuig dat in een greppel is beland. Het is hetzelfde apparaat als de brandweer gebruikt. Hij werkt handmatig maar pakt wel via een slang de hydroliekdruk van de tank.

Grondboor

De grondboor is in staat om gaten tot wel 4 meter diep te maken. Maar meestal gaat het minder diep en worden met de boor gaten gemaakt voor houten palen die dienen voor een aspergehindernis.

Wroetentand

Deze enorme tand is bedoeld om een wegdek of een verharde weg over langere afstand open te ‘wroeten’ zodat deze voor wielvoertuigen onbegaanbaar wordt. Jaimy heeft hem nooit gebruikt. Hij ligt normaal in de flatrack op de kazerne naast een aantal andere optionele uitrustingsstukken.

Betoncrusher

De Betoncrusher maakt een scharende beweging en kan zo van alles kapot ‘knijpen’. Denk daarbij aan ingestorte gebouwen die opengeknipt moeten worden. De hydroliek van de tank helpt de crusher een handje. Voor de Kodiak is dit het ‘preciezere’ werk.

Breekhamer

Het grove werk is weggelegd voor de breekhamer. Handig als er iets groots in de weg staat. Met bruut geweld kun je hiermee complete rotswanden doorboren of hele grote betonnen constructies slopen.

Korporaal Jaimy

Chauffeur-bedienaar Kodiak

13 Lichte Brigade, 41 Pantsergeniebataljon, 411 Pantsergeniecompagnie

“Het geeft een machtig gevoel om met z’n 3’en, commandant en 2 bedienaars, op zo’n groot ding te werken. Je moet alleen wel voorzichtig zijn. Als je iets raakt, merk je dat niet. Gevaarlijk werk…? Met de Kodiak rijden niet; de opleiding van 10 weken is prima. Maar je ‘klapt’ met de Kodiak als 1e door een hindernis die altijd onder waarneming van de vijand ligt. Dan bestaat de kans dat je wordt beschoten en dát maakt werken ermee gevaarlijk.

Afgezien van de Limburgse bosbrand hebben we het in coronatijd rustig. Normaalgesproken draaien we mee in oefeningen. Op basis van een hindernisplan bouwen wij dan de obstakels.

Ik ben bij de landmacht begonnen op de gevechtstank; draaide een uitzending in Uruzgan en kwam op een bouwmachine van de genie terecht. Op een gegeven moment wilde ik het oude ‘tankgevoel’ terug. Dat is op de Kodiak zeker gelukt. Ik voel me in mijn element. Het was wel wennen aan de verschillen. In vergelijking met een gevechtstank zit je linksachter in plaats van rechtsvoor, waardoor de ‘instuurmomenten’ anders zijn. Ooit werd ik na een sollicitatie aangenomen bij de NS als treinmachinist. Ik had er echter geen goed gevoel bij en stapte uiteindelijk niet over. Mijn hart ligt bij het militaire werk.”