‘Wij willen recht doen aan het leed dat slachtoffers is aangedaan’
De Eritrese mensensmokkelaar Walid hoorde vorige week in de rechtbank in Zwolle een celstraf van 20 jaar tegen zich eisen. Het is een van de meest omvangrijke mensensmokkelzaken waar de Marechaussee ooit bij betrokken is geweest. Bovendien is het een ‘grote vis’ die terechtstaat. Deze eerste stap op weg naar een mogelijke veroordeling betekent een succes voor de collega’s van de Brigade Recherche die betrokken waren bij het opsporen van de Eritreeër en laat opnieuw zien hoe noodzakelijk dit werk is. “We zien een enorme verharding.”
5 jaar duurde het onderzoek naar de man uit Eritrea. In die tijd spreken teamleider van de Brigade Recherche op Schiphol adjudant Stefan en zijn collega’s met tientallen getuigen, luisteren ze telefoongesprekken af en pluizen ze belgegevens na. Ze horen gruwelijke verhalen over verkrachtingen en mishandelingen. Walid wordt ervan verdacht op grote schaal migranten naar Europa te hebben gesmokkeld vanaf de Libische kust. Hij zou ze in dat land eerst vastzeten in kampen, waar ze worden afgeperst en mishandeld totdat ze meer geld betalen om de oversteek te mogen maken.
Libische telefoonnummers
Het balletje rondom de Eritrese mensensmokkelaar begint te rollen door een onderzoek dat gericht is op misbruik van de machtiging tot voorlopig verblijf-procedure van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), zo vertelt Stefan. “We keken of er een georganiseerd netwerk achter dat misbruik zat. Dat is niet vastgesteld, maar tijdens het tappen zagen we dat bepaalde Eritrese mensen in Nederland gebeld werden door Libische nummers. Die gesprekken hadden duidelijk betrekking op mensensmokkel. We hebben een analyse van de historische gegevens van deze nummers opgevraagd. Er kwamen tientallen Nederlandse nummers uit die naar deze telefoons belden. Toen werd ons al gauw duidelijk dat dit een hele grote zaak is. De naam van Walid werd ook genoemd en zo zijn we onze pijlen steeds meer op hem gaan richten.”
Om Walid uiteindelijk voor de rechter te krijgen, wordt er nauw samengewerkt met een groot aantal internationale partners en andere landen. Dat laat opnieuw zien hoe omvangrijk de zaak is, benadrukt de teamleider. “We hadden een Joint Investigation Team met Italië. Op het gebied van inlichtingen werkten we samen met de Engelsen en voor de opsporing met Interpol en Europol. Via Interpol werkten we bovendien samen met Afrikaanse partners zoals Ethiopië, maar ook met de Verenigde Arabische Emiraten. Er zit dus een grote internationale component in deze zaak.”
‘Er zit een grote internationale component in deze zaak’
Gigantische verdienmodellen
De zaak van Walid is helaas geen uitzondering voor de Marechaussee. Ja, hij is immens en spreidt zich uit over verschillende landen, maar er zijn inmiddels meerdere grote organisaties platgelegd die eveneens verantwoordelijk zijn voor het smokkelen van honderden mensen, vertelt Hoofd Tactische Opsporing van de Brigade Recherche majoor Erik. “Het is een enorm probleem. Er gaat wereldwijd tegenwoordig meer geld in mensensmokkel om dan in drugshandel. Er zitten gigantische verdienmodellen achter. Dat brengt een enorme criminaliteit met zich mee. Daarom is het belangrijk dat we dit aanpakken, ook omdat er een grote toestroom is van migranten die door allerlei slimme campagnes gouden bergen worden beloofd die er niet zijn.”
Small boats
Die slimme campagnes richten zich onder meer op het Verenigd Koninkrijk. Dat land is erg in trek bij asielzoekers, omdat daar in veel gevallen al familie woont. Met rubberen bootjes, zogenaamde small boats, maken de vluchtelingen via Het Kanaal de oversteek. Nederland dient in dat geval als doorvoerstation. De onderdelen voor de boten worden per auto vanuit Duitsland via ons land naar België en Frankrijk vervoerd, legt teamleider van de Brigade Recherche op Maastricht Aachen Airport, adjudant Steffan, uit.
“In die auto’s zitten naast boten en onderdelen bijvoorbeeld ook jerrycans en reddingsvesten. Als deze inderdaad gebruikt worden voor mensensmokkel, is dat strafbaar. Dit valt onder voorbereidingshandelingen. De vervoerders worden aangehouden voor mensensmokkel door de collega’s van de handhaving. Het samenspel met hen is cruciaal. Zij stoppen de smokkel ter plaatse. Wij kijken verder, naar wat voor organisatie erachter zit en heel vaak komen we uit bij spelers die ook internationaal bezig zijn.
Bij een toevallige controle van de Belgen kwam bijvoorbeeld onze hoofdverdachte in de bootjeszaak in beeld. Wij hebben toen informatie kunnen delen en een heel duidelijke kadering kunnen brengen van: waar gaat België mee verder en wat kunnen wij gebruiken. Zo konden we een flinke klap toebrengen aan onze verdachte.”
‘We willen dicht bij de bron de organisaties verstoren’
Verharding
2 zaken waarin intensief is samengewerkt met internationale partners en andere landen. Dat is ook hard nodig, aldus Erik, want de problemen van mensenmokkel komen steeds dichterbij. Libië en Eritrea klinken misschien als een ver-van-mijn-bed-show, maar ook Nederland kampt met de gevolgen van wat er daar gebeurt. “We zien een verharding. Als je in een kamp hebt vastgezeten waar je bent gemarteld of verkracht en je belandt uiteindelijk in Nederland, dan brengt dat wel wat met zich mee voor onze samenleving en de zorgen die daaruit voortkomen.”
Stefan: “In het geval van Walid werden familieleden in Nederland van de mensen in die kampen afgeperst. Zij kregen telefoontjes waarin ze hoorden dat hun familieleden zwaar werden mishandeld en werden vervolgens gesommeerd te betalen, terwijl ze dat geld lang niet altijd hebben. Dus je ziet zeker ook een effect in Nederland zelf.”
Kraan dichtdraaien
Met de aanhouding van de Eritreeër en de strafeis die nu op tafel ligt, geeft de Marechaussee een goed signaal af, vindt Erik. Om echt iets te kunnen doen tegen mensensmokkel moet je immers zicht krijgen op de organisaties die daar achter zitten. Nu Walid van straat is, is er weer een operationeel netwerk minder. “Er is niemand die hier zonder een smokkelaar naartoe kan komen. Als je bij de grens een mensensmokkelaar tegenhoudt met 1 iemand op de achterbank, is dat hartstikke mooi. Maar degene op de achterbank vraagt asiel aan, want die is al in Nederland. Dus dan verandert er uiteindelijk niks. Op het moment dat wij als opsporing de doorvertaling kunnen maken, pakken we niet de mensen op die verantwoordelijk zijn voor 1 iemand op de achterbank, maar voor 800 of 1000 mensen per jaar. Daar bereik je veel meer mee. Wij willen dicht bij de bron de organisaties verstoren.”
Het Hoofd Tactische Opsporing denkt dat nog meer internationale samenwerking de sleutel tot succes kan zijn. “Via Europol kunnen we bijvoorbeeld onze onderzoeken combineren met andere landen. Libië is een extreem voorbeeld, maar ook dichter bij huis kun je meters maken. Het probleem is groter dan alleen in Nederland het water opdweilen dat al op de vloer ligt. Wij willen uiteindelijk de kraan dichtdraaien, maar ook recht doen aan al het leed dat de slachtoffers is aangedaan.”