01

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 01

Van chaos naar duidelijkheid na explosie Den Haag

‘Nabestaanden verdienen zo snel mogelijk antwoord’

Als de nood het hoogst is, komt het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO) in actie. Zo ook na de explosie bij een appartementencomplex aan de Tarwekamp in Den Haag eind vorig jaar. Terwijl vooral chaos en onzekerheid overheersen, werken de specialisten daags na de ramp secuur aan het identificeren van slachtoffers. Alles om nabestaanden zo snel mogelijk duidelijkheid te bieden.

Eén voor één worden Vincent, Roy, Thijs en Roland zaterdagochtend 7 december gebeld: ‘ben je inzetbaar?’. De LTFO-leden weten direct waar het over gaat. Op het nieuws hebben zij al gezien dat het in Den Haag goed mis is: door een explosie is een compleet appartementencomplex ingestort.

Projectleider Vincent krijgt het telefoontje vlak na zijn voetbalwedstrijd en snelt zich naar de Haagse wijk Mariahoeve. Hier wordt druk gezocht naar dodelijke slachtoffers en overlevenden. “Daar trof ik mijn evenknie van de politie, projectleider Eva. Op de plaats delict was het hectisch, hulpdiensten waren druk met de berging van slachtoffers en het zoeken naar overlevenden. Het laatste dat je wilt is het strafrechtelijk onderzoek in de weg lopen.”

Leden van het LTFO op de plaats van de explosie, samen met ketenpartners van de politie en brandweer.
Sommige leden van het LTFO kwamen eerst naar de Tarwekamp in Den Haag om met ketenpartners logistieke zaken te regelen. Anderen begonnen de werkzaamheden in het mortuarium.

Prioriteit voor Vincent en Eva dat moment is samen de logistieke zaken oppakken. Denk aan de overdracht van stoffelijke overschotten, vervoer en een geschikt mortuarium regelen. De onderzoekers kunnen aan de slag bij Schiphol. “In dat mortuarium voert de Marechaussee al veelvuldig overlijdensonderzoeken uit, we hebben daar goede contacten.”

‘We willen zo objectief mogelijk ons werk doen’

LTFO

Samen met de politie vormen onderzoekers van de Marechaussee het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO). Ze worden ondersteund door personeel van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), tandartsen en begrafenisondernemers. Bij de explosie in Den Haag is het LTFO ingeschakeld omdat de lokale forensische capaciteit al volop werd benut. Het LTFO werkt volgens internationale richtlijnen van Interpol. Het team is de afgelopen decennia ingezet bij ernstige incidenten zoals de Bijlmerramp (1992), de vuurwerkramp in Enschede (2000), de vliegramp met Turkish Airlines (2009) en na het neerhalen van vlucht MH17 (2014). Omdat zulke ingrijpende incidenten relatief weinig voorkomen, is werken bij het LTFO voor alle collega’s een nevenfunctie. 

Leden van LTFO werken in witte pakken in het mortuarium en bekijken vingerafdrukken op een computerbeeldscherm.
In het mortuarium van Schiphol worden ‘harde’ waardes zoals vingerafdrukken achterhaald om tot identificatie van slachtoffers te komen.

100 procent identificatie

Er wordt in eerste instantie nog rekening gehouden met een zeer groot aantal stoffelijk overschotten. De eerste 5 worden die dag binnengebracht. Roy: “Op dat moment waren wij niet bezig met de oorzaak of de aanleiding van de explosie; wij concentreren ons volledig op de slachtoffers.” Volgens de onderzoekers is het daarom goed zo min mogelijk aanvullende informatie te krijgen. “Stel, er wordt iemand vermist met blauw haar en er wordt iemand binnengebracht met blauw haar, dan maak je al snel de optelsom. Terwijl wij juist zo objectief mogelijk ons werk willen doen.”

Daarom werkt het team secuur en met ‘harde’ waardes: DNA, vingerafdrukken en gebitsgegevens. Vervolgens verzamelen de onderzoekers zoveel mogelijk ondersteunende gegevens. Denk aan tatoeages, littekens, moedervlekken en piercings. Ook het AM (Ante Mortem, ‘voor de dood’, red.)-team zoekt naar zulke informatie. Deze collega’s gaan langs bij de naasten van de vermiste personen om DNA af te nemen en te informeren naar uiterlijke kenmerken. Vincent: “Daar worden ze vaak geconfronteerd met een enorm verdriet en grote twijfels. Dat kan er behoorlijk inhakken.”

Leden van Urban Search and Rescue in oranje uniformen dragen doodkisten op de plaats van de explosie.
Leden van Urban Search and Rescue (USAR) voeren slachtoffers af die later aan het LTFO zal worden overgedragen.

Duidelijkheid

Het Reconciliatie-team is verantwoordelijk voor de definitieve identificatie. Thijs: “Tactische en forensische specialisten leggen het AM-rapport naast het Post Mortem (‘na de dood’, red.)-rapport. Vervolgens vergelijken we alle uiterlijke kenmerken.” Ook het tandartsdossier van een overledene wordt erbij gepakt. Het resultaat wordt bij de Officier van Justitie (OvJ) gelegd. Die geeft een certificate of identification af. Daarna draagt de LTFO-begrafenisondernemer het lichaam over aan de begrafenisondernemer van de familie.

‘Er mogen geen vragen onbeantwoord blijven’

Het gehele onderzoek wordt vastgelegd in het identificatiedossier, in dit geval door Roland van de back-office. “Daarmee willen we nabestaanden zo snel mogelijk duidelijkheid kunnen geven over hun geliefden”, vertelt hij. “Er mogen geen vragen onbeantwoord blijven. Als hen later vragen te binnen schieten moeten ze deze in onze bevindingen terug kunnen vinden.”

De plek van de explosie bij het eerste daglicht.
Bij de explosie kwamen 6 mensen om het leven, 4 raakten gewond.

Afstand

En dus werken de mannen hard door, dag en nacht. Vincent: “Nabestaanden verdienen zo snel mogelijk antwoorden. Ook wilden we niet stoppen terwijl collega’s op het plaats delict nog aan het werk waren. Dat voelde niet goed.” Bovendien verwachtte het team dat moment nog veel meer slachtoffers. Bij de explosie om kwart over 6 ’s morgens werd aangenomen dat meer mensen uit de flat thuis zouden zijn. “Dat er de dagen erna nog slechts 1 stoffelijk overschot volgde, mag een wonder heten.”

Ook Thijs kijkt pas ’s morgens vroeg op de dag na de ramp weer op zijn telefoon. “Al die tijd was ik verstookt van nieuws. Ik bewaarde afstand om tijdens mijn werk niet beïnvloed te worden.” Een bewuste keuze van de nieuwste collega in het team. “Werken met stoffelijke overschotten na zo’n ramp is heel iets anders dan met lichamen die ik zie tijdens mijn ‘gewone’ werk. Dit was met geen pen te beschrijven. Uit respect voor de overledenen doe ik dat ook niet.”

Leden van Urban Search and Rescue in oranje uniformen dragen een doodkist weg op de plaats van de explosie.
Na de explosie in de vroege ochtend werd de opeenvolgende nacht zowel op de Tarwekamp als in het mortuarium doorgewerkt om slachtoffers te vinden en te identificeren.

Buitenland

Het LTFO kan ook in het buitenland worden ingezet in het kader van een ramp, zoals bij de vliegramp in Libië, in 2010. Thijs: “We kunnen op het gebied van logistiek, hygiëne, geneeskundige diensten en dreigingsanalyses een militaire structuur aanbrengen en opereren in de meest simpele omstandigheden. Daarin zijn we meer gewend dan onze ketenpartners.”

Voor de toekomst wordt rekening gehouden met (veel) meer werk in het buitenland. Vincent: “In het kader van hoofdtaak 1 denken we na over de gevolgen voor ons werk. Waar gevochten wordt, kun je slachtoffers verwachten. In een oorlog wel tientallen per dag of meer. En die willen wij in elke situatie zo snel mogelijk terugbrengen naar hun familie.”

Nazorg

Vanzelfsprekend krijgen leden van het LTFO nazorg. Zo schoof een bekende uit het Collegiaal Netwerk op dag 2 van de inzet aan bij het ontbijt van Roy en Vincent. Collega’s uit dit netwerk kunnen bijdragen aan vroege signalering van mentale klachten en laagdrempelig de bespreekbaarheid ervan bevorderen. Vincent: “Natuurlijk was hij vakinhoudelijk geïnteresseerd, maar het draaide even om ons: ‘Hoe gaat het, denken jullie aan je rusttijden, kunnen jullie er over praten, hoe verloopt de samenwerking in het team?”

Mochten de antwoorden zorgen opwekken, kan zo’n collega iemand overigens niet opdragen te stoppen met een inzet. “Wel kunnen ze eventueel adviseren om hulp te zoeken bij bijvoorbeeld de Bedrijfs Maatschappelijk Werker, Geestelijk Verzorger of huisarts. Dat was in ons geval niet nodig. Wel vonden we het prettig om te praten met een collega die weet wat het werk inhoudt.”

Op de plaats van de explosie wordt ’s ochtends brand geblust.
Op de plaats van de explosie wordt uren later nog geblust.

Zeldzaam

De onderzoekers uit het LTFO werken in de anonimiteit. Mede daarom zijn het ‘stille helden’. Zelf zien ze dat overigens niet zo. Roy: “Het is vooral belangrijk dat je een teamspeler bent. We hebben dezelfde taak, maar daarnaast heel verschillend werk. Onze opleidingen, ervaringen en karakters vullen elkaar aan.” Roland benadrukt dat het dankbaar werk is. “In uitzonderlijke situaties kun je iets betekenen. Dat motiveert om nóg beter je werk doen. Dit voel je extra omdat we niet vaak worden ingezet; incidenten als dit zijn gelukkig zeldzaam.”

Tekst: Luitenant ter zee 2OC (SD) Djenna Perreijn | Foto’s: ANP, Politie