02

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 08

Kennismaken met Annelore Roelofs

‘Resultaten behalen. Dat is mijn drive’

De Koninklijke Marechaussee heeft sinds 1 september 2023 weer een commandant. Annelore Roelofs diende 10 jaar bij de politie en vervulde diverse andere functies in het veiligheidsdomein.

Luitenant-generaal Annelore Roelofs is de nieuwe commandant van de Koninklijke Marechaussee en ze heeft meteen een primeur. Wie kijkt naar haar voorgangers, ziet een verschil. Dat waren zonder uitzondering mannen. Roelofs is een vrouw, de eerste op deze belangrijke en beeldbepalende functie. Een belangrijke ontwikkeling, vindt ze ook zelf, want hoe diverser een organisatie, hoe sterker. “Samen maken we het verschil. Verder maakt het niet uit voor de inhoud van mijn werk. Ik wil me samen met de collega’s inzetten voor een veiliger Nederland en dat burgers vertrouwen kunnen hebben in de overheid. Daar heb ik veel zin in en ik vind het ook eervol dat ik voor deze functie ben uitgekozen. Collega’s moeten kunnen vertrouwen op mij als commandant”, zegt ze in haar eerste interview.

De komende periode zal een soort snelkookpan zijn waarin ze zich de werkzaamheden en thema’s van de organisatie eigen gaat maken. Inclusief het militaire jargon en de cultuur. “Eerlijk is eerlijk, dat is allemaal nieuw voor mij. Ik ga mijn best doen om dat snel onder de knie te krijgen. Al heb ik natuurlijk wel ervaring met het dragen van een uniform, zij het niet als militair. Door andere functies zoals bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Justitiële Inrichtingen heb ik veel ervaring in het vreemdelingen- en veiligheidsdomein. Dat gaat me helpen in mijn nieuwe functie, denk ik.”

U bent nu volle bak aan het werk. Wat zijn uw ervaringen tot nu toe?

“Ik kijk terug op een prachtige eerste week, waarin ik 3 werkbezoeken aflegde. Ik ging onder andere langs bij het Landelijk Tactisch Commando, bezocht op Schiphol de brigade Grensbewaking en sprak met de beveiligers bij Paleis Huis ten Bosch. Daarnaast voerde ik veel kennismakingsgesprekken met collega’s. Ik word erg welkom ontvangen en vind het ontzettend leuk om de collega’s in het werkveld te ontmoeten. Ik zie veel betrokkenheid, professionaliteit, collegialiteit en samenwerking. Daar kan je alleen maar heel blij van worden en deze eerste week smaakt absoluut naar meer.

De Marechaussee heeft duidelijke taken, die er altijd waren en nu weer steeds meer in de belangstelling staan. Tijdens het inwerken ben ik er in gesprekken al achter gekomen dat er geweldig veel werkdruk op de collega’s ligt. Ik zie dat er veel wordt gevraagd van de Marechaussee en de collega’s en dat de organisatie groeit. De Defensienota vraagt veel van onze organisatie op militair vlak, en ook de ontwikkelingen in het stelsel Bewaken en Beveiligen. Er ligt druk op de operatie. Dan gaat het niet alleen over personele capaciteit, maar ook over wat er nog op ons afkomt en in hoeverre we daar op voorbereid zijn.”

De organisatie groeit en de druk neemt toe: de drukte op Schiphol, Persoonsbeveiliging Binnenland, evacuaties uit crisisgebieden, bewaken van objecten en de inzet in Oekraïne.

‘Jammer en vervelend dat collega’s uit de media moesten vernemen dat ik hun beoogde commandant was’

Er was in de media de nodige aandacht voor uw benoeming. Wat deed dat met u?

“Allereerst vind ik het jammer en vervelend dat collega’s uit de media moesten vernemen dat ik hun beoogde commandant was. Ik realiseer me dat de collega’s daar op worden aangesproken en dat ze er ook hun eigen gedachten bij hebben. Vanwege de lopende procedure kon pas laat meer informatie over de procedure en mij als kandidaat gegeven worden. Ik werd gebeld met de vraag of ik interesse had. Wat een fantastische baan zou dat zijn, dacht ik, maar ook: oei, het is niet niks. Ik heb er goed over nagedacht en stevige gesprekken moeten voeren.

Er was ook ophef omdat ik geen defensieachtergrond heb. Voor de duidelijkheid; mijn functie is een civiele aanstelling en als militair ben ik reservist. Tijdens mijn werkzaamheden zal ik dus te zien zijn in militair tenue, maar ook in burgerkleding. Ik wil uiteraard militaire ervaring opdoen. Ik ga opleidingsmodules volgen en ook bivak en schieten staan op het programma.

Dan over het feit dat ik de eerste vrouwelijke commandant van de KMar ben. Gaandeweg mijn carrière ben ik mij er bewust van geworden hoe belangrijk een diverse organisatie is. Er moeten kansen voor alle mensen zijn. Ik ben geëmancipeerd opgevoed en ik was me niet bewust van de verschillen. Maar om mij heen zag ik dat wel. Sommige vrouwen liepen tegen het ‘glazen plafond’ aan. Dat is onwenselijk. Diversiteit is juist een kracht en gaat natuurlijk over veel meer dan alleen de arbeidsdeelname van vrouwen: het gaat ook over verschillende culturele achtergronden en competenties.”

Hoe bereidt u zich voor op de organisatie, de Koninklijke Marechaussee?

“Ik heb een nieuw woord geleerd: voorwerken. Daar ben ik al enkele weken voor mijn aanstelling mee begonnen. Zoals het lezen van beleidsnota’s, inclusief een aantal boeken, bijvoorbeeld over de geschiedenis van de Koninklijke Marechaussee. Het gevoel voor de historie vind ik belangrijk. Verder ben ik begonnen met het bestuderen van militair recht. Alles bij elkaar is het een aardig stapeltje. In de parkeergarage op het ministerie heb ik in augustus al lessen in exerceren gehad om me voor te bereiden op mijn ceremoniële installatie en andere ceremoniële taken. Ik vind het belangrijk om dat onder de knie te krijgen. Ook heb ik lessen paardrijden gehad, 3 keer per week een uur. Op Prinsjesdag geef ik namelijk met mijn paard Helios, acte de présence als Gouverneur der Residentie.”

Als Gouverneur der Residentie inspecteert Roelofs op Prinsjesdag de opgestelde eenheden langs de route.

Welke kennis en ervaring neemt u mee vanuit uw politieachtergrond?

“Ik heb 5 jaar gewerkt als plaatsvervangend korpschef in Flevoland. Daarna was ik 5 jaar korpschef in de regio Noord- en Oost-Gelderland. Ook heb ik een masteropleiding Politiemanagement gedaan. Die kennis en ervaring zal nu goed van pas komen als het gaat om de politietaken. Ik denk dat ik ervaring meeneem die past bij de ontwikkelingen waar de organisatie mee te maken heeft. Niet alleen als het gaat om politiek-bestuurlijke ontwikkelingen, maar ook om maatschappelijke en militaire ontwikkelingen. Daarmee kan ik een bijdrage leveren.”

De Marechaussee en de politie zijn geen vreemden voor elkaar.

‘Mijn uitgangspunt is wat er al in gang gezet is en zoals de organisatie nu loopt’

Wat gaat u voor de bijna 8.000 collega’s doen?

“Mijn beeld is dat ik in een prachtige organisatie kom, met veel ervaren collega’s en leidinggevenden. Ik spreek uit ervaring, want tijdens de aanslag in Apeldoorn op Koninginnedag in 2009 was ik korpschef. Dat was destijds een hele nauwe en fijne samenwerking. Ik heb toen betrokken, professionele, goed opgeleide en gemotiveerde collega’s ontmoet. De Marechaussee is een goedlopende organisatie, en natuurlijk zijn er altijd verbeterpunten. Maar mijn uitgangspunt is wat er al in gang gezet is en zoals de organisatie nu loopt. Ik realiseer me heel goed dat we in een maatschappij werken waarin veel verandert. De organisatie moet dus wendbaar zijn om daarop te kunnen inspelen en dat vraagt ook weer flexibiliteit van de collega’s.

Als je me ’s nachts wakker maakt en vraagt: ‘waar sta je voor?’, dan zal ik zeggen dat ik het belangrijk vind om samen met collega’s resultaten te halen. Dat is mijn drive. En ik wil dat collega’s zich goed kunnen ontwikkelen.”

Roelofs: “De organisatie moet wendbaar zijn om in te kunnen spelen op veranderingen in de maatschappij.”

Een functie als commandant is pittig en tijdrovend. Wat doet u om te ontspannen en weer op te laden?

“Mijn echtgenoot en ik zijn fervent watersporters. In het verleden heb ik veel gezeild en tegenwoordig is het een motorboot. Verder zijn we dol op honden. Onlangs hebben we een nieuwe puppy gehaald (Ze laat op haar telefoon een foto zien van een pikzwart hondje met flaporen). Daarmee gaan we ook hondentraining doen, ik kan wel zeggen dat het een hobby is. We hebben eigenlijk altijd honden gehad. Mijn vorige was zelfs een speurhond.”

Tekst: kapiteins Arjen de Boer en Saminna van den Bulk | Foto’s: archief Mediacentrum Defensie